Schimmen plaatsten zich voort in de plaats waar ze zich bevond. Het was stil, op de wind na. Geruisloos brachten twee dieren zich voort. Ze was op haar weg naar de Horcrux, zou Deina de wannabe roepen en uit de kudde stappen. Dat was echt iets wat ze veel eerder had moeten doen, waarom was ze er uberhaupt in komen zitten? Nee, dat wist ze, dat kwam omdat ze alphafoal was, Azacar was haar vader en die was eerst een kuddeleider geweest en Aaliyah daar wel in moest. Maar bijna gelijk daarna had haar zus Deina de kudde overgenomen en waren er alleen maar wannabe’s gekomen. Misschien was ze er zelf een, dat was niet iets wat ze zelf mocht oordelen maar het was wel iets wat sommigen zeiden, dat zijzelf niet zo’n iemand was. Maar daar mocht je niet op oordelen want dat was niet iedereen zijn mening. En dat mocht eigenlijk best wel want anders kreeg ze een te grote ego. Of eigendunk, en dat was zonde van haar karakter, ze zou naast haar schoenen lopen en dat zou niet mooi zijn.
Verstoord keek ze de kant uit van het geluid. Eyes stapte op een tak en dat brak met een doffe ‘plok’ in tweeën. Ze zwiepte even half geërgerd met haar staart tegen zijn flank en liep intussen verder, zelf wel nog geruisloos. Behalve een beetje gekraak in de sneeuw maar dat was op deze plek wat verminderd. Nog eventjes en ze was in het gebied van de Horcrux. Ze twijfelde. Zou Deina er wel zijn? Aaliyah hoopte het maar. En was Deamon er nog? Een grote vlaag woede borrelde er in haar op. Die wannabe. Die hengst. Die hengst had haar zo laten vallen in de tijd dat ze nog jong was. Het stond nog in haar geheugen gegrift. Eerst was ze aan het praten, stond ze op en werd zo hard tegen de grond aangegooid dat ze er een litteken aan had overgelaten, net boven haar ooglid. Ze voelde het strak trekken telkens als ze knipperde of een andere bezigheid. En dat was knap irritant, maar ach. Wat gebeurt is, is gebeurt, plus dat ze wraak zou krijgen. Wraak op de stomme hengst. Ze was gegroeid en had veel geleerd. En vooral geleerd dat dit gedrag absurd was. Maar dit was niet de reden dat ze was gegroeid want die was heel simpel; ze was jong. Niet volgroeid ~ c:. Dusja. Dan kon je dat krijgen ea.
Verschrikt van haar eigen verstrooide gedachten keek ze op. Inmiddels was ze een paard genaderd zonder het zelf te weten. Nu lag er nog een kleine tien meter tussen hen in. Dat was slecht. Serieus.
Aaliyahs ogen merkten droog op dat het beest bruin was. Merkwaardig. Een van de eerste bruine beesten. Oke. Leugen. Grapje. Hahah. Na nog een magere acht meter, -acht en een halve meter om precies te zijn- genaderd te zijn hield ze halt en knikte naar het –duivelse- paard. ’Hallo bruine poown. Mijn naam is Aaliyah en-‘ Ze keek achterom. Ah. Hij was er niet. Naja. ’Naja. Een vriend van mij die hier nu niet is –zal wel komen- heet Eyes. Maarreh.’ Ah daar kwam hij al. ’Dit is Eyes dus.’ Stelde ze hem daarna weer voor.
IVIIII BLIJKBAAR SAURONNNN
Verstoord keek ze de kant uit van het geluid. Eyes stapte op een tak en dat brak met een doffe ‘plok’ in tweeën. Ze zwiepte even half geërgerd met haar staart tegen zijn flank en liep intussen verder, zelf wel nog geruisloos. Behalve een beetje gekraak in de sneeuw maar dat was op deze plek wat verminderd. Nog eventjes en ze was in het gebied van de Horcrux. Ze twijfelde. Zou Deina er wel zijn? Aaliyah hoopte het maar. En was Deamon er nog? Een grote vlaag woede borrelde er in haar op. Die wannabe. Die hengst. Die hengst had haar zo laten vallen in de tijd dat ze nog jong was. Het stond nog in haar geheugen gegrift. Eerst was ze aan het praten, stond ze op en werd zo hard tegen de grond aangegooid dat ze er een litteken aan had overgelaten, net boven haar ooglid. Ze voelde het strak trekken telkens als ze knipperde of een andere bezigheid. En dat was knap irritant, maar ach. Wat gebeurt is, is gebeurt, plus dat ze wraak zou krijgen. Wraak op de stomme hengst. Ze was gegroeid en had veel geleerd. En vooral geleerd dat dit gedrag absurd was. Maar dit was niet de reden dat ze was gegroeid want die was heel simpel; ze was jong. Niet volgroeid ~ c:. Dusja. Dan kon je dat krijgen ea.
Verschrikt van haar eigen verstrooide gedachten keek ze op. Inmiddels was ze een paard genaderd zonder het zelf te weten. Nu lag er nog een kleine tien meter tussen hen in. Dat was slecht. Serieus.
Aaliyahs ogen merkten droog op dat het beest bruin was. Merkwaardig. Een van de eerste bruine beesten. Oke. Leugen. Grapje. Hahah. Na nog een magere acht meter, -acht en een halve meter om precies te zijn- genaderd te zijn hield ze halt en knikte naar het –duivelse- paard. ’Hallo bruine poown. Mijn naam is Aaliyah en-‘ Ze keek achterom. Ah. Hij was er niet. Naja. ’Naja. Een vriend van mij die hier nu niet is –zal wel komen- heet Eyes. Maarreh.’ Ah daar kwam hij al. ’Dit is Eyes dus.’ Stelde ze hem daarna weer voor.