Ze had het niet verwacht. Ze had het helemaal niet verwacht. Mischa's plaats innemen, was het nu serieus gelukt? Ze was weer eens in een verstrooide bui geweest om het toch te proberen. Ze kende Mischa niet eens! Maar het was gelukt, de Quiet Sparkle stond nu op haar naam. Die kuddenaam vloog steeds door haar hoofd, steeds, opnieuw. Het was raar te bedenken dat ze nu zoveel verantwoordelijkheid had. Ze was nooit lid geweest van de kudde, ze was al eeuwen lid geweest van Sultans kudde, eerst was dat nog de Enternal Guardians, maar dat veranderde in de Dénali. Het was moeilijk afscheid te nemen van die kudde, naar haar lange tijd dat ze erin had gezeten. Sinds ze er pas was, tot aan nu. De Quiet Sparkle, het was haar kudde.
Maar toch, was het wel de goeie beslissing. Zou ze wel een leidend persoon kunnen zijn. Haar eigen kudde, haar veulendroom van vroeger. Al het slechte uit de kudde verjagen. Magnifico wist dat dat een onmogelijke opdracht was, maar haar gebied op te schonen kon altijd. Al was Dream Horses zo groot, en waren de slechte paarden duidelijk in de meerderheid. Het maakte haar bang, kon ze het wel? Of zou ze net als Mischa eindigen, en zou ze haar eigen graf voor zichzelf graven. De twijfels begonnen op te borrelen. In het begin leek het zo'n mooi verhaal, ze had geluk gehad. Ze moest ze nog zichzelf bewijzen tegenover de rest. Dat ze het wel kon, dat ze de leden zou beschermen, de weg wijs maken, anderen overtuigen, en dat ze overtuigd kon worden. Dat ze de grootste kudde van DH zou worden? Dat zou het meest prachtigste zijn wat ze zich voor kon stellen, al wist ze dat de Dénali praktisch groot was, een groep erg actieve leden. Zij was daar één van. Ze hadden wel zestien leden toen ze er nog bij zat. Zéstíén, weet je hoe veel dat waren. Al waren een paar niet actief. En waar zij nu naar streefde, was een kudde, vol van actieve leden. Maar toch knaagde er nog wat in haar achterhoofd. Wat als de andere, slechte kuddes haar ook de oorlog zouden verklaren. Haar leden waren nog beschadigd van de oorlog. Ze zou een makkelijke prooi zijn. De Valkyrie, zou die hun slag slaan? Nee, dat was ronduit wreed. Maar ze waren ook wreed, zij begrepen dat niet. Of zouden ze zichzelf dan zwak vinden. Zouden zij haar aanvallen? Of zou de Horcrux opnieuw toeslaan, en haar zo weer van de aardbodem af vegen. Ze beet op haar lip, ze was niet bij de oorlog geweest, Remember wel. Ze wilde niet, ze wist dat hij gaande was, maar ze durfde niet. Ze wilde geen slagveld zien, ze wilde geen lijken zien. Ze had Mischa nooit gekend, maar aan de verhalen te horen, wist ze dat ze eervol was gestorven. Gestorven voor haar kudde, dat was één van de meest prachtige doden ooit. Ze had haar kudde met haar leven beschermd, dat wilde zij ook. Maar zou ze dat nog wel durven als ze in die zelfde situatie in de hoeven van Mischa had gestaan?
Nee, die gedachte schudde ze weg, ze moest niet zoveel piekeren. Ze was op weg naar de gebieden, ze moest de leden ontmoetten. Ze kende ze niet, nou, waarschijnlijk niet. Ze was nooit met de Quiet Sparkle in contact geweest. Wat nu ronduit dom was. In een stevige tred vervolgde ze haar weg. Ze probeerde aan andere dingen te denken, maar dat was moeilijk. Alleen de kudde, de kudde, en nogmaals de kudde vlogen door haar hoofd. Wat moest ze nu.. Ze wist het niet meer. Moest ze zich sterk houden. Wat nou als een leider haar riep, van de andere kuddes, van de slechte kuddes. Zou ze dan nog wel durven daar naartoe te gaan. Zou ze daar dan heen lopen, of zou ze als versteend blijven staan, of zelfs vluchten daarvoor. Wat zou ze doen? Wat. Aaargh! Ze werd gek van zichzelf, ze dacht constant aan de kudde, en aan de dingen die allemaal wel mis konden gaan, terwijl ze aan de dingen die góéd zouden gaan moest denken. Aan hoe groot en geweldig actief de kudde wel niet zou worden, dat ze oppermachtig zouden worden, maar daar kon ze toch niet aan denken? Ze was nu een watje. Waar was afleiding als je het nodig had!
Ze draafde aan, haar staart zwiepte als een zweep tegen haar flank om te versnellen. Haar hoeven werden lichtvoetig van de grond getild, en haar achterhand stond er goed onder. Ze was aangesterkt, haar ribben waren nu niet meer te zien, zoals dat wel zo was geweest. Haar leven was goed geworden, en dus had de merrie weer uitdaging gezocht, maar waarom dan een kudde, was dat niet teveel in één keer. Haar hoofd was redelijk hoog, haar oren stonden naar achteren, en draaiden als propellers in het rond als ze weer eens een geluidje hoorde. Een vieze smaak zat in haar mond, waardoor ze wat aan het smakken en het slikken was. Haar oren hadden het geluid van een stromend beetje gevonden. Ze maakte een overgang naar stap, en ze liep tussen een paar bomen door, waarna ze het vond. Ze glimlachte, en maakte nog een paar drafpassen en stopte toen voor het water. Het was een klein beetje, met helder water. Je kon de bodem van kiezelsteentjes door het water heen bezichtigen. Ze liet haar neus zakken, en dronk snel een paar slokken van het water. Ze moest verder, naar de gebieden. Het was immers nu haar kudde, ze móést haar leden zien. Ze hief haar hoofd, een paar verdwaalde waterdruppels op haar lippen vielen weer in het beekje. Haar motor startte weer. Ze draaide zich soepel op haar achterbenen om en ze draafde weer aan. Totdat ze een bekende geur opmerkte, en ze abrupt stopte. Nee, nee.. Dit kon ze nu even niet gebruiken. Ze schudde haar hoofd. Net wilde ze nog afleiding, maar dit was de verkeerde afleiding. Ze wilde weer verder gaan, maar als versteend was ze blijven staan. Wat deed ze, wat wilde.. Nee! Ze stapte achteruit. Vluchten voor hem kon ze niet, al wilde ze weer dat het goed werd. Wat moest ze nou, wat ging voor? Haar kudde, ja haar kudde. Dat zou hij wel begrijpen, toch? Maar ze wilde niet dat alles kapot ging, ze wilde niet opgeven. Ze wilde door, ze hadden een veulen. Maar.. Daesha was al in de kudde, dat wilde ze meteen, maar hij? Wat zou hij willen. Moest hij erbij, moest hij met haar zijn. Zoals het hoorde. Argh, waarom kreeg ze hem niet gewoon uit haar hoofd. Het was nog makkelijker om uit de Dénali te stappen. Ze vloekte zacht binnensmonds.
{{ Remember }}
Maar toch, was het wel de goeie beslissing. Zou ze wel een leidend persoon kunnen zijn. Haar eigen kudde, haar veulendroom van vroeger. Al het slechte uit de kudde verjagen. Magnifico wist dat dat een onmogelijke opdracht was, maar haar gebied op te schonen kon altijd. Al was Dream Horses zo groot, en waren de slechte paarden duidelijk in de meerderheid. Het maakte haar bang, kon ze het wel? Of zou ze net als Mischa eindigen, en zou ze haar eigen graf voor zichzelf graven. De twijfels begonnen op te borrelen. In het begin leek het zo'n mooi verhaal, ze had geluk gehad. Ze moest ze nog zichzelf bewijzen tegenover de rest. Dat ze het wel kon, dat ze de leden zou beschermen, de weg wijs maken, anderen overtuigen, en dat ze overtuigd kon worden. Dat ze de grootste kudde van DH zou worden? Dat zou het meest prachtigste zijn wat ze zich voor kon stellen, al wist ze dat de Dénali praktisch groot was, een groep erg actieve leden. Zij was daar één van. Ze hadden wel zestien leden toen ze er nog bij zat. Zéstíén, weet je hoe veel dat waren. Al waren een paar niet actief. En waar zij nu naar streefde, was een kudde, vol van actieve leden. Maar toch knaagde er nog wat in haar achterhoofd. Wat als de andere, slechte kuddes haar ook de oorlog zouden verklaren. Haar leden waren nog beschadigd van de oorlog. Ze zou een makkelijke prooi zijn. De Valkyrie, zou die hun slag slaan? Nee, dat was ronduit wreed. Maar ze waren ook wreed, zij begrepen dat niet. Of zouden ze zichzelf dan zwak vinden. Zouden zij haar aanvallen? Of zou de Horcrux opnieuw toeslaan, en haar zo weer van de aardbodem af vegen. Ze beet op haar lip, ze was niet bij de oorlog geweest, Remember wel. Ze wilde niet, ze wist dat hij gaande was, maar ze durfde niet. Ze wilde geen slagveld zien, ze wilde geen lijken zien. Ze had Mischa nooit gekend, maar aan de verhalen te horen, wist ze dat ze eervol was gestorven. Gestorven voor haar kudde, dat was één van de meest prachtige doden ooit. Ze had haar kudde met haar leven beschermd, dat wilde zij ook. Maar zou ze dat nog wel durven als ze in die zelfde situatie in de hoeven van Mischa had gestaan?
Nee, die gedachte schudde ze weg, ze moest niet zoveel piekeren. Ze was op weg naar de gebieden, ze moest de leden ontmoetten. Ze kende ze niet, nou, waarschijnlijk niet. Ze was nooit met de Quiet Sparkle in contact geweest. Wat nu ronduit dom was. In een stevige tred vervolgde ze haar weg. Ze probeerde aan andere dingen te denken, maar dat was moeilijk. Alleen de kudde, de kudde, en nogmaals de kudde vlogen door haar hoofd. Wat moest ze nu.. Ze wist het niet meer. Moest ze zich sterk houden. Wat nou als een leider haar riep, van de andere kuddes, van de slechte kuddes. Zou ze dan nog wel durven daar naartoe te gaan. Zou ze daar dan heen lopen, of zou ze als versteend blijven staan, of zelfs vluchten daarvoor. Wat zou ze doen? Wat. Aaargh! Ze werd gek van zichzelf, ze dacht constant aan de kudde, en aan de dingen die allemaal wel mis konden gaan, terwijl ze aan de dingen die góéd zouden gaan moest denken. Aan hoe groot en geweldig actief de kudde wel niet zou worden, dat ze oppermachtig zouden worden, maar daar kon ze toch niet aan denken? Ze was nu een watje. Waar was afleiding als je het nodig had!
Ze draafde aan, haar staart zwiepte als een zweep tegen haar flank om te versnellen. Haar hoeven werden lichtvoetig van de grond getild, en haar achterhand stond er goed onder. Ze was aangesterkt, haar ribben waren nu niet meer te zien, zoals dat wel zo was geweest. Haar leven was goed geworden, en dus had de merrie weer uitdaging gezocht, maar waarom dan een kudde, was dat niet teveel in één keer. Haar hoofd was redelijk hoog, haar oren stonden naar achteren, en draaiden als propellers in het rond als ze weer eens een geluidje hoorde. Een vieze smaak zat in haar mond, waardoor ze wat aan het smakken en het slikken was. Haar oren hadden het geluid van een stromend beetje gevonden. Ze maakte een overgang naar stap, en ze liep tussen een paar bomen door, waarna ze het vond. Ze glimlachte, en maakte nog een paar drafpassen en stopte toen voor het water. Het was een klein beetje, met helder water. Je kon de bodem van kiezelsteentjes door het water heen bezichtigen. Ze liet haar neus zakken, en dronk snel een paar slokken van het water. Ze moest verder, naar de gebieden. Het was immers nu haar kudde, ze móést haar leden zien. Ze hief haar hoofd, een paar verdwaalde waterdruppels op haar lippen vielen weer in het beekje. Haar motor startte weer. Ze draaide zich soepel op haar achterbenen om en ze draafde weer aan. Totdat ze een bekende geur opmerkte, en ze abrupt stopte. Nee, nee.. Dit kon ze nu even niet gebruiken. Ze schudde haar hoofd. Net wilde ze nog afleiding, maar dit was de verkeerde afleiding. Ze wilde weer verder gaan, maar als versteend was ze blijven staan. Wat deed ze, wat wilde.. Nee! Ze stapte achteruit. Vluchten voor hem kon ze niet, al wilde ze weer dat het goed werd. Wat moest ze nou, wat ging voor? Haar kudde, ja haar kudde. Dat zou hij wel begrijpen, toch? Maar ze wilde niet dat alles kapot ging, ze wilde niet opgeven. Ze wilde door, ze hadden een veulen. Maar.. Daesha was al in de kudde, dat wilde ze meteen, maar hij? Wat zou hij willen. Moest hij erbij, moest hij met haar zijn. Zoals het hoorde. Argh, waarom kreeg ze hem niet gewoon uit haar hoofd. Het was nog makkelijker om uit de Dénali te stappen. Ze vloekte zacht binnensmonds.
{{ Remember }}