"I'll be your trouble boy.
You'll be in trouble girl.
Keep a secret please, one for you, one for two.
I'll be your trouble boy.
You'll be in trouble girl."
Er zat al genoeg onzin in d’r kop, ze kon niet nog meer verdragen, nog meer op haar schouders dragen, al dat gedoe zat alles in de weg.
Met grote stappen stampte ze in het ruwe, zware zand en staarde levenloos voor haar uit, haar bui woester en alle gedachtes zonken diep weg, weg in het zand, weg van haar.
Zonder nog helder na te denken ging ze over in galop, een sprint- galop, zo hard als haar benen konden, zo hard als mogelijk was, doe dichter ze bij de zee kwam, hoe sterker de wind werd en harder aan haar manen en staart trok. Het zand vloog alle kanten op als haar hoeven de grond raakten, het werd meer en meer gemengd met zout blauw en modder bleef plakken in haar donkere haren.
De merrie galoppeerde schuin naar rechts, richting de zee, eerst spatte het witte schuim omhoog en dat ging al snel over in modderig water en daarna het echte koude water.
Haar manen wapperden woest in de wind, de wind blies wild tegen haar aan en liet tranen in haar ooghoeken brandden, zo snel ging ze.
De kleine merrie schrok op en stootte haar hoofd tegen een dikke tak die waarschuwend laag hing voor haar, verward keek ze om zich heen, wat deed ze hier? Was het een droom? Ging ze niet echt zo snel?
Na een paar tellen die als een eeuwigheid leken te duren kwam ze weer terug bij zinnen en rechtte haar rug, met- voor haar- grote passen verplaatste ze zich, tussen de bomen door, langs de struikjes en prikkende takjes.
Het gefluit van vogeltjes begon haar naarmate meer en meer te irriteren, ze wist niet waarom maar het waren gewoon van die kleine flut dingetjes die haar chagarijnig maken. Het was nou ook even zo dat ze niet de bui had; ze was verdrietig, in de war, geirriteerd en chagarijnig. Ze had even een hyper- active merrie of hengst nodig die haar vrolijk zou kunnen maken, een onbekend paard die alles weer even goed zou maken, al was het maar voor deze ene dag, het zou het beter maken.
Een diepe zucht ontsnapte uit de merrie en ze kon het gewoon even niet laten. Hoog steigerde ze, wild maaide ze met haar benen en luid begon ze te hinniken. Eenmaal weer neer gekomen riep ze; ,,Is daar iemand die me op kan vrolijken?”
Open voor iedereen die SS kan opvrolijken
You'll be in trouble girl.
Keep a secret please, one for you, one for two.
I'll be your trouble boy.
You'll be in trouble girl."
Er zat al genoeg onzin in d’r kop, ze kon niet nog meer verdragen, nog meer op haar schouders dragen, al dat gedoe zat alles in de weg.
Met grote stappen stampte ze in het ruwe, zware zand en staarde levenloos voor haar uit, haar bui woester en alle gedachtes zonken diep weg, weg in het zand, weg van haar.
Zonder nog helder na te denken ging ze over in galop, een sprint- galop, zo hard als haar benen konden, zo hard als mogelijk was, doe dichter ze bij de zee kwam, hoe sterker de wind werd en harder aan haar manen en staart trok. Het zand vloog alle kanten op als haar hoeven de grond raakten, het werd meer en meer gemengd met zout blauw en modder bleef plakken in haar donkere haren.
De merrie galoppeerde schuin naar rechts, richting de zee, eerst spatte het witte schuim omhoog en dat ging al snel over in modderig water en daarna het echte koude water.
Haar manen wapperden woest in de wind, de wind blies wild tegen haar aan en liet tranen in haar ooghoeken brandden, zo snel ging ze.
De kleine merrie schrok op en stootte haar hoofd tegen een dikke tak die waarschuwend laag hing voor haar, verward keek ze om zich heen, wat deed ze hier? Was het een droom? Ging ze niet echt zo snel?
Na een paar tellen die als een eeuwigheid leken te duren kwam ze weer terug bij zinnen en rechtte haar rug, met- voor haar- grote passen verplaatste ze zich, tussen de bomen door, langs de struikjes en prikkende takjes.
Het gefluit van vogeltjes begon haar naarmate meer en meer te irriteren, ze wist niet waarom maar het waren gewoon van die kleine flut dingetjes die haar chagarijnig maken. Het was nou ook even zo dat ze niet de bui had; ze was verdrietig, in de war, geirriteerd en chagarijnig. Ze had even een hyper- active merrie of hengst nodig die haar vrolijk zou kunnen maken, een onbekend paard die alles weer even goed zou maken, al was het maar voor deze ene dag, het zou het beter maken.
Een diepe zucht ontsnapte uit de merrie en ze kon het gewoon even niet laten. Hoog steigerde ze, wild maaide ze met haar benen en luid begon ze te hinniken. Eenmaal weer neer gekomen riep ze; ,,Is daar iemand die me op kan vrolijken?”
Open voor iedereen die SS kan opvrolijken