.x. Name .x.
Icari
.x. Age .x.
6 jaar
.x. Gender: .x.
Hengst
.x. Breed .x.
Icari is 3/4 Arabier, verder heeft hij KWPN bloed.
.x. Family .x.
Moeder; Corina, een driekwart arabier. Deze merrie is niet erg dominant, maar laat ook niet volledig over zich heen lopen. Ze heeft vele veulens gehad en is inmiddels 22 jaar.
Vader; Isarco, een hengst met zo’n 70% Arabieren bloed.
.x. What you will see in my reflection .x.
Icari heeft een schofthoogte van ongeveer 1.60 m en is voskleurig. Zijn manen zijn lang en zijachtig en dankzij het grote aandeel Arabierenbloed is hij elegant gebouwd. Zijn hoofd is wel wat grover gebouwd en mist het kenmerkende deukje. Er loopt een regelmatig bles over zijn voorhoofd, hoewel die vrijwel altijd bedekt is door zijn lange voorpluk. Zijn linker voorbeen heeft een sok, zijn beide achterbenen zijn halve witbenen. Enkel zijn rechter voorbeen heeft geen witte aftekening.
.x. There is no mirror who can show you this .x.
Je zou kunnen zeggen dat deze hengst het toppunt van nieuwsgierigheid is. Elke schittering, elk vreemde geluidje moet onderzocht worden. Natuurlijk vertoond hij ook het vluchtgedrag dat kenmerkend is voor zijn soort, maar als de situatie niet dreigend is zal zijn nieuwsgierigheid de overhand nemen.
Icari heeft een hart van goud, is altijd eerlijk en zal opkomen voor diegenen die het zelf niet kunnen. Daarnaast is hij trots en eerzaam, zo zal hij zelfs zijn vijand niet aanvallen als die zich niet kan verdedigen. Hij is letterlijk in staat om zijn vijand te redden uit drijfzand, om hem daarna in een eerlijk gevecht te verslaan.
Verder is Icari sociaal, maar heeft graag het hoogste woord. Dit gedrag vertoond hij meer in groepen, als je één op één met hem spreekt is hij vriendelijk en geduldig. Deze hengst heeft een zwak voor veulens, hoe jonger hoe leuker hij ze vind.
.x. History .x.
Icari is geboren in een grote kudde. Zoals je misschien wel zou verwachten waren de onderlinge relaties in deze kudde diepgaand en complex. Het beïnvloedde zijn leven voordat hij ook maar door had dat ze bestonden. Icari was drie maanden oud toen de situatie in de kudde escaleerde. De dominante hengst tolereerde niet langer dat zijn merries gedekt werden door andere hengsten. Isarco werd onmiddellijk belaagd en verjaagd uit de kudde. Corina was het niet eens met deze nieuwe, harde hand waarmee geregeerd werd. Samen twee merries, twee hengsten en Icari verliet de dappere merrie de kudde. Pardoes, een grote, zwarte merrie was drachtig, maar dat belette haar niet om desalniettemin de leiding te nemen. Icari was bijna een jaar uit toen Pardoes’ veulen werd geboren. Ze doopte het hengstje B-Boy en hij werd Icari’s beste maatje. Tegelijkertijd beviel ook Corina van nog een veulen, dit keer van een andere hengst. Icari’s halfzusje Nikina kwam zonder enige problemen ter wereld.
Hoewel de wereld om hem heen turbulent en onvoorspelbaar was, had Icari een gelukkige jeugd. Hij was zich niet bewust van de spanningen en gevaren om hem heen en dwaalde vaak af om alles te onderzoeken. Het feit dat hij B-Boy vaak meetrok in zijn wilde avonturen viel echter slecht bij Pardoes. Na hun zoveelste, hachelijke avontuurtje was voor haar de maat vol. De zwarte alfa merrie beviel hem de kudde te verlaten. Corina protesteerde natuurlijk, maar ze was opnieuw hoogdrachtig en kon weinig beginnen tegen de sterke, gezonde merrie. Icari had zijn hoofd geheven en Pardoes recht aangekeken. Hij was nu bijna twee jaar, sterk en wijs genoeg om op zichzelf te leven, vond hij. Hij suste zijn moeder, ze kon niet bij de kudde weg. Ze moest voor Nikina zorgen en voor haar nieuwe veulen. De anderen zouden haar beschermen. De vos verliet de kudde met een traan en een lach en trok toen de wijde wereld in.
Het tijd lang was Icari alleen maar aan het reizen. Hij verkende elk plekje dat hij tegen kwam, vocht tegen roofdieren en kwam zelfs sporadisch een andere kudde tegen. Deze ontmoetingen verliepen vrijwel altijd hetzelfde. De dominante hengst zag een jonge, gezonde hengst en verjoeg deze van zijn kudde. Je kon je dus wel voorstellen hoe verheugd Icari was toen hij een hengst van ongeveer zijn leeftijd ontmoette. Een Andalusiër, genaamd Agustin. De hengst was misschien een jaar ouder dan hij. Ze trokken samen door het land en voegden steeds meer leden toe aan hun kleine vrijgezellen groep. Agustin was een opschepper en een charmeur, Icari een haantje de voorste en flierefluiter. Samen voerden ze het hoogste woord en veroorzaakten ze de meeste peniebele situaties waar ze dan weer lachend uit ontsnapten. Ze leefden ruim drie en een half jaar samen. Af en toe verliet iemand hun kudde of kwam er iemand bij. Tot de dag kwam dan Agustin zijn zinnen op een echte kudde had gezet.
Het was een kleine kudde van vier merries en een hengst. Ze hadden het vijftal gezien toen ze in de avondschemering door het gebied trokken. Agustin keek vastbesloten neer op de kudde. “Ik wil die merries,” had hij bars gezegd. Icari knipperde verbaasd met zijn ogen en keek zijn vriend aan. “Agustin, wat zeg je nu? Wil je je eigen kudde? Ga je ons verlaten?” Het was een eenvoudige zin geweest, maar Icari had de strekking ervan meteen begrepen. Agustin keek hem doordringend aan en sloeg toen zijn ogen neer. “Het spijt me Iek, maar het word tijd dat we opgroeien.” De vos had hem alleen maar ongelovig aangekeken. Agustin draaide zich om en galoppeerde de heuvel af. Icari bleef daar staan en keek naar het gevecht tussen Agustin en de kuddeleider. Hij werd verscheurd tussen het verlangen dat zijn vriend zou winnen of verliezen. Als hij won was hij zijn vriend kwijt, maar een echte vriend zou hem toch een kudde gunnen? Zijn innerlijke twist was vrij nutteloos, want hij had geen invloed op de uitkomst van het gevecht.
Het duurde misschien wel een half uur, maar toen kwam Agustin als winnaar uit de strijd. Icari en de andere vier hengsten van hun vrijgezellengroep draafden naar beneden. “Gefeliciteerd,” had hij gezegd, terwijl hij probeerde enthousiast te klinken. Agustin keek hem eerst vol trots aan, maar toen werd zijn uitdrukking milder. “Ik zal je missen Beatle,” zei de Andalusiër, waarbij hij de bijnaam gebruikte die hij Icari lang geleden had gegeven. Icari grijnsde en omhelsde zijn vriend. “Het ga je goed,” zei hij, waarna de voskleurige hengst zich omdraaide en weg draafde. Die dag liet hij alles achter. Zijn kudde, zijn beste vriend, zijn vertrouwde leven. Hij was nu zes jaar oud, sterk en enigszins wijs. Het werd tijd voor een nieuw avontuur.
.x. Things you’d like to know .x.
.*. Icari wil graag een kudde vinden die hem ligt.
.*. Hij is verzot op appels, vooral zoete.
.*. Zijn lievelingskleur is blauwgroen, een kleur die maar zelden voorkomt in de natuur.
.*. Hij is gek op veulens en wil er graag één van zichzelf.
.*. Icari is een hopeloze romanticus.