Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Für Aegir.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Für Aegir. Empty Für Aegir. wo 18 jul - 21:51

Encantador

Encantador

De gele en oranje kleuren mengden zich samen tot een prachtige zonsondergang die de horizon elke dag weer kon sieren, tot genot van alle dieren die het konden bewonderen. Het was een teken dat het nacht zou worden. De wezens die zich het zich in de nacht comfortabel maakte, ontwaakten zodra het ligt die de zon de aarde verschafte was gedoofd. De dieren die genoten van het zonlicht gingen een plek zoeken waar ze konden slapen. Een plek die je beschutte tegen het 'onheil' van buitenaf. Een zachte wind waaide door de witte manen van de hengst die naar de vertoning van de zon te beschouwen. En op een andere manier bestudeerde hij het. Hoe was het mogelijk dat de kleuren zich zo door de hele lucht konden verspreiden, maar je kon ze nooit aanraken. Hoe dichter bij je kwam, hoe verder weg de zon leek te gaan. Waarom? Als de zon onder ging, wat gebeurde er dan met de aarde zelf. Die draaide weg, hij keerde zijn kont naar de zon. Maar waarom leek het alsof je niet dichterbij de zon kon komen. Als je verder liep, draaide de aarde intussen zo hard dat je het gewoon niet kon? Hoe hard je ook galoppeerde, de aarde zou dan als een gek gaan tollen? Dat was onmogelijk, de aarde zou je niet op je aan kunnen passen. Hij besloot er niet verder over na te denken, en enkel te kijken naar de illustratie van de zon, waar hij - afgezien de gedachten van zojuist - dol op was.
De zwarte tongen des duisternis likten om hem heen. Er was enkel nog wat vaags oranje aan de horizon te zien wat van de zonsondergang over was. Zijn oren draaiden wat in het rond bij het geluid van de nachtdieren die zo langzamerhand ontwaakten. Zijn staart werd met weinig kracht tegen zijn flank aan geworpen. Langzaam kwam zijn ranke lichaam weer in beweging. Hij was veel te iel voor zijn leeftijd, maar hij bekommerde zich er niet over. Hij had hoge benen en een tenger postuur. Zijn hals was daar in tegen wel wat dikker. Hij was niet zeer gespierd, maar trainingen zouden dan nog wel komen. Hij was ook klein voor zijn leeftijd, maar hij was dacht hij, zo bijna uitgegroeid. Maar toch werd hij toch vaak als 'knap' ervaren door de merries.
Zijn tred was lichtvoetig, zijn hoeven hoorde je nauwelijks tegen de grond aan komen. Zijn smalle, en redelijk puntige hoeven maakte ondiepe afdrukken in het mulle, zachte strandzand. De sterke geur van het zeewater, gemengd met verrotte vis drong zijn neusgaten binnen. Een geur die hij als walgelijk beleefde. Hij was hier enkel geweest omdat je dan een prachtig uitzicht had voor de zonsondergang. Hij versnelde zijn pas naar een vlot drafje. Zijn staart werd licht omhoog gelift en zijn oren draaiden zich naar voren. Hij zwiepte eens met zijn staart, nu krachtiger dan de vorige keer, en sprong aan in een proper galopje. Zijn hoeven kwamen met doffe ploffen weer terug in het zand. Het was wel zwaar galopperen, door het zand was het zeker moeilijker dan op gewone harde grond, die je bijvoorbeeld in het bos vond. Hij hield zijn hals op borsthoogte, zijn passen moesten nu wel krachtiger worden. Al prefereerde hij het galop waarbij hij lichtvoetig en vlot tussen de bomen kon zigzaggen. Hij was lenig, door zijn tengere postuur kon hij zich alle kanten op bewegen. Daarom wilde hij nu liever hier vandaan. De volgende keer zou hij een andere plek zoeken om de zonsondergang te aanschouwen. De heuvels was vast ook een goede plek. Maar het kon niet tippen aan de schittering die het opleverde in het zeewater. Dus waarschijnlijk zou hij zich niet aan die uitspraak houden en gewoon de volgende avond - als het helder zou zijn - weer op deze plek terugkomen.
Het leek steeds donkerder te worden. Een heldere maan, die je deed denken aan de vorm van een banaan, schitterde aan de hemel, met de duizenden sterren eromheen. Het waren de lichtjes in de duisternis. Degene die je naar huis leidden als je de weg kwijt was. Het enige geluid dat hij kon horen was het geplof was zijn hoeven, zijn ademhaling, de krekels, en als hij heel goed luisterde, kon hij zijn eigen hart onder zijn borstkas horen kloppen. Hij voelde hoe de wind frisser werd na mater het later werd. De temperatuur daalde langzaam. Zijn pas bleef in een regelmatig tempo doorgaan. Tot hij bijna de boomgrens had bereikt, leek hem iets te horen wat niet bij het tafereel hoorde van de voorgaande minuten. Hij remde af, draaide zijn oren in het rond. Waren dat zijn eigen hoeven, of die van een ander. Hij stopte, om er zeker van te weten dat het geluid niet afkomstig van hem was. Hij concentreerde zich op de geluiden van buitenaf. En hij wist het zeker, hij hoorde andere hoeven. Hij schudde zijn hoofd, waardoor het omhoogkwam. Zijn staart was nu hoog omhoog. Zijn oren strak naar voren gericht. Toen kwam er een schel gehinnik uit zijn mond rollen. Wat waarschijnlijk voor bijna iedereen onbekend was. Hij was immers nog maar een tijdje in het gebied genaamd Dream Horses. Hij zat dan wel in een kudde, veel vreemde paarden was hij niet tegen gekomen...

Voor Aegir // mooie titel eay dude.

2Für Aegir. Empty Re: Für Aegir. ma 23 jul - 3:43

Aegir

Aegir

Come away little loss, Come away to the water. To the ones that are waiting only for you.
Come away little loss, Come away to the water. Away from the life that you always knew.
Come away little light, Come away to the darkness. In the shade of the night we'll come looking for you.

Zijn ogen hadden weinig moeite met het scherp stellen van kleuren en vormen; meestal sliep hij overdag en was hij s ’nachts wakker. Hij onderdrukte een gaap, wierp zijn blik op de ondergaande zon. Een van zijn favoriete tijden van de dag; zonsondergang, een nieuwe nacht is aangebroken. Het geruis van het water haalde hem steeds meer uit zijn slaap, terwijl zijn ogen moeizaam knipperde. Het kleine beetje licht dat van de zon afkwam, was voor hem nog steeds té veel, té fel. Bij een lichtelijke beweging van zijn hoofd, het schudde van de grijze kop, kwam direct de confrontatie van gisteravond terug in zijn hoofd; Devadas. De laatste tijd genoot hij van de stemmen in zijn hoofd, goeie ideeën of opmerkingen kwamen meestal niet van zijn kant. Klakkeloos had Devadas haar vertrek duidelijk gemaakt; binnen nu en overmorgen zouden ze weg zijn; Devaraja had een nieuwe hengst gevonden. Vonden ze hem te saai? Niet moordlustig genoeg? Ze had hem overigens wel een reden vertelt; ze was zwanger. Je zou denken dat ‘stemmen’ in je hoofd geen kinderen konden krijgen maar ach, aangezien zijn stemmen toch al zo speciaal waren, waarom geen kinderen? Hij had er flink over na gedacht, uiteindelijk was hij met haar vertrek akkoord gegaan. Maar nu hij op stond, zonder die irritante stemmen in zijn hoofd, moest hij toegeven dat hij ze nu al behoorlijk mistte. Het maakte hem niet uit of hij een extra stem kreeg in zijn hoofd, uit eindelijk zou het kleine dier het toch niet overleven. Aegir spitste zijn oren en voordat hij het wist waren ze terug. ’Nee, toch niet’ Hoorde hij haar mompelen. En in de minuten daarna vertelde ze hem dat ze helemaal niet zwanger was geweest, ze had enkel een excuus gezocht om haar benen te strekken. Ze had hem vervolgens beloofd niet meer weg te gaan, nu ze had gemerkt wat voor een stom koppen er nog meer in dit gebied rond liepen. Hij voelde zich niet verwend nu de dieren terug waren; hij had zich immers nooit verwend gevoeld. Het hele gebeuren deed hem aan iemand anders herinneren; Skrillex.

’Ach, toe nou Aegir’ sprak de bonte merrie terwijl ze verleidelijk met haar staart langs zijn borst gleed. Maar Aegir voelde niks, geen gevoelens voor merrie, niks. ‘Je weet dat ik hem niet wil, geen bonte hengst boven zo’n prachtige als jij’ Hij negeerde de flirterige ondertoon in haar stem, negeer haar, negeer haar, was het enigste wat door zijn hoofd galmde. ‘Toe Aegir, je weet dat ik altijd al gevoelens voor je heb gehad en niet voor die gevlekte koe’ Ze spuugde de laatste woorden uit alsof ze het zojuist had gehad over haar grootste vijand, maar daar was niks van waar. Die ‘gevlekte koe’ was immers haar man. De reden dat ze nog geen veulen hadden? Hij wist het niet. Het interesseerde hem ook niet, maar waarom moest Zaz dan hem gebruiken om aan haar trekken te komen? Na nog een aantal smeekpogingen sloeg hij zijn ogen neer op de merrie. ‘Nee Zaz.’ Was het enigste wat hij uitbracht. Het was nors, maar dwong de merrie meteen terug op haar plaats. Ze zuchtte, sprak uiteindelijk; ‘oke dan’, waarbij ze haar staart nogmaals langs zijn borst liet glijden en vervolgens stapte ze snuivend weg. Vervolgens was hij naar zijn beste vriend vertrokken, die hem met open armen in ontvangst nam. ‘Ehm.. Skrix’ had Ae’ vervolgens gemompeld. ‘Ik wil het met je hebben over Zaz’ En direct begonnen de pret lichtjes in Skrillex zijn ogen te twinkelen. ‘Is ze niet geweldig? Ze gaat me een bont veulen geef, Ae’ Hij wierp zijn glimlach op de lucht. ‘Ik ga een bont veulen krijgen’ verzuchtte hij. Het kwam omdat Skrillex een van de weinige bote was in hun familie, dus het was vrij wel een groot geluk mocht het veulen een bonte zijn. ‘Ehm..’ waren de woorden die Ae’s mond vervolgens weer verlieten. ‘Skrix, je chick probeerde met te verleiden man, ze ging zo van; ‘Aegir, je weet dat ik altijd al van je hebt gehouden, dek me’ Waarbij hij zijn staart langs zijn beste vriend zijn nek liet glijden. Gelijk stapte deze achteruit met een gesnauwde; ‘gatverdamme’ Maar toen Aegir dacht dat zijn vriend het over de merrie had, had hij het over hem. ‘Doe niet zo laf, Aegir. Je probeert mij en Zaz uit elkaar te krijgen. Omdat je zelf niet aan je trekjes kunt komen.’ De hengst snoof hard, waarbij Aegir snel zijn blik op de grond wierp. ‘Wacht dat je nou? ‘Oh laat ik eens kijken wat er gebeurt als ik op een gevlekte merrie duik?’ Lieg niet tegen me, ezel!’ De woorden werden een voor een afgevuurd maar raakte Aegir niet. Geen enkel gevoel speelde op; geen schaamte, geen trots, niets. ‘Gedraag je nu eens volwassen Ae’, je kunt niet elke merrie krijgen die je leuk vindt. Vrouwen zijn geen speeltjes’ En bij die woorden kwam Skrillex plotseling omhoog en sloeg met zijn voorbenen richting de grijze hengst onder hem. ‘Zaz heeft me alles vertelt; je hebt haar verkracht!’ Snel schoot Aegir opzij, waardoor de andere hengst uit balans vloog en viel. En daar lag zijn beste vriend dan; het bloed sijpelde uit zijn been. Maar het enigste wat in Aegir’s hoofd ging was; vlucht. Vlucht nu het nog kan. En dat had hij gedaan.

Nog steeds voelde hij zich niet laf; hij had immers de waarheid verteld. Zaz had vervolgens alsnog een veulen gekregen maar niet van Aegir noch van Skrillex. En dat had zijn beste vriend goed gedaan, een goeie klap van de realiteit. Hij snoof, vaagde de gedachtes aan de merrie en zijn beste vriend langzaam weg. Vol vertrouwen in zichzelf bracht hij zich voort door het gebied; De zee. Een stel voetgetrappel haalde hem algauw uit zijn dagdroom en maakte hem klaar wakker. Klaar wakker voor nieuw avontuur. De geur van een onbekende hengst vloog algauw zijn neusvleugels binnen, wat hem nog meer alerter maakte voor de bewegingen om hem heen. Maar er was geen spoor van bloed of angst te bekennen. Geweldig; het dier was dus nog heel. ’Zeg eens hengst, wat doet een mooiboy als jij hier, je komt toch –‘ Het was alsof iemand een baksteen naar zijn hoofd had gegooid; hij herkende de hengst. Maar waar van? Wie was het? Hij wist het niet. ’Iets zegt me dat hij zo familie zou kunnen zijn’ Het klonk twijfelend maar bracht wel een idee bij hem op; hij had familie. Ergens, ver weg. Een broertje? Misschien. Hij schraapte zijn keel, begon opnieuw; ’En wie mag jij dan wel niet wezen?’

[8. Laf]

3Für Aegir. Empty Re: Für Aegir. ma 23 jul - 6:54

Encantador

Encantador

‘Je begrijpt het niet Abbervail! ’ snauwde hij naar de hengst. Hij ijsbeerde heen en weer. Hoe kon het waar zijn, hoe was het mogelijk! Hij kneep zijn ogen dicht. Zijn keel begon zeer te doen, hij klappertande bijna van de shock. Was Ysabeau al die tijd op hem verlieft geweest? Al de hoop, alles was nu in één keer weg. Alle liefde die hij had, maakte plaats voor vedriet en haat. Het ooit, altijd zo liefdevolle en vrolijk paard, was nu op dit moment, een haatdragend monster. ‘Hoe kun je Abbervail! Was het niet zo duidelijk! ’ schreeuwde hij nu door zijn tranen heen. Hij keerde zijn hoofd weg, weg van de donkerbruine, met appeltjes bezaaide hengst. Zijn beste vriend was nu ook niet meer zo gelukkig. ‘Wat is er En, ben je niet blij voor me?’ vroeg hij verward. En opeens leek het allemaal op zijn plaats te vallen toen Encantador hem met een mengeling van woede en verdriet hem aankeek. ‘Nee,’ was zijn antwoord. Hij schudde zijn hoofd. Ongelovig keek hij zijn vriend aan. Een mengeling van gevoelens was in zijn ogen af te lezen, maar hij kon het niet zien. Verblind door emoties. ‘Dat wist ik niet, écht niet!’ probeerde Abbervail het goed te maken. Hij wilde dichterbij komen, om hem te troosten, maar dat wees Encantador af. Opeens werd de woede en haat hem meester, en sprong hij op de hengst af. Abbervail gilde verwoed. ‘En! Ben je helemaal gek geworden!’ riep hij hard. Encantador antwoordde niet. Het enge wat hij wilde was hem op het moment pijn doen, net zoals hij hem pijn had gedaan. Abbervail en Encantador rolden weer over de grond, dit keer niet uit plezier. Toen bloed uit de mondhoek van Abbervail kwam stromen, was alles in een keer weg. Ongelovig van zijn eigen kracht sprong hij opzij. Abbervail had zoveel mogelijk weerstand geprobeerd te bieden, tevergeefs. Tranen, nu van ander verdriet stroomden nu over zijn wangen. ‘Wat heb ik gedaan!’ hij rende naar het lichaam van zijn vriend, maar hij was woedend geworden. ‘Blijf uit m'n buurt!’ schreeuwde hij. Encantador wist niet was hij moest doen. Als versteend bleef hij staan. Uiteindelijk kwamen enkele omstandigers dichterbij. Hij keek in de ogen van Abbervail. Hij leek niet heel woedend of verdrietig te zijn. Nee, de blik in de ogen deed hem nog meer pijn dan dat. In zijn ogen stond teleurstelling.

Misschien had hij veel te wreed gereageerd op het incident, maar hij was niet meer meester van zijn eigen brein. Dat was erg beangstigend geweest. Hij kon er niks aan doen. Uiteindelijk had Abbervail hem wel vergeven. Gelukkig, hij was bang dat hij en zijn beste vriend, geen vrienden meer konden zijn door zijn eigen domme schuld. Maar hij was later toch vertrokken, en hier heen gekomen. Hij miste zijn vrienden wel, hij miste de aandacht van de merries. Maar toch had Dreamhoreses hem sterker gemaakt, veel sterker. Hij zag er nu ook veel gespierder uit. Hij was anders dan het schriele hengstje dat hier was aangekomen, amper volwassen, nog aan het na puberen. Hij was nu volwassener, en sterker. Daar was hij trots op. Geen woede, angst of verdriet zou nu nog zijn lichaam besturen. Hij had zijn eigen, sterke geest ontwikkeld. ’Zeg eens hengst, wat doet een mooiboy als jij hier, je komt toch –‘ Hij kapte zijn zin af. Al het zonlicht was al weg, maar hij kon de aftekeningen en het silhouet van de hengst duidelijk zien. Mama? Een verbaasde uitdrukking kwam op zijn gezicht te staan. Hij staarde als versteend voor zich uit. Nee, toch niet? Jaa, misschien wel. Hij wist het niet!
’En wie mag jij dan wel niet wezen?’ De zin drong eerst helemaal niet tot hem door. Had hij nog familie, had zijn moeder nog familie? Hij zag zijn moeder duidelijk naar voren komen in dit plaatje. Opeens besefte hij dat de hengst hem iets had gevraagd. ‘Uuhh, ja, mijn naam is Encantador,’ zei hij toen een beetje zenuwachtig. ‘En jij?’


9. Wreed
Flut D:

4Für Aegir. Empty Re: Für Aegir. wo 25 jul - 22:04

Aegir

Aegir

De hengst leek op zijn moeder; ze hadden de zelfde contouren en die grijs-zilver achtige kleur. Zijn moeder had hem nooit geïnteresseerd, ze kon zich behoorlijk verveeld gedragen. Ze had net zoals de meeste tiener last van iets; bij haar was het verzamelen. Hoewel ze geen tiener was, moest ze alles hebben wat klein, jong en speciaal was. En zo was het met Aegir begonnen. Zodra hij geboren werd liep ze met hem te pronken, alsof ze zojuist een goudstaaf had gevonden, maar toen hij zijn één-jarige leeftijd bereikte; was het over. Zijn moeder moest en zou een nieuwe baby krijgen; al was het van een andere hengst. En dat gebeurde ook; zijn moeder raakte drachtig van een andere hengst en liep vervolgens met haar dikke buik te pronken. Aegir? Soms dacht hij dat ze niet eens wist dat hij nog bestond of dat ze überhaupt nog wist dat ze een zoon had, die toevallig Aegir leek te zijn. Hij had het nooit gesnapt; het veulen was grijs geweest, de zelfde kleur als hij, maar volgens zijn moeder was zijn broertje ‘anders’. Zijn vacht glom meer en dat bleek iedereen te weten te waarderen. De merries doken op zijn kleine broertje af, terwijl Aegir altijd een van de weinige schimmels was geweest. Niet dat het hem wat uitmaakte dat de vrouwen waren gevlucht; maar ergens begon het hem te steken. Misschien jaloezie om de merries, misschien omdat de kleine hengst zijn moeder had ingepikt. Zijn vader; die had hem nooit geamuseerd. Zijn moeder had verteld dat hij was gevlucht naar de geboorte; hij had Aegir en Fealyn achter gelaten voor zijn moeder. Fealyn was in het begin al meteen bitter geweest; haar moeder hield niet zo van meisjes. Dus had Fealyn dag in, dag uit een masker op haar gezicht geplakt, maar zodra ze eenmaal bij hun moeder weg waren, had ze haar moeder half uitgekotst. Hij begreep haar; het was toch iets wat je nodig had, een beetje moeder. Maar nee, alle aandacht ging naar het nieuwe veulen en daar bleef het bij. Zelfs toen het dier zijn één-jarige leeftijd bereikte, hield zijn moeder nog steeds van hem en zover Aegir gehoord had, had zijn moeder ná het mormel geen veulens meer gekregen. Aegir had net als Fealyn een masker opgezet; hij wist enkel dat zijn ‘broertje’ dezelfde vacht had. Verder wist hij niks; wie de vader was? I honestly don’t know. De naam van het zilver-grijze veulen? Thá heck ya’asking me?’. Nee, het respect voor het veulen was als zijn respect voor zijn moeder; noppes, nada. De hengst voor hem trok een verbaasd gezicht, iets wat Aegir gelijk met zijn ogen liet rollen. Hij kreeg nu al zin in dit avontuur; not. Toen Aegir vroeg om de hengst zijn naam, stond de hengst hem maar een beetje aan te gapen. Ohgod, het beest was toch niet doof? Slecht horend? Gehandicapt? Whút. Hij had het idee dat het beest zijn mond elk moment kon opvallen, maar dat gebeurde nog net niet. Eindelijk leek het tot de hengst door te dringen dat Aegir wat gevraagd had en zenuwachtig klonk zijn stem; ‘Uuhh, ja, mijn naam is Encantador,’ Alsof hij elk moment uit elkaar kon springen van de spanning. Wat was er zo eng? Vluchtig wierp Aegir een blik achter zich, maar begreep het algauw. Híj was eng. Hij kon de hengst toe snauwen dat hij niet bijtte, maar dat misschien wel van plan was, maar dat deed hij niet. Hij zou zijn tijd niet verspillen aan zielige dreigementen. ‘En jij?’ Aegir rolde nogmaals met zijn ogen, ‘en jij?’ bootste zijn stem na zijn hoofd. ’Aegir’ Gooide hij het dier toe, zijn stem leek het bijna te snauwen, maar hij hield zich rustig. Dus snoof hij hard om zijn agressie een beetje kwijt te kunnen. Hij had twee keuzes; of hij vroeg de hengst óf hij zijn naam herkende en ze familie waren, of hij deed helemaal niks. Toch stond de eerste optie hem meer aan. ’Zeg, tovenaar. Wij zijn toevallig geen familie hoop ik?’ Sprak zijn rauwe stem emotieloos, terwijl hij zijn blik over de hengst liet glijden. Op Aegir’s gezicht was het duidelijk af te lezen; hij zou nog liever achter volgt worden door een kudde draken, vervolgens aangevallen worden door Nar en in stukken gescheurd worden door de gehele slechte kudde parade, dan dat hij familie was van de hengst. Hij moest er niet aan denken. Toch deed de hengst hem ergens aan denken; zijn moeder. Oh, báh.

[23. 750 woorden]

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum