Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

I will paint the walls with my brains. [Aegir]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Fealyn

Fealyn

Ze had zijn hart in duizende stukken gebroken nadat ze had gezegd niet meer verder met hem te gaan, aangezien hij geen veulen met haar wilde. Zulke hengsten hoefde ze niet, want liefde bestond niet in haar wereld, hengsten waren er voor het vechten en voor het maken van nakomelingen, in haar ogen dan. Fealyn smeet haar hoofd in de lucht, drukte haar oren naar achter en hing passief met haar lichaam tegen een grote boom, die overigens heerlijk aan het rotten was, vandaar die stank hier. Snibbig snoof ze eens, draaide haar hoofd naar de zijkant en keek met eens steenharde blik richting een hulpeloos konijntje, maar liet hem in leven. Zo ziek was ze niet, om konijnen te gaan vermoorden, ze pakte wel een grotere prooi, hoe groter de uitdaging dan was en hoe langer je bezig was. Dan kon ze tenminste genieten, want op dat miezerige konijntje hoefde ze alleen maar te gaan staan en die was de pijp uit. Kalm deed ze een stap naar voren, spande haar spieren aan en maakte een overgang naar een draf, haar hoeven stootte steentjes weg en haar gevoelige neus zocht naar geuren, die al snel haar neusgaten in kropen. Rustig maakte ze een overgang naar stap, richtte haar blik op de lucht en zag hoe de donkere wolken zich samen plakte als een zwarte deken, die paarden waarschuwde dat er vreselijk noodweer aan zat te komen. Toch bedacht ze zich geen enkel moment en stapte weer voort, haar ogen gericht op de schim die naderde, waarvan ze wist wie het was. Haar broer Aegir was hier ook, maar onderweg naar hier waren ze elkaar kwijt geraakt door een gigantische onweersbui, dus ze zouden elkaar hier vast weer tegenkomen en dat was ook gebeurd. Met een hatelijke blik bekeek ze de hengst, verzachtte hem vervolgens en snoof arrogant. `Aegir. Fijn dat we elkaar weer tegen het lijf lopen.` Klonk haar honingzoete stem, die toch iets mysterieus en zwaars bevatte. Kort gleden haar ogen nog even over het lichaam van haar broer, die vol met littekens en oude en verse wonden zat, wat ook zo bij haar het geval zat. Blijkbaar vocht je meer als je slecht was, maar daar maakte ze zich niet zo druk om welk geaardheid dit en dat meer deed. Het kon haar eigen vrij weinig schelen, ze bemoeide zich absoluut niet met andermans leven en leefde als het ware in haar eigen wereldje samen met haar broer. ~

Like a Star @ heaven Pff, lang geleden dat ik een slecht paard heb gespeeld. Aegir hiero!

Aegir

Aegir

Zware stappen werden gezet. Krakend veerde de grond onder zijn hoeven. Aegir hief zijn hoofd en snoof, luidkeels, zwaar geïrriteerd. Het was Fealyn´s idee geweest om hier heen te komen. Hij had haar afkeurend aangekeken, haar gek gevonden. Wat zouden ze hier uberhaupt moeten doen? Haar antwoord vaag geweest, had hem weinig geintresseerd. Hij schudde zijn hoofd even en stapte ongeduldig verder. Onweer, iets wat hem normaal plezierde, had nu voor iets vreselijks gezorgd. Nu was hij alleen, zonder zijn irritante zus. Achter dat vreselijke masker, was er iets. Maar nu had hij geen zin om daar aan te denken, hij moest haar vinden. Hij draafde aan, zijn zwarte ogen gleden langs de grond, op weg naar de geur die hij enkele meters eerder had geroken. Mogelijk zijn zus, de geur was nog niet al te sterk. Na een paar draf passen gleed een berg voorbij en werd de geur feller, sterker. Zijn schaduw vormde een grotere hij op de berg. Hij leek wel een monster met zijn manen alle kanten op, de wonden die zijn lichaam vulden met een verschrikkelijke pijn. Zijn mond voelde droog aan, een zuch verliet zijn mond. Hij had nu al enkele dagen niet geslapen, gedronken en geen voedsel gehad. Dat hij dat uberhaupt nog kon volhouden. Maar hij was sterk, van zichzelf. Niet dat hij ooit de opvoeding had gehad en geleerd had sterk te zijn. Nee, hij was gedumpt als grofvuil, met zijn zus. Alles hadden ze samen moeten doen, leren. En nu was hij haar kwijt, een stukje van zijn leven. Hij snoof nogmaals. De geur. Zo bekend. Zijn laatste drafpassen waren groot en krachtig en hij spande zijn spieren aan toen hij een overgang maakte naar draf. Een honingzoete stem antwoorde zijn binnenkomst. `Aegir. Fijn dat we elkaar weer tegen het lijf lopen.` Hij liet zijn ogen even over haar lichaam glijden en keek toen naar haar hatelijke blik. Eerlijk gezegt had hij totaal geen zin om te antwoorden maar toch opende hij zijn mond en liet enkele woorden over zijn tong rollen, richting zijn zus die hem bekeek. ''Fealyn. Je hebt het dus overleefd, helaas'' klonk zijn plagerige stem. Hij schudde zijn hoofd even. Hij zou nooit en te nimmer toegeven dat hij haar had gemist, dat maakte hem zwak.

~ Sorry voor mijn uberslechte post.

Fealyn

Fealyn

Een spottende lach ontsnapte uit haar mond en afkeurend schudde ze haar edele hoofd, terwijl ze verleidelijk maar haar ogen knipperde en haar blik vervolgens verharde. `Serieus. Hou nou maar op met dat masker opzetten, want ik weet dat je me gemist hebt.` Grinnikte ze plagend, waarna ze haar voorpluk uit haar gezichtsveld schudde en haar voorbeen even optilde, en hem daarna zwaar geirriteerd terug tegen de grond liet komen. Fealyn trok haar blik van haar broer af, liet hem door haar omgeving glijden en zuchtte eens diep, terwijl haar ogen zich weer sperde. Dit was de plek waar ze thuishoorde, want hier waren veel meer gebieden voor de slechte paarden dan op het gebied waar ze eerst waren. Al snel gleed haar blik weer naar Aegir, die dit keer een andere blik had dan voorheen. `Zullen we onze reis voortzetten? Heb geen zin om hier de hele tijd te gaan staan en elkaar aan te staren, want daar schieten we toch niets mee op.` Klonk haar stem, die ditmaal nog wat zwaarder klonk als voorheen, maar het zoete toontje had zich er zeker tussen vermengd. Ook wilde ze verder aangezien ze aardig veel honger en dorst had, tijdens de reis had ze absoluut geen rust gevonden en dus ook geen eten kunnen zoeken, de onweer had haar dit keer weinig goed gedaan en de laatste tijd stoorde ze zich er steeds meer aan. Misschien omdat het steeds vaker voorkwam, ze wist het niet helemaal. Fealyn sloeg haar staart nijdig tegen haar slanke lichaam, die tevens enorm gespierd was en vol littekens zat. Met een vragende blik keek ze haar broer in de ogen, wachtend tot hij zou zeggen dat ze konden vertrekken en de rest van het gebied en landschap konden verkennen. Ze vond het immers altijd wel fijn om te weten welke paarden er in hetzelfde gebied als haar leefde. Hoe de goedzakken zich hier gedroegen en wat de slechte paarden hier in hun vrije tijd uitspookte. Niet dat ze zich aan hun aan ging passen, want ze deed toch altijd waar ze zelf zin in had en niemand hield haar tegen, zelfs haar bloedeigen broer maakte niet uit wat zij deed.

Aegir

Aegir

Aegir wierp zijn blik enkele seconden om het zijne, vervolgens het hare en toen naar de lucht. Een spottend lachje klonk uit haar mond, maar hij hield zijn ogen op de lucht. Hij wist nu toch al wat ze deed en wat ze zou gaan zeggen. `Serieus. Hou nou maar op met dat masker opzetten, want ik weet dat je me gemist hebt.` Haar plagende toon veraste hem, eveneens als de woorden. Hij kende zijn zus dus toch iets minder goed dan dat hij dacht. Een glimlach vormde rond zijn mond. Even gleed zijn blik naar de merrie toen er dof geluid klonk; ze had haar been opgetilt en vervolgens weer laten vallen. Hij schudde zijn hoofd even, verandere zijn brede grijns in een neutraal gezicht en luisterde naar de volgende woorden die ze te zeggen had. `Zullen we onze reis voortzetten? Heb geen zin om hier de hele tijd te gaan staan en elkaar aan te staren, want daar schieten we toch niets mee op.` Hij was nooit een spreker geweest, meer van het doen. En aangezien hij zich vaak verveelde en spreken nog saaier vond dan gewoon helemaal niks doen, besloot hij dit keer het roer om te gooien en mee te praten. Naja, te antwoorden. Een spottend lachje klonk uit zijn mond. Ze waren dan geen een eiige tweeling maar ze waren niet verkeerd om te zien, al zei hij het zelf. ''Weetje. Voor eens in je leven, heb je gelijk. Laten we verder gaan'' hij knikte even, moedigde haar aan om verder te lopen en zetten zelf alvast een paar stappen.

~ Flutje.



Laatst aangepast door Aegir op za 30 jul - 7:02; in totaal 1 keer bewerkt

Fealyn

Fealyn

De woorden van haar broer verbaasde haar, want normaal was hij nooit zo attend. Onbegrijpelijk hoe een paard zo enorm kon veranderen in een korte tijd, kort grinnikte ze om haar eigen gedachtes en stapte samen met Aegir over het enorme gebied, het zal wel lang duren voordat ze de grens naar een ander gebied hadden gevonden. Maar ooit zouden ze er natuurlijk komen, hoe lang dat ook zou mogen duren. Fealyn liet haar hoofd wat zakken, trok een aantal verdwaalde sprieten uit de grond en snoof her en der geirriteerd aan de grond als er geen enkel voedzaam sprietje uit stak. Tot nu toe beviel het haar niet, er was geen groot gras veld te bekennen of een beekje met wat schoon drinkwater, wat blijkbaar schaars was in dit gebied, water en eten. Rustig maakte ze een overgang naar draf, lette niet helemaal meer op haar broer en ging opzoek naar eten, liet haar neus haar de weg wijzen en kwam al snel bij een klein veldje waar wat kort, droog gras op stond; maar het was iets.
Al snel zag ze haar broer aan komen, terwijl zij al een hoop had gegeten en alweer opzoek was naar een klein beekje, want dorst had ze ook ontzettend en haar broer vast ook. Honger had ze iniedergeval niet meer zoveel. Fea spitste haar oren, keek even rond en richtte haar blik op haar broer. `Water is hier vast niet, maar dat komen we nog wel tegen.` Merkte ze droogjes op, terwijl ze met haar mond smakte en voelde hoe droog hij was. Shit, ze had echt dorst. Briesend schudde ze haar lichaam en keek richting de lucht, druppels vielen eruit en landde op haar neus, geirriteerd schudde ze haar lichaam nog eens en snoof snibbig. Niet weer regen, dat had ze de afgelopen dagen al meer dan zat gezien.

Aegir

Aegir

Hij voelde zich vies,hij was ook vies. Maar eigenlijk maakte het hem niet uit. Nee, hij vond bloed niet vies. Het was meer dat hij zich anders voelde, in dit vreemde gebied. Het veranderde hem, zijn gedachtes. Mygod, hij zou toch geen goedzakje worden. Nee, dat zou nooit geburen. Abrupt stond hij stil, hief zijn hoofd en dieuwde zijn neus hoog in de lucht. Hij snoof even. Niks te zien, gelukkig. Zijn zwarte ogen gleden door het gebied, opzoek naar iets. Iets dat er niet was. Iets dat hij zich kon verbeelde dat het er was. Zolang hij maar niet hoefte praatten, vond hij het best. Stapvoets liep hij achter zijn zus aan, die af en toe naar de grond loerde, op zoek naar eten. Zij had dus ook honger. Als hengst was het zijn taak, als grote broer was het zijn taak de merrie tevreden te houden, te voederen. Fealyn smakte even om te laten zien hoe dorstig ze was. . `Water is hier vast niet, maar dat komen we nog wel tegen.`. Een grijns vormde rond zijn mond toen het begon te regenen. Hij wist dat zijn zus machtig was, elke hengst was aan haar vertrouwd. Maar dat ze zo machtig was om het te laten regenen. Nee, het was gewoon puur geluj. Hij moest zichzelf geen onzin voor het beeld halen. Hij schudde zijn hoofd en mompelde ''Water valt uit de lucht'' het was een stomme, droge opmerking. Maar hij bedacht zich dat als het verder, hard, zou regenen, er mogelijk een plas zou ontstaan waar ze konden drinken. Water. ~

~ Woessh. Misschien hou ik toch wel van 'm.

Fealyn

Fealyn

Al snel legde ze haar oren wat verder naar achter, om te voorkomen dat het koude water haar oren in zou lopen. Ook vernauwde ze haar ogen iets, schudde om de zoveel tijd haar hoofd even om de druppels eraf te smijten en zo geen jeukend gevoel te krijgen, want dan zou ze haar hele hoofd weer kapot schuren. Fealyn draaide haar hoofd naar haar broer, greens even kort om zijn woorden en schudde vervolgens een keertje met haar lichaam. `Briljante opmerking.` Sprak ze snibbig, waarna ze een paar stappen naar de zijkant deed en richting de lucht keek. Het zou nog een hele tijd duren voordat de regen afgelopen was want de lucht werd enkel donkerder en donkderder. Een zwarte deken had het hele gebied bedekt en zorgde ervoor alsof het nacht was, wat Fealyn geen enkel gevoel bezorgde. Slechte paarden zouden in hun broek schijten voor dit weer, maar af en toe genoot zij er alleen maar van. Op dit moment overigens niet, die onweer was ze spuugzat geworden aangezien ze die al 3 dagen zag. Nadat ze even goed had rondgekeken zag ze al een klein plasje liggen, meteen draafde ze erop af en nam een paar slokken. Het heerlijke gevoel van een niet droge keel stroomde door haar hele lijf en ze wenkte dat er ook nog wat over was voor Aegir, dan hadden ze tenminste iets gedronken en konden ze weer verder met hun reis. Ze wilde niet al te lang op een plek blijven, dan ging ze zich stierlijk vervelen en natuurlijk wilde ze weten wat voor paarden hier allemaal waren. Goedzakken zaten er zowiezo, dat had ze allang gehoord van paarden die hier ooit geleefd hadden. Ook haar vader zou hier ergens moeten zijn, maar wat zijn uiterlijk en geaardheid was wist ze niet. Wat maakte het eigenlijk ook uit? Alsof ze haar vader weer wilde zien, vooral niet als hij een goedzak was. Bah, dan zou ze hem alleen maar af willen maken.

Aegir

Aegir

Hij liet zijn ogen even rollen en snoof. Uiteraard had zijn zus zich veranderd aan het weer. ''Bang voor water?'' hij grinnikte even. Waarschijnlijk zou hij nu een opmerking naar zijn hoofd geslingerd, maar dat intresseerde hem niet. `Briljante opmerking' was haar opmerking. Hij grinnikte nogmaals en stapte rustig verder. Ongevreesd voor het water, genoot er enkel van. Hij stopte even, duwde zijn hoofd omhoog, zijn mond open en ving enkele druppels op. Niet genoeg om zijn dorst te lessen, maar genoeg om hem hoop te geven dat hij ooit nog eens een gevulde maag zou krijgen. Fae' draafde naar een plas en begon te drinken. Hij glimlachte en volgde zijn zuster. Ze wenkte naar hem, moedigde hem aan. Haar blik vertelde hem dat ze nog wat over had gelaten voor hem. Hij glimlachte, knikte haar als een soort bedanking en nam toen een paar slokken. Genoeg. Een stem vertelde hem dat hij nog wat moest overlaten, voor haar. Hij snoof even, slikte het heerlijke water in en wenkte haar toen. Hij deed een stap opzij om te laten zien dat hij niet meer hoefde, ookal gloeide zijn keel nog steets. Maar zij had het nodig. Zij was nog het enigste wat hij had, hij stierf liever zelf dan dat hij haar verloor. Hij keek even naar haar. Zou hun vader op hun lijken, de reden waarom ze hier waren gekomen. Zou hij een schimmel zijn, net als hun? Of was hij bruin? Hij schudde even zijn hoofd, vragen die nu onmogelijk te beantwoorden waren. Hij had zichzelf wel eens voorgesteld dat hun vader hetzelfde was als hun, slecht en hun nog meer zou leren. Als ze hem zouden vergeten. Maar het was Fea's reactie dat hij mogelijk ook goed kon zijn. En dat zou alles veranderen.

Fealyn

Fealyn

Met een vragende blik keek ze naar Aegir toen hij vroeg of ze bang voor water was. Wist hij dan niet beter? Fealyn was bang voor niemand, zelfs niet voor de dood dus wat lulde hij? `Ik ben bang voor niks Aegir. Hoevaak heb ik je dat al verteld?` Siste ze tussen haar tanden door, terwijl even rondkeek om te kijken of er eventueel nog andere plassen lagen. Hele kleintjes, maar daar ging ze echt niet uit drinken nu. Voor de reis naar een grote rivier waar je zoveel kon drinken als je wilde, had ze voor nu genoeg gehad. Fealyn keek hoe haar broer dronk, toch nog wat overliet voor haar en zij haar hoofd liet zakken en de laatste beetjes naar binnen slurpte. `Zullen we verder gaan?` Vroeg ze kalm, terwijl ze haar oren naar achter duwde toen er wat geritsel in de bosjes hoorbaar was. Waarschijnlijk een miezerig irritant beest, al snel trok ze haar aandacht van het bosje af en liet het weer naar Aegir glijden, wachtend tot hij zou zeggen wat hij wilde. Doorgaan of hier wachtten tot er meer plassen zouden liggen. Als het aan Fea lag zouden ze hun reis voortzette, ze wilde graag meer over dit gebied te weten komen en nu al een reputatie opbouwen. Jup, ze wilde graag bekend zijn bij iedereen en daar zou ze ook alles aan gaan doen. Maar zo moeilijk zou dat niet moeten zijn als ze gehoord had hoe bekend hun vader was, toch? Een zachte grinnik kon ze niet onderdrukken en met een brede grijns op haar smoel zette ze haar reis voort. Wat Aegir deed kon haar op dit moment weinig schelen, de merrie maakte een overgang naar draf en wachtte een eindje verderop tot haar broer bij was, want Fealyn ging verder. Zij wilde meer weten over het gebied waar ze de rest van haar leven door ging brengen.

Aegir

Aegir

Een waterdruppel gleed langs zijn ogen en leek hem doen tranen. Hij schudde verward zijn hoofd, hij wilde niet zwak zijn. Niet zwak lijken. Ergerend keek hij naar de lucht. Een beetje regen was hij tevreden mee, maar nu viel het als bakken uit de lucht. Sommige zouden zeggen hemel, maar Aegir had zijn andere theorieen. Mogelijk was het de hemel, misschien iets voor goedzakjes, maar voor hem bestond enkel hel. Een plek waar elke badass ooit in zijn leven zou komen en zijn hele leven zich erop zou verheugen. Want zeg nou zelf, wat was een mooiere plek dan de hel? Geen goedzakjes en moorden kon zonder pardon, ze waren toch al dood. Even gleden zijn ogen over het lichaam van Fealyn, die er net zo erg aan toe was als hem. Bemodderd en bebloed.Even vergat hij de reden waarom hij hier was gekomen. Niet omdat het een vredelijke plek was, nee, hij vond het hier nu al afschuwelijk, maar gewoon door het moment. Het moment dat hij rustig kon denken zonder verstoort te worden. `Ik ben bang voor niks Aegir. Hoevaak heb ik je dat al verteld?` klonk Fea's stem. Hij greens even, schudde zijn hoofd en mompelde iets onverstaanbaars, iets wat leek op ''het zal wel''. ''Zullen we verder gaan?'' vroeg ze kalm. Geritsel klonk uit de bosjes, iets dat duidelijk haar aandracht trok. Maar Ae' bond er geen aandacht aan. De merrie wachten nu nog op antwoord, het was van haar gezicht af te lezen. Doorgaan of stoppen? Hij schudde zijn hoofd en mompelend ging hij achter zijn zusje aan, die nu weg gedraven was. ''Heb ik een keuze of word ik gedwongen?'' klonk zijn snijdende stem. Uiteraard kon hij niet gedwongen worden, al helemaal niet door Fea'. Een keuze was er al gemaakt; ze zouden naar hun vader zoeken.

Fealyn

Fealyn

Geïrriteerd rolde ze haar ogen een keertje door haar kassen, keek met een hatelijke blik richting haar broer en snoof snibbig. Waarom moest hij altijd van die opmerkingen maken? Ondertussen werd ze dat spuugzat en dat kwam hij binnenkort echt wel te weten, want zo trok ze het niet langer met haar broer. Je zou maar eens met zo'n chagrijn dit hele gebied af moeten reizen, zelfs Fealyn trok dat niet en dat wist Aegir drommes goed. `Kom nou maar gewoon en laat die opmerkingen achterwegen.` Vuurde ze terug, terwijl ze haar oren bij haar woorden plat in haar nek duwde en haar neusgaten gerimpeld werden. Haar humeur daalde snel, vooral toen het pad waar ze op liepen smaller en smaller werden en de bomen hen leken te willen pletten, terwijl de takken door de enorme wind grote klauwen leken te zijn die je wilde pakken. Fealyn snoof eens kwaad, sloeg haar voorbenen een keertje op de grond en maakte een overgang naar stap, om zeker te weten dat ze zich niet weer ergens aan open zou halen. Wat een rotgebied zeg, enkel de duisternis en kalmte waren fijn aan dit gebied. Een luide bries ontsnapte uit haar neusgaten en waterdruppels gleden van haar lichaam af, ondertussen was de merrie drijfnat geworden en kreeg ze het koud. Haar vacht was iets dikker dan die van andere paarden, maar dat betekende niet dat ze het warmer had met dit weer. Oke, ze moest toegeven dat ze dit keer echt een foute keuze had gemaakt. Ze kon beter in haar oude gebied blijven, daar was alles veel beter en had ze het naar d'r zin. Daar kon ze moorden wat ze wilde en niemand zou haar raar aankijken, want zeker de helft van de paarden was daar door en door slecht, hadden het zwarte bloed in zich en ook zij en haar broer. Alles paste daar bij elkaar, ze waren een grote sterke groep die bezig was met het uitmoorden van goedzakken. Fealyn keek eens naar Aegir, die zo te zien niet heel veel zin had in de tocht, maar als ze straks een warmer gebied vonden met water, was ze allang blij en dat was het lopen dan zeker waard geweest.

Aegir

Aegir

Fealyn keek hem met een hatelijke blik aan en hij grinnikte even. `Kom nou maar gewoon en laat die opmerkingen achterwegen.` Vuurde ze terug. Hij staarde haar even aan en kijk weer naar het pad voor zich. Fealyn was duidelijk niet tevreden maar dat intresseerde hem niet. Hij zou veranderen, misschien mee gaan praten. Maar nu moest hij eerst water vinden en voedsel. Hij zuchte en liep chagerijnig door. Hij wierp weer een blik op zijn zus en snauwde; ''Denk je nou echt dat we hem hier gaan vinden?'' Hij keek om zich heen. In de bergen, waar alleen zij waren, want ze waren nog niemand tegen gekomen. Hij snoof even en liep kribbig door. Hij hield even op met lopen, zijn zus was totaal bezweet, wachte op haar en liep vervolgens weer verder, nog steets zijn zus achter hem. Hij schudde zijn hoofd en mompelde in zichzelf. ''Waarom heb ik in godsnaam toegestemt'' Hij vervloekte zichzelf en zijn postivie antwoorden. Anders had hij nu nog mooi thuis zitten eten. Maar nu, inplaats van een plek vol gras, liep hij door de bergen met een chagerijnige zus, opzoek naar hun verdwenen vader. Niet iets wat hij graag deed.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum