Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

A little shine, will make a world of different [Aegir]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Ravena

Ravena
VIP

A little shine on you will make everything different.

Het geklapwiek van vleugels was hoorbaar. Even wat gekras, en verder klonk er alleen een paard, die door de modder draafde. Een zwarte merrie, boven haar vloog een zwarte kraag, met een raar wit randje om haar heen. De modder spoot alle kanten op. En de zwarte benen van de merrie, zaten onder de modder. Vol afkeer keek ze erna. Stom gebied was dit. Dus dit… Noemde ze… Ze… Hoe heette dit gebied eigenlijk? Ja, dit was een moeras, maar in welk gebied lag deze plaats? De merrie zal het vast wel weten. Praatten lag haar alleen wat moeilijker af. Ja, ze hoorde enorm slecht. Maar als je luid en duidelijk praatte, dan kon ze het wel horen. Praten, was alleen een ander verhaal. Sommige zeiden dat de merrie haar verstand kwijt was. Maar ze kon zeker wel denken. Ze kon alles, behalve praten. Horen, kon ze niet goed. Zien ook niet, beetje wazig. Maar ruiken daarin tegen. Dat kon ze als de beste. Ze rook het verse sappige gras, ze rook in wat voor plaats ze was. In een vies gebied, vol slechte dieren. Vol met modder, wat ze kon zien. Ze rook wanneer de regen kwam, de frisse lucht die dan te ruiken was, dat kon niks anders betekenen dan regen…

Uiteindelijk stopte ze, met draven. Ze had het al gemerkt, de onder grond werd anders. Heel anders. Hij veranderde van zacht naar hard. Ze was aangekomen in een nieuw gebied. Het water knalde tegen de randen op. Ze kon het goed horen. Alsof het gewoon iets was, dat ergens tegen opknalde, maar het maakte geen hard geluid. Maar zo te horen, uit wat ze kon horen. Was dit een woeste waterplek. Ze snoof. Liep een klein stukje vooruit. Ze zag de rivier best wazig, maar ze zag hem. Ze zag vooral met haar neus. Ze zuchtte even. Wat was het toch lastig zo leven. Ach zij mocht niet zeuren. Of wel… Misschien wel… Wie weet… Langzaam liep ze door, iets verder dichter naar de rivier. De Morgan, want dat was het immers keek naar de rivier. Geïnspireerd, door de geluiden, de vorm, de woestheid. Alles, maakte deze rivier interessant, hoe zou het zijn om erin te zijn? Hoe zou het proeven? Zou ze het kunnen proberen? Langzaam gleed haar neus naar beneden, de raaf was inmiddels tussen haar oren gaan zitten, net zoals altijd. Haar neus kwam dichter, en dichter bij. Langzaam deed ze haar mond in het water, nam een slok. Trok haar mond terug, en slikte het water door. Heerlijk, fris, het leek wel net nieuw. Paarden konden dat heel goed, weten of water vers was. En door de stromingen van het water, werd het juist lekker vers… Rustig liep ze door, haar oren… Tja, haar oren… Die stonden neutraal. Haar ogen, daar was geen emotie in te vinden. En haar staart, die hing gewoon normaal. Haar hals, was licht geheven. Maar dat lag in haar bloed. Zij, was de trotse leider van Equus Caballus. Haar kudde, al heel lang regeerde haar familie over deze kudde. Niemand had hem kunnen overnemen. Haar over overgrootouders hadden de kudde opgericht. Dus de ouders van haar overgrootouders. En dat… Was iets om trots op te zijn. Langzaam liep ze weer voort. De raaf, nog steeds tussen haar oren. Raven, zo werd de merrie genoemd… Het kwam allemaal door die raaf, vroeger, toen ze de raaf nog niet gevonden had. Had ze geen naam, toen noemde ze haar gewoon dochter. En toen, kwam die raaf… Toen kwam haar naam. Ravena… En de raaf? Die kreeg ook een naam. Amenia, dat was de naam van de raaf. De raaf, en Ravena waren onafscheidelijk. Tot de dood waren ze bij elkaar. Het was gezellig, je was nooit alleen. Nooit, nooit was je alleen. De raaf was er altijd. Altijd… En Ravena was altijd bij de raaf. Ze zuchtte. Sloot haar ogen, en dacht eens na. De raaf sloot haar ogen ook. Dommelde in, tussen de oren van Ravena. Ravena opende haar ogen weer. Ze liep rustig verder, de raaf zal wel slapen. Ze keek rond. Ravena, de zwarte koningin van Equus Caballus.. Zij was de zwarte koningin. ’’I am the white qeeun.’’ Probeerde ze zacht. Ravena haar mond gleed even open. Maar ging weer snel terug. Was zij dat nou net? Nee, dat kan trouwens niet. Zij was de witte koningin niet. Dat was haar zus, dat misbaksel. Dat zich betrok tot de goede kant. Ze hadden gezworen, van alles wat te zijn. Maar dat mormel moest natuurlijk weer naar de goede kant. Ravena snoof even. Ze zou dit niet laten rusten. Ze zou een goed leger maken. En haar zus leren. Ze zal weten dat ze haar belofte niet had moeten breken.

Ravena liep door. Langzaam kwam er een geur in haar neusgaten. Ze keek even op. Dacht nog steeds aan die mysterieuze woorden. Was het haar verbeelding? Of werd ze achtervolgd? Door haar zus… Of door iets… Iets, onmenselijks? Wie weet.. De zwarte merrie liet de geur links liggen. Daar had ze nu even geen interesse in. Maar wacht eens… Als een veulen kan leren praten? Waarom kan zij dat dan niet? Hé, waarom niet? Ravena glimlachte even. Ze brieste tevreden. En dacht na. Hoe ging ze dat aanpakken? Hoe ging ze leren praten? Door veel te luisteren natuurlijk! Dan zou ze kunnen praten, ze wist wat woorden betekende. Nu alleen nog uitspreken. Maar dit zou lastig worden. Heel lastig… Ravena zwaaide even met haar staart, en dacht diep na. Terwijl de geur duidelijker werd. Ze keek uiteindelijk op. Toen de geur haar te duidelijk werd. Ze zag een paard staan. Langzaam liep ze er naar toe. Schudde even met haar hoofd, waardoor Amenia van haar hoofd viel. Ze werd op tijd wakker. En Kraste even hard, daarna vloog ze gepikeerd naar een boom, naast Ravena, en keek toen naar de twee paarden. Ravena glimlachte even, trots was ze op haar raaf. De raaf, die het volhield om bij Ravena te blijven.

~Aegir alleen

Aegir

Aegir



Haat, het was iets wat tegenwoordig altijd in zijn ogen te lezen was, continu, soms negatief, soms positief. Het was een soort afkeer geworden naar andere, een soort grote hatelijke wens om niemand meer te zien. Niemand meer te zijn. Maar steeds weer was er iets in hem dat hem vertelde door te gaan, al was het voor hem zelf. Hij zou er niet beter van worden nu verder te leven, maar toch was deed een poging geen kwaad. Blikken kunnen niet doden, werd er vaak genoeg gezegd wanneer er een hatelijke blik geworpen werd, maar in zijn wereld wel. één blik was genoeg, één hatelijke blik was voor hem een aankondiging dat de ander hem haatte, en dat kon beter niet gebeuren. Aegir was minder makkelijk geworden nu hij in DH leefde en nu hij bij een kudde zat. Fealyn was hij inmiddels vergeten, bijna dan. Maar het interesseerde hem niet meer wat zij deed met haar leven, al zou ze het ter plekke opgeven en aan zou bieden aan een wanhopige hengst. Nee, Fealyn was minder zorgen waard dan dat hij nu naar haar keerde. Iets waar hij zich wel zorgen om maakte, was Skrillex. Skrillex was zijn beste vriend geworden in de laatste jaren, iemand waar hij liever mee werd gezien dan met Fealyn. Hij miste zijn beste vriend, maar toch kon hij gerust zonder hem leven. Hij snoof even, stampte nogmaals hard met zijn hoef in het water en schudde verward zijn hoofd. Wat stond hij zich hier nou druk te maken over Fealyn en Skrillex? Het was zijn leven, God zou denken aan het zijne. Nu moest hij er wat van gaan maken, iets maken van het leven dat hem gegeven was, was makkelijker gezegd dan gedaan. Even sloot hij zijn ogen, genoot van de stilte. Nee, hier stil staan zou hem niet helpen. Voorzichtig trok hij zich terug uit het water, het water dat inmiddels té koud was geworden. Hij kon genieten van de prikkelende pijn die het ijskoude water als effect gaf op zijn huid, maar het begon hem nu toch zwaar te irriteren. Geen vis of mogelijk anders beest dat in dit gebied leefde, was te zien. Op de een of andere manier irriteerde het hem. Er moest toch iets anders te zien zijn dan dit stomme water, een stelletje grijze rotsen? Nee, hij kon genieten van de natuur, maar momenteel even niet. Zijn gedachtes schoten even weg, naar niets. Niets hield hem momenteel bezig. Wat moest hij gaan doen? Waar moest hij aan denken? Aegir genoot van deze hopeloze momenten, vooral bij andere, maar zichzelf vond hij het eveneens grappig. Hij boog even zijn hoofd, schudde het zodat zijn voorpluk zijn ogen zichtbaar maakte en liep toen nog verder het water uit, de rotsen af, richting het echte droge. Hij schudde zich uit, enkele waterspetters vlogen verschillende kanten op, maakte een kletterend geluid op één van de bomen. Hij snoof even, hoorde hij nou nog een geluid? Verward schoot zijn blik van links naar rechts, maar er was niks te zien. Hopeloos zuchtte hij en zette vervolgens een stap verder. Toch liet een onbekende geur zijn neus niet los, ookal was er niemand te zien. Hij schudde zijn hoofd even geïrriteerd, mocht het belangrijk zijn, volgde het paard maar. Hij liep voorzichtig verder, maar toch maakte zijn hoeven een hard en dof geluid op de grond. Het gras was langzaam weg gedord, veranderd in een of andere geel bruine substantie. Niet eetbaars meer dus hier, ookal had hij geen honger. Ach, mocht hij hier sterven uitverhongering, maakte het hem verder niet uit. Hij had gehad wat hij wilde, ookal was er nog zoveel te doen. Een zwarte merrie verscheen voor hem als een donkere wolk aan de lucht, het verpeste zijn uitzicht, maar toch maakte het hem niet veel uit dat de merrie verschenen was. Hij snoof even, om zijn aanwezigheid duidelijk te maken, iets wat de merrie duidelijk terug deed. Kon ze niet praten ofzo? Nah, het had weinig zin om te praten, er kwam meestal niks zinnigs uit zijn mond en mocht hij gelijk hebben, zou de merrie niks terug zeggen. Het viel hem op dat er een zwarte raaf op haar hoofd zat en toen de merrie haar lichaam schudde, de raaf toch dichtbij haar bleef en op een tak ging zitten. Hij keek het zwarte beest even na, knikte er naar als een soort begroeting. Hij had altijd al iets in vogels gezien, zo waren uilen iets duisters, want hij had er nog nooit echt één gezien. En ookal waren ze klein of heel lelijk, noch zou hij ze irritant vinden, want ze hadden iets duisters en daar hield hij van. De merrie zwaaide met haar staart, een duidelijk teken dat zij niet van plan was het gesprek te starten. Nou dan had hij nieuws voor haar; hij zou het ook niet doen. Zijn blik schoot weer naar de raaf, iets wat hem meer interesseerde dan de merrie zelf. Zou het een naam hebben? Ze het zijn hele leven bij de merrie geweest zijn en blijven? Aegir wilde ook zo iets, iets wat van hem was, alleen van hem en wat voor altijd van hem bleef, voor altijd bij hem bleef. Maar er werd gezegd dat een vogel het mens kiest, en niet andersom. En dus zou Aegir moeten wachten tot er op een dag, misschien een uil, misschien een raaf, zijn kant op vloog en zich nooit meer van zijn zijde zou laten. Hij snoof even, nogmaals en liet zijn blik toen even over de merrie glijden. Geen kudde, tenminste, geen bekende kudde. Hij schudde zijn hoofd even, zou ze goed zijn? Hij zou verder geen moeite nemen om met haar te praten dan, hij hield nou eenmaal niet van goedzakjes, altijd vrolijk zijn, iets dat niet voor hem weg gelegd was. Om dat duidelijk te maken, schoof hij een waarschuwing haar kant op door zijn oren plat in zijn nek te leggen, een waarschuwing dat één stap te ver was en hem tot verschrikkelijke dingen instaat kon brengen. Maar ach, deze merrie hoefde niet bang te zijn, hij was vandaag eenmaal niet in de stemming om te vechten. Hij kuchte even, een soort aankondiging van; en nu? Zijn mond maakte een schuine streep en zijn ogen sloegen even neer, goh, dit zou een interessant gesprek worden. Not.

Ravena

Ravena
VIP

The little sunshine

De raaf weer als gebruikelijk tussen haar oren gaan zitten. De wolken verbande de zonnestralen. Maar toch was er een die zijn weg wist te vinden, door de dikke wolken laag. Waar wie weet hoeveel lagen boven zijn... Hij scheen op het water, dat fel weerkaatste, en schitterde. Een zo klein zonnestraaltje, kon een wereld van verschil zijn. Kon je opvrolijken. Denken dat je niet helemaal alleen verbannen bent, maar toch een weg had weten te vinden, en nu achtervolgd werd of zo iets. Achtervolgd… Net als de zwarte merrie, soms hoorde ze dingen. Alsof ze werd achtervolgd door iets.. Iets onmenselijks. Iets wat niet te omschrijven was. De merrie zwaaide even met haar staart. Zuchtte, en voelde wat nagels tussen haar oren prikken. Ze steigerde verschrikt. Haar elegante benen maalde in de lucht. Als je haar nou zo zou zien, zou het prachtig zijn. Beeldschoon. Ze volgde de raaf met haar ogen, die nu niet meer tussen haar oren zat, maar een stukje vloog, in grote rondjes om haar heen. Ze zuchtte, schudde haar hoofd. En een glimlach sierde haar mond. Haar oren bewogen alle kanten op, haar ogen zoals altijd emotieloos, haar staart gewoon hangend. En haar hoofd lichtjes de lucht in geheven. Fier en trots, als ze was. Welke geaardheid ze had? Geen een… Neutraal, goed, slecht, alles wel een beetje. Hing vooral aan het andere paard af. Maar ze had beloofd, gezworen dat ze geen kant zou kiezen, niet neutraal niet goed niet slecht. Het ene paard zou haar goed kennen, het andere weer neutraal of slecht. En een belofte brak je niet. Dat was gewoon zo. Haar zus was zo stom geweest om dat wel te doen. En daar zou ze voor boeten. Ze zou haar kudde in gevaar brengen en haarzelf. Alleen omdat ze zo stom was geweest om die belofte te breken. Maar in Equus Caballus, waar ze toen in zaten, en waar de zwarte merrie nu leider van was, brak je geen belofte. Dan zou je sterven, boeten.


Haar zus zou misschien dan niet sterven, ze zou wel boeten. Ravena, zal haar legers groter maken, sterker maken. Meer paarden zullen kunnen vechten. Ze had nu al een grote kudde. Van ongeveer honderd paarden. Vijftig daarvan, zaten in haar legertje. Een deel ervan zou ze er op uit sturen om een bezoekje aan haar zus te brengen. Haar leden, of wel onderdanen zoals Ravena ze noemde, zoals ze het in haar gebied noemen. Haar leden moesten doen wat Ravena ze zei om te doen. En ze werden gestraft als ze dat niet deden. Ja, in haar kudde ging het er heel anders aan toe, dan die lieve dingen hier. Ravena wou wedden, dat de leden hier niet werden vermoord, als ze een belofte braken. Of zo iets dergelijks. Daar durfde ze wel om te wedden ja. Het was lastig in de toestand van Ravena om een kudde te leiden. Aangezien ze niet kan praten, niet kan, wacht maar, ooit zou ze het kunnen. Maar dat was niet alles, ze kon minder goed zien, en horen. Ruiken daar in tegen, kon ze als de beste. Ze was de beste in ruiken. Maar goed ooit zou ze kunnen praten. Nu rook ze alles. Ze zwaaide even met haar staart, keek naar de raaf die rondjes over haar heen vloog. En met zijn schaduw steeds een stukje van haar lichaam bedekte. Ja, vele paarden wouden dit wel. Een eigen raaf, zo eentje die altijd bij je bleef, zo eentje die je nooit zou verlaten. Eentje die je trouw zal zijn. Ravena was een geweldige leider. Ze rook het als paarden te heftig bloedde, ze rook het als paarden zweette. Angst, dat was wel een van de geweldigste geuren. Hoewel Ravena aardig wat slechte trekjes had, was ze ook goed, en neutraal. Maar toch was ze net iets meer slecht. Maar goed, Ravena was erg goed met de natuur, ze rook van alles. Wanneer het ging regenen, wanneer het bijvoorbeeld ging stormen. Of wanneer het koud zou worden. Ze rook de frisse lucht, die heerlijke geur. En de wind door haar manen, dat was echt heerlijk. Ravena wist dus erg veel van de natuur af. En ze had ook nog een goed, en groot stel hersenen. Ze deed niet zomaar wat, nee, ze dacht altijd na voordat ze iets deed. Na voordat ze iets zei. Als ze dat kon. Ook kon Ravena twee talen, engels, en gewoon nederlands. Ze zuchtte, ooit zou ze kunnen praten. En haar training, die zou nu beginnen. Dat wist ze nu al. Ze dacht na, wat zeiden paarden altijd als begroeting? ‘Hoi’ ‘Hallo’ ‘Goedendag’ ‘Heey’ Goedendag vond ze wel mooi klinken, lekker mysterieus, niet neutraal, niet goed, niet slecht. Lekker Ravena… Ze brieste even zacht, nam diep adem en probeerde. Ze opende haar mond, probeerde iets, er kwam niet veel verstaanbaars uit, maar wel iets dat verdacht veel op een G leek. Dat ging dus al de goede kant op. Ze moest alleen nog veel meer oefenen mocht ze echt kunnen praten, laat staan iets verstaan baars zeggen. Ze probeerde het nogmaals, en nog maal, en nog maal. Uiteindelijk nam ze diep adem, en probeerde het voor de laatste keer. De letter G. ’’g.’’ Kwam er zachtjes uit haar mond, en nu merkte ze ook wat voor een prachtig stem geluid ze heeft. Zuiver en puur, maar ook melodieus en mysterieus. Gewoon beeldschoon. Ze zwaaide met haar staart, en ging bezig met de letter O. Als ze die had zal ze de letter G en O aan elkaar doen, en dan zou het echt prachtig zijn. Ze probeerde en probeerde, de wolken veranderde van asgrijs naar prachtig wit. Al enkele kleine regenbuitjes hadden plaats gevonden. En nog steeds was ze aan het proberen. ’’G O.’’ Wist ze er nu uit te krijgen, maar dat was achter elkaar, nu meteen achter elkaar als GO, niet als G O. Ze brieste zacht. Hoe zou het toch komen dat ze niet kon praten? Hoe o hoe? Ze schudde haar hoofd, dacht na, maar kwam niet op het antwoord. En dan had je nog de roos, bij haar oren, en de veer net achter haar oren, in haar manen gestoken. Ja, Ravena was zeker een speciaal paard. En dan leidde ze ook nog eens een kudde. Ze zuchtte. ’’Go.’’ Zei ze opeens… Ravena keek verrast op, haar oren sprongen even naar voren, ze steigerde. En schudde sierlijk en elegant haar hals. Dit was goed nieuws. Haar oren gingen weer neutraal staan. Maar haar staart daarin tegen ging iets meer omhoog, trots en elegant. Haar ranke benen, maakte uitgestrekte passen. Haar gespierde hals iets meer omhoog, om goed rond te kijken. En onder haar ranke lijf zag je haar spieren rollen. Ze glimlachte tevreden. Ze bleef maar proberen, en proberen. En tot haar vreugd, kwam er voor de nacht nog een woord uit. ’’Goejendag.’’ Klonk haar charmante, pure, melodieuze stem. Het was nog niet perfect. Ze sprak de eerste D, met een J. Maar dat zou wel komen. Veel blijven oefenen. En als je iets graag wou dan lukte dat ook. Dat had ze wel geleerd. Ze wou blijven leven, toen ze nog een veulen was, en haar gezichtsveld begon te minderen. Nu zag ze nog aardig goed, en ze had laten we zeggen een sterkte van -1 en drie kwart. Dat was niet zo slecht. Haar oren, waren ook ongeveer dat om het zo te noemen. Haar reukvermogen was wel echt perfect. Ze rook van alles.

Ravena snoof. Ze kon inmiddels ook al haar naam uitspreken. Ravena, en Goedendag. Waren de twee woorden die ze kon uitspreken. Ze snoof nogmaals, langzaam kwam er een geur aanbod, het zal nog wel een tijdje duren, voordat het paard er was. En voordat het Ravena zou ruiken. Ze was immers veel beter in ruiken dan andere. Ze wachtte geduldig af, geduld was een schone zaak. Ze had een bloem naast haar rechteroor, en daarachter was een veer gestoken. Langzaam kwam het paard in zicht. Ravena luisterde naar de kuch van de hengst, trok haar wenkbrauw voor heel even op. En schudde haar hoofd. Triest, de dames moesten het natuurlijk altijd oplossen, natuurlijk. Dat was in haar vorige gebied ook zo, misschien verschilde de twee gebieden niet zo erg als ze dacht. Maar nee, dat kon niet. In haar gebied, regeerde twee kuddes. Eentje die puur goed was, en eentje die geen kant koos, geen neutraal, geen goed, geen slecht. Ondanks dat feit, waren het toch vijanden van elkaar. En haar zus leidde de goede kudde, en Ravena de kudde zonder kant. Ja, ze rook naar een grote kudde. Maar het was voor de hengst waarschijnlijk een onbekende kudde. De veer achter haar oor waaide even, maar de roos bleef stil. Ja, de veer, dat was een veer van de raaf die nu tussen haar oren zat. En de roos, dat was een geschenk van haar ouders. Iedere leider had iets op haar lichaam wat er niet meer af kon. Ze zwaaide nogmaals met haar staart. En snoof even. Liep een rondje om de hengst, de raaf vloog een rondje boven de hengst. En vloog toen over de twee paarden. Oja, Ravena kon ook haar naam al uit spreken. ’’Goedendag.’’ Haar stem was melodieus, zuiver, mysterieus, en ook charmant. Daarna wachtte ze rustig af op het antwoord van de hengst. En of die ging komen. Misschien wel, misschien ook niet. Ze zwaaide nog maal even met haar staart, brieste zacht. En keek wat rond. De raaf vloog naar beneden en ging weer tussen haar oren zitten. Amenia, was de naam van de raaf.


~Kan je het schuin gedrukte deel sowieso lezen?
~Wow, 1.615 woorden clown

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum