Oververmoeid probeerde Vanity hoef voor hoef vooruit te komen. Hij had het zo ontzettend warm en het leek wel of de warmte het over begon te nemen. Zijn hoofd begon steeds lichter te voelen en hij moest moeite doen om zijn hoofd er bij te houden en niet hier voor dood neer te vallen. Hij had vlug een schaduwplek of iets drinkbaars nodig anders was hij bang dat hij hier niet meer levend uit zou komen. Waarom was hij hier ook heen gekomen? Wat moest hij gedacht hebben? Hij was niet eens meer in staat daarover na te denken, want zijn hersens weigerden simpelweg om mee te werken. Hoe hard hij ook probeerde het leek er meer op dat hij zichzelf daar alleen maar mee pijnigde dan dat het echt nut leek te hebben. Zelfs van zijn altijd trotse houding leek nu niets meer over te zijn. Terwijl hij er aan dacht probeerde hij zijn houding weer aan te nemen, maar ineens leken zijn hersenen vergeten te zijn hoe die houding ook al weer was. Hij probeerde er over na te denken, maar al na niet meer dan een seconde vlogen zijn gedachten weer een andere kant op, naar iets wat op dit moment absoluut niet van belang was. Hij wierp nog een suffige blik rond in de hoop toch nog ergens beschutting of drinken zag –tevergeefs- en zakte door zijn benen op het brandend hete zand. Hij had geen zin meer om moeite te doen om zijn hoofd nog omhoog te houden dus liet hij zijn neus in het zand zakken. Kleine korreltjes van beige-achtig zand kropen zijn neusgaten binnen maar hij merkte het amper meer op. Dit was het moment, wachtend tot de dood hem zou komen halen. En hij had nog zoveel willen doen in zijn leven… Maar als dit was wat het lot wilde kon hij daar ook niks tegen in brengen en moest hij daar maar vrede mee hebben.
-open ~sorry voor kortheid~
-open ~sorry voor kortheid~