De zon kwam net op, maar Aragorn was al langer op. De pijn had hem uit zijn slaap gehouden. De wolven die hij tegen was gekomen op de DrakenBerg hadden hem flink te grazen genomen. Telkens als hij dacht dat het weer dicht was gegaan en hij weer voorzichtig was gaan lopen had hij het weer open getrokken. Nijdig bokte hij en sloeg met zijn staart de vliegen weg. Aragorn liep verder en keek op tegen een nieuwe berg. De gijzers had hij ontweken. Waarschijnlijk stond hij nu te kijken naar de Ash Valley. Hij had gehoord dat er een oorlog daar was geweest tussen twee kuddes. Hij wist alleen de namen niet.
Een gure wind stond er bij de vallei onder de vulkaan berg. Het sneed door zijn wonden, maar hij verbeet het. Hij mocht het niet toegeven. Hij had wel erger meegemaakt. Maar het was wel dat hij op sommige dagen echte sporen van bloed had achter gelaten. En wie weet wie dat allemaal trok…
Een gure wind stond er bij de vallei onder de vulkaan berg. Het sneed door zijn wonden, maar hij verbeet het. Hij mocht het niet toegeven. Hij had wel erger meegemaakt. Maar het was wel dat hij op sommige dagen echte sporen van bloed had achter gelaten. En wie weet wie dat allemaal trok…