Our Last Dance
It's the heart afraid of breaking
That never learns to dance
It's the dream afraid of waking that never takes the chance
It's the one who won't be taken
Who cannot seem to give
And the soul afraid of dying that never learns to live
Proloog
‘Dans met me, alsjeblieft, nog één keertje.’ Fluisterde ze zachtjes.
Ik weet niet wat het ‘m deed, misschien was het de smekende blik in haar kastanje bruine ogen, of misschien de zachte en lieve ondertoon in haar stem, zoet als honing.
Het maakte me niet uit, al was het dat beide samen. Ik pakte voorzichtig haar linkerhand en legde de andere in haar zij.
Een tinteling gleed over mijn schouder toen ze haar hand erop legde. Haar bloedrode lippen pasten perfect bij haar stralende tanden die nog feller leken te zijn dan de sterren en de maan. Samen zetten we een stap opzij, en achteruit. Ik tilde haar arm op en liet onze verstrengelde vingers naar de donkere hemel wijzen. Ze zette een stapje achteruit en maakte langzaam een vloeiend rondje.
Haar hand vond mijn schouder weer en mijne vond haar zij. Samen dansten we langzaam en vloeiend in de donkere nacht met de maan die over ons waakte.
We waren misschien wel twee, maar we dansten als één. Eén vloeiende danser, één samengesmolten ziel, één perfect kloppend hart en één slim brein.
Heel langzaam sloot ik mijn ogen en ik voelde hoe haar hoofd rustte op mijn schouder en hoe haar warme adem mij kippenvel gaf.
‘Of je nu gaat of niet.’ Begon ik zachtjes. ‘Ik wil dat je weet, dat ik altijd van je heb gehouden. Of dat nu zo leek of niet.’
Het bleef stil, we bewogen zachtjes zo als we al de hele nacht bewogen alsof we al onze hele leven zo hadden bewogen. Ik wist niet of ze me had gehoord, of dat ze niet ineens naar me had geluisterd. Misschien wilde ze het niet horen, of wilde gewoon niet antwoorden.
‘Het spijt me.’ Zei ze plots, maar stopte niet met dansen. ‘Waarvoor zou je je verontschuldigen?’ Vroeg ik zachtjes aan haar, maar keek niet naar haar.
Ik durfde niet naar haar gezicht te kijken, als ze verdrietig was, dan was dat misschien het geen wat ik van haar zou herinneren. En ik wilde alleen vrolijke herinneringen…
Ze neuriede zachtjes ons nummer, het nummer waarop we als eerst hadden gedanst, op de nacht dat we elkaar hadden ontmoet. Dat was een mooie herinnering, een prachtige en ik neuriede zachtjes met haar mee.
Ik wilde maar als te graag een antwoord, maar ik wilde deze fijne stemming niet verbreken, al hing er wel spanning in de lucht wat wij beide leken te voelen. ‘Ik hou van je.’ Fluisterde ze, om de angstige stilte te verbreken. ‘Al ben je honderden kilometers van me vandaan. Ik zal nooit meer van iemand houden zoals ik van jou hou. En ik wil het ook niet, ik zou het niet kunnen..’
Een kleine glimlach verscheen op mijn lippen en voor het eerst sinds onze dans die al veel te lang had geduurd bekeek ik de emoties op haar gezicht. Ze waren gemengd en verward. Ze glimlachte, ergens zag ik angst, maar dat was niet wat mijn aandacht trok. Het was de zachte glinstering die over haar wang rolde en langs haar kaak gleed.
‘Ik hou van je…’ Fluisterde ze nog een keertje, en liet nog een laatste traan..
It's the heart afraid of breaking
That never learns to dance
It's the dream afraid of waking that never takes the chance
It's the one who won't be taken
Who cannot seem to give
And the soul afraid of dying that never learns to live
Proloog
‘Dans met me, alsjeblieft, nog één keertje.’ Fluisterde ze zachtjes.
Ik weet niet wat het ‘m deed, misschien was het de smekende blik in haar kastanje bruine ogen, of misschien de zachte en lieve ondertoon in haar stem, zoet als honing.
Het maakte me niet uit, al was het dat beide samen. Ik pakte voorzichtig haar linkerhand en legde de andere in haar zij.
Een tinteling gleed over mijn schouder toen ze haar hand erop legde. Haar bloedrode lippen pasten perfect bij haar stralende tanden die nog feller leken te zijn dan de sterren en de maan. Samen zetten we een stap opzij, en achteruit. Ik tilde haar arm op en liet onze verstrengelde vingers naar de donkere hemel wijzen. Ze zette een stapje achteruit en maakte langzaam een vloeiend rondje.
Haar hand vond mijn schouder weer en mijne vond haar zij. Samen dansten we langzaam en vloeiend in de donkere nacht met de maan die over ons waakte.
We waren misschien wel twee, maar we dansten als één. Eén vloeiende danser, één samengesmolten ziel, één perfect kloppend hart en één slim brein.
Heel langzaam sloot ik mijn ogen en ik voelde hoe haar hoofd rustte op mijn schouder en hoe haar warme adem mij kippenvel gaf.
‘Of je nu gaat of niet.’ Begon ik zachtjes. ‘Ik wil dat je weet, dat ik altijd van je heb gehouden. Of dat nu zo leek of niet.’
Het bleef stil, we bewogen zachtjes zo als we al de hele nacht bewogen alsof we al onze hele leven zo hadden bewogen. Ik wist niet of ze me had gehoord, of dat ze niet ineens naar me had geluisterd. Misschien wilde ze het niet horen, of wilde gewoon niet antwoorden.
‘Het spijt me.’ Zei ze plots, maar stopte niet met dansen. ‘Waarvoor zou je je verontschuldigen?’ Vroeg ik zachtjes aan haar, maar keek niet naar haar.
Ik durfde niet naar haar gezicht te kijken, als ze verdrietig was, dan was dat misschien het geen wat ik van haar zou herinneren. En ik wilde alleen vrolijke herinneringen…
Ze neuriede zachtjes ons nummer, het nummer waarop we als eerst hadden gedanst, op de nacht dat we elkaar hadden ontmoet. Dat was een mooie herinnering, een prachtige en ik neuriede zachtjes met haar mee.
Ik wilde maar als te graag een antwoord, maar ik wilde deze fijne stemming niet verbreken, al hing er wel spanning in de lucht wat wij beide leken te voelen. ‘Ik hou van je.’ Fluisterde ze, om de angstige stilte te verbreken. ‘Al ben je honderden kilometers van me vandaan. Ik zal nooit meer van iemand houden zoals ik van jou hou. En ik wil het ook niet, ik zou het niet kunnen..’
Een kleine glimlach verscheen op mijn lippen en voor het eerst sinds onze dans die al veel te lang had geduurd bekeek ik de emoties op haar gezicht. Ze waren gemengd en verward. Ze glimlachte, ergens zag ik angst, maar dat was niet wat mijn aandacht trok. Het was de zachte glinstering die over haar wang rolde en langs haar kaak gleed.
‘Ik hou van je…’ Fluisterde ze nog een keertje, en liet nog een laatste traan..