S U L T A N
The greatest lesson in life is to know that even fools are right sometimes.
De felle zonnestralen schenen op het heldere water, dat een zilveren gloed bevatte. Het was hier prachtig. De grijze bomen rondom het meer maakte het helemaal af. Ook het witte zand dat verspreid lag over het gebied zorgde dat het plaatje geheel was. Sultan liet zich, zoals hij elke keer weer opnieuw deed, inspireren door de prachtige omgeving. Voor sommige was dit misschien heel normaal geworden, maar het verbaasde Sultan elke keer weer opnieuw. Het was zo prachtig, hoe kon iemand dit nou normaal vinden? Sultan schudde kort met zijn hoofd. Dit was immers niet iets wat je dagelijks tegen kwam.
Ondanks dat, kwam Sultan hier niet heel vaak. Het was daarom ook al een hele tijd geleden dat hij hier naartoe gegaan was. Misschien dat het voor hem daarom zo bewonderend was. Kort snoof hij de geuren van het gebied even op, rook verschillende paardengeuren, maar niet de geur waar hij specifiek naar op zoek was. Wat zijn doel nu was, was zijn broer vinden. Ondertussen was dat ook al zeker een halfjaar tot een jaar geleden dat hij hem gezien had. Sultan zou het enorm fijn vinden om weer een beetje met hem bij te praten, zoals ze vroeger altijd gedaan hadden. Vandaar dat hij het ook zo ontzettend jammer vond dat hun contact zo was verwaterd. Wat misschien ook deels zijn schuld was.
Nadat hij een tijdje tussen de bomen was gezigzagd, kwam hij tot de conclusie dat hij zo zijn broer niet zou vinden. Dan maar hinniken, dan was de kans groter dat hij zou komen. Sultan liep terug richting het meer, bekeek kort zijn weerspiegeling, die al snel wazig werd gemaakt door een hert, die net langs zijn neus af rendde. Nog steeds was zijn blik gericht op zijn wazige spiegelbeeld.
Sultan deed een aantal stappen naar achteren, hief zijn hoofd hoog op en schraapte kort zijn keel, waarna een krachtige hinnik zijn keelgat verliet. Aandachtig luisterde hij naar de echo die langzaam wegvaagde en uiteindelijk verdween. Dit móest hij gehoord hebben. Nu was het alleen nog maar afwachtten en hopen dat hij op kwam dagen. Zou hij eigenlijk boos zijn? Omdat Sultan niets van zich had laten horen? Anders zou hij het hem wel uitleggen, hij zou het vast wel begrijpen. Althans, dat hoopte hij. Zo niet was dat ook prima; dan had hij zijn best gedaan.
Na een aantal minuten gewacht te hebben hoorde hij nog steeds geen hoeven tegen de grond kletteren, zag hij geen witte schim in de verte en rook hij niet de o zo bekende geur van zijn broer. 'Kom alsjeblieft..' Fluisterde hij zachtjes, terwijl hij elke seconde hoopte dat Remember zou beslissen om hem op te komen zoeken.
Alleen Remember hier! <3