De wolken trokken samen, de lucht werd angstaanjagend donker. De zon probeerde er nog door te komen, maar de zwarte wolken maakten dat onmogelijk. Regen stortte zich naar beneden, alsof er boven mensen met bakken water klaar stonden. Een harde wind woei door Het Zilveren Meer. De bomen gingen gevaarlijk heen en weer. Yara keek omhoog. Storm, onweer. Ze was er bang voor geweest, maar nu niet meer. Ze hielt van de onvoorspelbaarheid van de Natuur. Met opgeheven staart draafde ze rond, haar vacht doorweekt. Haar manen plakten aan haar hals, haar staart dreef op de wind. Je zou niet zeggen dat het lente was.
De merrie liep door naar het meer en dronk was. Langzaam trok het noodweer weg, maar de zon brak niet door. De wolken werden lichter, en de wind trok weg. Yara schudde zich uit en zuchtte. Ze keek om zich heen. Hier had ze Madness ontmoed. En Plata was ook mee naar de slechte kant gegaan. Plata... Ze miste hem. Ze kon haar gedachten niet van hem af houden, maar ze dacht tegelijk ook aan Itz. Ze viel voor zijn mysterieus heid. Wilde ze wel aan partner schap beginnen? Wilde hij wel met haar. Maar wie bedoelde ze nu met 'hij'? Ze schudde haar hoofd en zuchtte. Ze zou vanzelf zien hoe haar leven zou lopen.
-Itz!-
De merrie liep door naar het meer en dronk was. Langzaam trok het noodweer weg, maar de zon brak niet door. De wolken werden lichter, en de wind trok weg. Yara schudde zich uit en zuchtte. Ze keek om zich heen. Hier had ze Madness ontmoed. En Plata was ook mee naar de slechte kant gegaan. Plata... Ze miste hem. Ze kon haar gedachten niet van hem af houden, maar ze dacht tegelijk ook aan Itz. Ze viel voor zijn mysterieus heid. Wilde ze wel aan partner schap beginnen? Wilde hij wel met haar. Maar wie bedoelde ze nu met 'hij'? Ze schudde haar hoofd en zuchtte. Ze zou vanzelf zien hoe haar leven zou lopen.
-Itz!-