Nog steeds in een gevaarlijke snelheid passeerde ze boom na boom tot deze plaatsmaakte voor het groene gras wat als een groen deken over de heuvels heen lag gedrapeerd. Ze besteedde er geen aandacht aan. De pracht van de natuur was onbelangrijk voor haar, vergeleken met de gedachten die haar hoofd in dreven en er niet uit, hoezeer ze daar ook naar verlangde. Het gevolg was dus een onvermijdelijke hoofdpijn die gewelddadig bezit van haar nam. Vermoeid van het rennen en de gebeurtenissen van die dag, ging ze over in een houterige stap, met haar karamelkleurige hoofd hangend tot op haar borst. De nacht was gevallen, en in de laatste, zeldzame lichtstraaltjes kon ze een grote boom onderscheiden van het duister. In een uitgeputte pas liep ze zonder acht te slaan op de omgeving ernaartoe. Eenmaal aangekomen zakte ze in elkaar, en droomde...
Een bulderende, stem weerklonk in haar oren. 'Kom op!' Zo vermoeid als ze was geweest opende ze nu vol energie haar ogen. 'Thandooóó!' De zangerige, speelse veulenstem van haarzelf weerklonk zonder enige aarzeling over het gebied. Een overdreven grijns sierde rond haar bolle, karamelkleurige veulengezicht. De jonge Amiya slingerde zich omhoog op de lange slungelige benen. De tweejarige, honingkleurige hengst kwam enthousiast aandraven. 'Ga je mee?' De smaragdgroene ogen van de hengst glommen speels. 'Of was je van plan hier bij mam en pap te blijven.' de uitdagende stem voldeed in zijn opdracht. 'Hue.. Jáá.' Amiya verminderde de aantal paardenlengten die nog tussen hen in lagen, tot slechts één. 'Ik kom al.' Ze bokte speels naar een onzichtbare vijand terwijl ze zich achter hem aansnelde. 'Wat dacht je van een tocht naar de rivier?' De bijna volgroeide hengst ging over in een rustige galop zodat het jonge merrieveulen hem met gemak in kon halen. 'Wedstrijdje...?' Terwijl ze het gezegd had nam ze al de benen, en verbrede haar passen...
Verward opende ze haar ogen. Het gebonk in haar hoofd van de overtollige gedachten was voor het grootste deel weggevaagd. Blij dat ze tot rust had kunnen komen onder de grote eik - ze zag nu dat het een eik was - zonder aangevallen te worden door een vijand. Plotseling kwamen de herinneringen aan de droom terug. 'Luthando.' Het gefluister, wat bedoelt was voor haarzelf klonk bevestigend. Al die tijd had hij de waarheid gesproken, en zij was ongeacht haar hart zei te blijven, weggerend het duister in. Ze zuchtte pijnlijk en zag hoe nat vocht haar zicht op de heuvel onscherp maakte. Wankelend stond ze op, net als de jongere versie van haar had gedaan in haar droom, maar vechtend tegen de opkomende tranen. Een lichte paniek eiste nu zijn tol. Ze moest Luthando vinden, voordat hij rare dingen ging ondernemen! Zonder verder nog over na te denken echode haar stem over de heuvels; 'LUTHANDO." Geen antwoord. Nog enkele keren herhaalde ze zijn naam, maar elke keer was er geen antwoord. De paniek werd geleidelijk sterker. Misschien ging hij nu terug naar de Honora kudde. In dat geval moest ze zich haasten! In een net zo wilde galop als eerder die namiddag denderde ze over de heuvels. Haastig opzoek naar haar onvindbare, en waarschijnlijk diep gekwetste, broer.
[Er is er één die moet reageren en die weet dat zelf wel :"D ]
Een bulderende, stem weerklonk in haar oren. 'Kom op!' Zo vermoeid als ze was geweest opende ze nu vol energie haar ogen. 'Thandooóó!' De zangerige, speelse veulenstem van haarzelf weerklonk zonder enige aarzeling over het gebied. Een overdreven grijns sierde rond haar bolle, karamelkleurige veulengezicht. De jonge Amiya slingerde zich omhoog op de lange slungelige benen. De tweejarige, honingkleurige hengst kwam enthousiast aandraven. 'Ga je mee?' De smaragdgroene ogen van de hengst glommen speels. 'Of was je van plan hier bij mam en pap te blijven.' de uitdagende stem voldeed in zijn opdracht. 'Hue.. Jáá.' Amiya verminderde de aantal paardenlengten die nog tussen hen in lagen, tot slechts één. 'Ik kom al.' Ze bokte speels naar een onzichtbare vijand terwijl ze zich achter hem aansnelde. 'Wat dacht je van een tocht naar de rivier?' De bijna volgroeide hengst ging over in een rustige galop zodat het jonge merrieveulen hem met gemak in kon halen. 'Wedstrijdje...?' Terwijl ze het gezegd had nam ze al de benen, en verbrede haar passen...
Verward opende ze haar ogen. Het gebonk in haar hoofd van de overtollige gedachten was voor het grootste deel weggevaagd. Blij dat ze tot rust had kunnen komen onder de grote eik - ze zag nu dat het een eik was - zonder aangevallen te worden door een vijand. Plotseling kwamen de herinneringen aan de droom terug. 'Luthando.' Het gefluister, wat bedoelt was voor haarzelf klonk bevestigend. Al die tijd had hij de waarheid gesproken, en zij was ongeacht haar hart zei te blijven, weggerend het duister in. Ze zuchtte pijnlijk en zag hoe nat vocht haar zicht op de heuvel onscherp maakte. Wankelend stond ze op, net als de jongere versie van haar had gedaan in haar droom, maar vechtend tegen de opkomende tranen. Een lichte paniek eiste nu zijn tol. Ze moest Luthando vinden, voordat hij rare dingen ging ondernemen! Zonder verder nog over na te denken echode haar stem over de heuvels; 'LUTHANDO." Geen antwoord. Nog enkele keren herhaalde ze zijn naam, maar elke keer was er geen antwoord. De paniek werd geleidelijk sterker. Misschien ging hij nu terug naar de Honora kudde. In dat geval moest ze zich haasten! In een net zo wilde galop als eerder die namiddag denderde ze over de heuvels. Haastig opzoek naar haar onvindbare, en waarschijnlijk diep gekwetste, broer.
[Er is er één die moet reageren en die weet dat zelf wel :"D ]