Bonte manen wapperden heen en weer. Slanke hoeven denderden over de verharde ondergrond. Haar witte neusgaten stonden wijd open. Haar ijsblauwe ogen strak voor haar gericht. Haar slechte oor zoals altijd tussen haar manen gedrukt. Ze wist altijd wel een spectaculair verhaal te vertellen over hoe ze die was kwijt geraakt. Haar linkeroor was nog maar half zo lang als het andere. De waarheid was gewoon dat ze ermee was geboren als een soort afwijking. Niet dat iemand die waarheid kende. De mensenhanden op haar voorhand hadden felle rode kleuren. De pluimen in het witte stuk van haar manen waren stevig vast gemaakt. Ze zou ze niet snel kwijt raken. Ze had een tijdje bij oorlogsindianen geleefd. Ze kon er wel mee leven dat een halve wilde op haar rug zat. Ze kreeg tenminste de oorlogen mee. Ze was het lievelingetje van het opperhoofd. Ze was een vals kreng. Tijdens de oorlog schakelde ze de paarden in de galop uit. Terwijl de tweevoeter toesloeg op de andere wist Kiowa altijd wel uit te halen naar het andere paard zodat de tegenstander zijn evenwicht verloor en zo de strijd verloor. Maar die tijd was nu over. Ze was teruggekeerd naar de wildernis. Ze was altijd vrij geweest te vertrekken. Zodra ze het beu werd was ze dan ook vertrokken. Ze had de geuren van haar Sis Nar opgepikt en het gevolgd. Volgens haar was de merrie altijd jaloers geweest op haar aftekeningen op der hoofd. Kiowa moest geen schedel op der kop meedragen om wit te zijn op der hoofd. Want ze had dan ook enorm leuke aftekeningen. Enkel aan der hoofd had ze wit, de rest was allemaal palomino bruin. Ze snoof eens. Ze was geen standaard slecht paard. Ze had wel een bepaalde aardigheid in haar maar ze was echt vals. Ze speelde spelletjes. Ze was ooit neutraal geweest tot haar hart vermorzeld werd. Maar maakte het uiteindelijk nog uit hoe ze geworden was hoe ze nu was? Neen, voor haar niet. Ze was hier om een nieuwe start te maken. Misschien haar zus eens op te zoeken, ze wist dat ze hier ergens rond spookte. De kudde die ze zou joinen was ooit van haar geweest. Dat vond Kiowa wel frappant. Der zus stond nou niet bepaald bekend als iemand die iets van der liet af nemen als ze zich nog goed herinnerde. Maar wat kon het haar wat schelen? Juist ja, geen enkele moer. Ze keek eens om zich heen. dit plateau in de drakenberg was perfect voor een gesprek met de leidster van de horcrux. Een duidelijk heldere hinnik verliet haar keel. Haar blauwe ogen starend in de verte. Haar kleine, ranke lichaam netjes geplaatst. Die leider zou niet weten wat haar te wachten stond. Ze zou waarschijnlijk denken dat dit een slechte grap was tot ze de Kiowa leerde kennen die zij echt was.
-en Aaliyah-
-en Aaliyah-