But there's a hole that seems to drain it all away.
And once again I'm left in fear and doubt
When all my strength is drying up
So, here I am again
And once again I'm left in fear and doubt
When all my strength is drying up
So, here I am again
Indy keek naar de zon. Het stond hoog aan de hemel en scheen fel. Hij brandde een beetje op de lichte vacht van Indy. Ze snoof de heerlijke geur van het bloemen veld op. De velen felle kleuren zorgde voor een prachtig toneel. Het decor was gevuld met zoveel bloemen. De kleuren verschilde van blauw tot groen, paars tot geel en rood tot oranje. Het was prachtig. Indy haalde haar neus op en rook aan een grote roos die het verst omhoog stond. Indy rook de zoete geur en liet de bloem verder met rust. Ze kon niet geloven dat de natuur zo mooi kon zijn. Haar hemelsblauwe ogen twinkelde als diamanten. Indy hoorde wat vogels fluiten. Ze klonken als een harmonie. Het was mooi. Indy keek omhoog ze zag de vogels over vliegen. Ze kantelde haar hoofd even. Waar gingen die nou heen? Het was een enorme groep die over vloog. Allemaal zwarte vogeltjes die snel over vlogen. Ze haalde haar neus op. Indy voelde een koele wind door haar korte manen gaan. De wind liet haar staart wapperen. Ze stak haar neus nog wat meer omhoog. De vogels kwetterden en ze leken een donkere lucht mee te nemen. De lucht begon te betrekken en de eerste druppels vielen op haar neus. Langzaam maar zeker begon het te regenen. Indy keek chagrijnig naar de lucht. De druppels vielen op haar neus, haar benen en haar lichaam. De druppels vielen op de grond en maakte het gras nattig. Er was hier helaas geen grot of iets waar ze kon schuilen. Wel was er een lage boom. Ze draafde er vlug op af. Ze nestelde zich neer onder de boom op een droge plek. Ze keek naar de regen die steeds erger werd. Bah. De regen kletterde op de grond. Verscheidene plassen vormden zich in de nu zachte grond. De aarde veranderde langzaam in modder. De bloemen vinger de druppels op en gaven ze een plaats op hun bladeren. Het was wel mooi, maar wel koud en nat. Indy tuurde vanonder de boom naar de bloemen. De bijen vluchtte voor de regen. Net als de rest van alle insecten. Ze zag de kleine vliegjes weg vliegen. Maar die werden al snel vervangen door slakjes en regen wormen die langzaam over de grond kropen.
Een onbekende geur drong binnen in de neusgaten van Indy. Het kleine veulen hief haar hoofd en kwam soepel omhoog. Het was een paard. Een hengst naderde haar. Indy schudde zich uit en keek naar de plek waar de geur vandaan zou moeten komen. Ze zag de vormen van een paard en langzaam stapte ze de regen in. Het werd al minder. De harde regen van zojuist veranderde in lichte miezel. Ze zag nu de kleur van de hengst. Buckskin. Hij was vrij groot gebouwd, zoals ze kon zien. Hij had ruwe contouren? Nee, ze kon het niet goed zien. Plots bleef ze stokstijf staan. Wat als dit een slechte hengst was? Ze voelde de angst in haar buik op vlammen. Nee! De tweede ontmoeting die ze hier had mocht niet bestaan uit een vervelend gesprek. Of erger.. Haar dood? Indy schudde krachtig haar kleine pientere hoofd. Ze deed nog een aantal stappen en stond nu op vijf meter afstand van de hengst. Een glimlach sierde haar gezicht. “Hallo.”. Zei ze. Haar blauwe ogen vonden die van de hengst en priemde ze even in die van hem. Hij zag er niet slecht uit. Ze had het gevoel dat ze hem ergens van kendde.