De hengst keek haar met een domme grijns aan. Ze grinnikte ook wat. Oké, Magnumpje, dat kon er nog wel mee door. Navayo grapte om te zeggen dat ze een bijnaam had. Ze lachte terug. ‘Nou uhm, dan noem ik jou...’ ze dacht even na om een wat 'originele' bijnaam voor de hengst te bedenken. Navayo, Naf, Nafje? Nee, dat was niet leuk.. Hmmz..~ Navayo, Payo? PAFJE! Ja, dat was het, gewoon perfect je. ‘Pafje!’ zei ze terwijl ze grinnikte. Wat had ze toch weer een wilde fantasie. Pafje was helemaal niet zo leuk, misschien had ze toch beter Payo kunnen zeggen, of Papaja.
De steken in haar buik begonnen door te gaan. Ze probeerde er geen aandacht aan te schenken. Navayo antwoordde haar dat sommige hengsten vreselijk waren. Ze knikte. Hij noemde ze "prehistorisch". Ze grinnikte. Wathever, wat hij wilde. Ze glimlachte naar hem, terwijl ze probeerde door te gaan. Ze schudde haar hoofd even. De drang om naar haar buik te happen was groot, maar ze deed het niet. Dat zou heel erg raar overkomen. Ze probeerde strak voor zich uit te kijken en de pijn te negeren.
Navayo gaf haar een hele peptalk, dat deed haar weer glimlachen. Wat was hij ook weer een schat. Ze keek even met twinkelende ogen naar hem, totdat ze die weer samen kneep, omdat een nieuwe vleug pijn door haar aderen gierde. ‘Dank je.’ Ze meende het oprecht, het had haar goed gedaan. Ze zou later zo'n oude 'old and wise' merrie worden. Dat klonk haar wel goed in de oren.
Navayo had haar lichaam opgevangen toen ze naar beneden stortte. Ze wilde hem wel bedenken, maar de pijn van de weeën overstemde het vermogen om iets te kunnen zeggen. Ze kneep haar ogen samen en probeerde rustig adem te halen. Navayo probeerde haar rustig te maken, maar het argument "je hebt Daesha er ook uit gekregen" maakte haar niet veel rustiger. Ze wist niet eens wat ze toen aan het doen was, het ging gewoon vanzelf, op één of andere rare manier. Ze drukte haar hoofd tegen de grond, en haar benen maaiden een keer door het gras. ‘Het doet zo'n piijjhijn,’ kreunde ze zachtjes, nadat Navayo haar de raad had gegeven om te praten en rustig adem te halen. Het was een stuk lastiger dan het leek. Maar ja, hengsten zouden die ervaring nooit in hun leven meemaken. Waarom waren ze niet zoals slakken ofzo? Die konden kiezen op het moment dat ze paarden wie de man en wie de vrouw zou worden. Wat zou leven makkelijk worden als paarden dat ook konden.
Opeens voelde ze een klein neusje tegen haar schouder aan. Ze opende haar ogen en zag toen dat Daesha was gekomen. Huh? Die had ze toch niet geroepen. Maar alsnog was ze blij dat haar dochter er ook bij was. Ze vroeg of het ging. Ze wierp een vernietigende blik naar haar dochter. ‘Ziet het er uit alsof het met me gaat?’ antwoordde ze bits, terwijl ze soms tussen de woorden door een pijnlijk gekreun liet horen. Je kon het ook simpelweg opvatten als: NEEEE.
Toen ze uiteindelijk de bekende stem van Remember hoorde, begon ze een klein beetje te kalmeren. Hij was er, eindelijk. Nou, hij was behoorlijk snel gekomen, maar ach. Ze opende haar ogen opnieuw, en keek in het gezicht van de hengst. Hij blies tegen haar neus, ze blies zachtjes terug. Hij zei dat ze vol moest houden. Tuurlijk kon ze dat, ze had er toch al een ander veulen uit gekregen!
Toen werden de weeën wel zo hevig, dat ze het amper nog kon verdragen. En plotseling - net zoals vorige keer - namen haar moeder gevoelens het van haar over. Ze kneep haar ogen samen en perste - geen idee hoe ze het voor elkaar kreeg. Ze hijgde, en perste opnieuw. En opnieuw, en opnieuw. Net zo lang, totdat er een "hoopje" naast haar lag. Haar veulen lag nog in het vlies. Met veel moeite wist ze haar hoofd op te hijsen, en keek naar het zakje. Ze zag dat het veulen met de beentjes spartelde, en het vlies met de navelstreng brak. Een nat, klein, lichtbruin veulentje kwam tevoorschijn. Ze spitste haar oren, en hinnikte zacht en laag naar het veulen. Ze drukte haar neus zachtjes tegen haar natte, fragiele halsje en blies er zacht tegen. Toen likte ze over het voorhoofd van het merrietje, en een witte kol kwam tevoorschijn. Ze ging verder met het veulen schoon te wassen. Er kwam een lichtbruin veulen tevoorschijn, met een meelsnuitje en korte, piekerige zwarte maantjes. Op haar benen zaten allerlei verschillende witte aftekeningen. Ze leek op haar. Ze duwde nogmaals zachtjes haar neus tegen het kleine merrietje.
Ze keek toen op naar Remember. Hij had het goed geraden: het was een merrietje geworden. Ze glimlachte vertederd en richtte toen haar blik weer op haar dochter. ‘Epica,’ zei ze zachtjes tegen haar. ‘Dat is je naam.’ Ze glimlachte en duwde toen nogmaals haar hoofd tegen haar aan. Ze sloot haar ogen. Toen ze vervolgens die weer lieflijk opende keek ze naar Remember. ‘Dat is je vader, Remember,’ zei ze rustig terwijl ze naar Remember seinde. Toen keek ze naar Daesha. ‘En dat je zus, Daesha.’ Ze glimlachte toen ze weer naar Epica keek. ‘En dat is Navayo,’ zei ze toen ze naar Navayo keek. ‘Een goede vriend van mij.’
Langzaam en voorzichtig begon ze overeind te klimmen, om haar ook aan Remember en Daesha te laten wennen. Natuurlijk bleef ze vlakbij staan, om te kijken of Daesha wel voorzichtig met haar pasgeboren zusje omging. Ze liet haar hoofd laag bij het kleine lichaampje van haar dochter hangen. Ze mocht zelf bepalen wanneer ze zou opstaan, en dan zou ze het geheel op eigen krachten moeten doen. Maar eerst wilde ze gewoon een happy family zijn, zoals het hoorde.