Een bruine merrie wandelde door het Meander. Ze had geen idee wat de naam betekende. Wat ze wel wist, was dat het hier prachtig was. Er was genoeg schaduw, genoeg gras en water. De perfecte plek. De merrie glimlachte. Ze hoorde vogels een prachtige symfonie zingen. Het waren kleine vogeltjes, ze zaten op een tak van één van de bomen waar ze langs liep. Normaal gesproken zou ze het vervelend gevonden hebben dat de vogels zoveel herrie maakte. Maar ze was in enorm vrolijke bui waarin niks mis zou kunnen gaan. Ze had een doel voor ogen. En dat doel zou ze binnen kort gaan bereiken. Met binnenkort bedoelde ze binnen een dag. De merrie glimlachte. Wat het doel is vraag je? Dat kom je binnenkort wel te weten.
Pair schrok zich een hoedje toen er een vogel vlak over haar hoofd heen scheerde. Ze schrok zo erg dat ze een halve meter weg sprong. Ze sprong in een plas waardoor haar twee achter benen onder de modder kwamen te zitten. Nice. Chagrijnig keek ze er naar. Walgelijk; Modder. Haar grijns verslapte en met een vies gezicht stapte ze uit de plas. Oh my god! Zag ze daar niet de meest perfecte appel die ze ooit gezien had?! Hij was rood, glansde in de zon met nog druppels van de dauw erop. Mjam. Die moest ze wel hebben. De merrie keek er naar en liep een stukje dichter naar de boom toe. Ze liep strategisch een rondje rond de boom; Op welke manier kon ze die appel het beste te pakken krijgen? Misschien zou ze zichzelf zo ver uit kunnen rekken. Ze rekte haar hals en hief haar hoofd, maar ze kon er net niet bij. Haar tanden raakte de appel op een haar na. Nee, dat was geen doen. Ze trok haar hoofd weer terug en bleef zo nog even staan. Misschien kon ze springen en de appel dan zo te pakken krijgen! Direct stapte de merrie een paar stappen achteruit. Een paar meter verder nam ze een aanloop en sprong. Ze knalde hard tegen de boom aan, hij schudde er van. Pair lag op de grond. “Auh!. Kreunde ze half verslagen. Ze moest en zou die verdomde appel krijgen! Hoe dan ook! De merrie snoof en stond op. Hoe zou ze die appel.. Waar was hij heen!! geschrokken keek ze naar de plek waar eerder nog de appel gehangen had. Dit ging je toch zeker niet menen hè? Boos keek ze ernaar. Haar spieren waren aangespannen, haar ogen gericht op de plek waar de appel eerst was. Die rot moeder natuur haatte haar gewoon! Pair stapte een rondje rond de boom. Verslagen hield ze haar hoofd bij de grond. Ze stootte haar neus. Tegen een rood ding. Ze keek er scheel naar. Het was de appel! Ze pakte hem op en vrat hem in een keer naar binnen. Luid smakte ze terwijl het sap over haar kin droop. “Mjam mjam mjam, “ mompelde de merrie genietend. Zo, ze had weer even wat naar binnen gewerkt. En dan was het nu tijd voor actie. Ze draafde naar een rustig plekje bij de rivier die zachtjes ruiste. Ze liet haar hoofd zakken om wat slokken te nemen en schraapte toen haar keel terwijl ze haar hoofd weer hief. Ze was hier om naar een kudde te hinniken. En dan niet zo maar een kudde, nee, de Quiet Sparkle. Waar ze met liefde deel van uit zou willen maken. Haar oren vlogen nieuwsgierig naar voren. Ze hief haar hoofd. Ze hinnikte een krachtige zuivere hinnik. Ze hoopte maar dat de leider het hoorde en in de buurt was. Ze keek even rustig om haar heen. Ze had eigenlijk geen idee wat zij zou moeten zeggen tegen de leider. Ze had nooit eerder naar een kudde gehinnikt. Misschien zou ze direct met de deur in huis moeten vallen. Ja, dat was misschien wel het slimste. Dan wist hij waar het op stond. ja. Ze zou het hem direct zeggen. Als ze dat durfde tenminste. Waarschijnlijk zou ze direct gaan stotteren en niet uit haar woorden kunnen komen. Maar ze zou haar best doen.
Voor Sultan.
Pair schrok zich een hoedje toen er een vogel vlak over haar hoofd heen scheerde. Ze schrok zo erg dat ze een halve meter weg sprong. Ze sprong in een plas waardoor haar twee achter benen onder de modder kwamen te zitten. Nice. Chagrijnig keek ze er naar. Walgelijk; Modder. Haar grijns verslapte en met een vies gezicht stapte ze uit de plas. Oh my god! Zag ze daar niet de meest perfecte appel die ze ooit gezien had?! Hij was rood, glansde in de zon met nog druppels van de dauw erop. Mjam. Die moest ze wel hebben. De merrie keek er naar en liep een stukje dichter naar de boom toe. Ze liep strategisch een rondje rond de boom; Op welke manier kon ze die appel het beste te pakken krijgen? Misschien zou ze zichzelf zo ver uit kunnen rekken. Ze rekte haar hals en hief haar hoofd, maar ze kon er net niet bij. Haar tanden raakte de appel op een haar na. Nee, dat was geen doen. Ze trok haar hoofd weer terug en bleef zo nog even staan. Misschien kon ze springen en de appel dan zo te pakken krijgen! Direct stapte de merrie een paar stappen achteruit. Een paar meter verder nam ze een aanloop en sprong. Ze knalde hard tegen de boom aan, hij schudde er van. Pair lag op de grond. “Auh!. Kreunde ze half verslagen. Ze moest en zou die verdomde appel krijgen! Hoe dan ook! De merrie snoof en stond op. Hoe zou ze die appel.. Waar was hij heen!! geschrokken keek ze naar de plek waar eerder nog de appel gehangen had. Dit ging je toch zeker niet menen hè? Boos keek ze ernaar. Haar spieren waren aangespannen, haar ogen gericht op de plek waar de appel eerst was. Die rot moeder natuur haatte haar gewoon! Pair stapte een rondje rond de boom. Verslagen hield ze haar hoofd bij de grond. Ze stootte haar neus. Tegen een rood ding. Ze keek er scheel naar. Het was de appel! Ze pakte hem op en vrat hem in een keer naar binnen. Luid smakte ze terwijl het sap over haar kin droop. “Mjam mjam mjam, “ mompelde de merrie genietend. Zo, ze had weer even wat naar binnen gewerkt. En dan was het nu tijd voor actie. Ze draafde naar een rustig plekje bij de rivier die zachtjes ruiste. Ze liet haar hoofd zakken om wat slokken te nemen en schraapte toen haar keel terwijl ze haar hoofd weer hief. Ze was hier om naar een kudde te hinniken. En dan niet zo maar een kudde, nee, de Quiet Sparkle. Waar ze met liefde deel van uit zou willen maken. Haar oren vlogen nieuwsgierig naar voren. Ze hief haar hoofd. Ze hinnikte een krachtige zuivere hinnik. Ze hoopte maar dat de leider het hoorde en in de buurt was. Ze keek even rustig om haar heen. Ze had eigenlijk geen idee wat zij zou moeten zeggen tegen de leider. Ze had nooit eerder naar een kudde gehinnikt. Misschien zou ze direct met de deur in huis moeten vallen. Ja, dat was misschien wel het slimste. Dan wist hij waar het op stond. ja. Ze zou het hem direct zeggen. Als ze dat durfde tenminste. Waarschijnlijk zou ze direct gaan stotteren en niet uit haar woorden kunnen komen. Maar ze zou haar best doen.
Voor Sultan.