Tell them I was happy
And my heart is broken
All my scars are open
Tell them what I hoped would be
Impossible, impossible
Impossible, impossible
And my heart is broken
All my scars are open
Tell them what I hoped would be
Impossible, impossible
Impossible, impossible
Onmogelijk. Ze was alles kwijt. Alles. Haar leven, haar vrienden, haar thuis.. Allemaal door die mensen. Die slechte wezens. Enkel dat ene meisje. Die heeft Laïs wel gered. Anders was zij nu bij de andere. Maar die zijn er nu ook niet meer. Waarschijnlijk. Het meisje had haar wel meteen weggejaagd. Ze mocht niet in de buurt van de stad komen. Als ze dat zou doen, zou het ook haar einde zijn. Maar momenteel zou het haar niet uitmaken. Ze was nu toch al helemaal alleen. Laïs zou de mensen nooit vergeven of vergeten. Maar ze begon gewoon opnieuw. Hopelijk lukte het deze keer wel om het goede leventje te hebben. Want voor de mensen was ze ook niet altijd even gelukkig.
Laïs was aangekomen in DreamHorses. Ze was er niet enthousiast over maar ze ging toch echt. Ze wou niet mee zo eenzaam zijn. Zonder vriendjes. Zo leek ze echt zielig. Maar toch… Ze wou niet omdat ze bang was. Bang voor diegene wie ze zou tegenkomen. Alles zou weer veranderen. Ze zal zich ook nog moeten aanpassen als ze eenmaal in DreamHorses was. Wie weet wat ze er zou tegenkomen...
Laïs had ondertussen haar eerste stappen in DreamHorses gezet. Het gaf toch een goed gevoel om ergens bij te horen. Nou bij DreamHorses dan. Ze zat niet al in een groep ofzo. Maar ach het is een begin. Een kleine glimlach verscheen op Laïs haar snoet. Ze verkende het gebied. Bergen. Dat was het enigste dat je hier kon zien. Een grote. En allemaal kleinere. Laïs was niet zo een paard dat direct op een heuvel ging staan. Ze zat er vaak tussen. Laïs stapte rechtdoor. Tussen de kleine bergen heen. Haar oren gingen alle kanten op. Ze vertouwde het nog niet allemaal. Haar hoofdje hing wel lager dan normaal. Ze was gewoon een beetje moe. Ze zuchtte. Straks kwam er gewoon niemand. En zat ze weer alleen. Nee. Kop op. Ze liep al veel te lang alleen. Ze had echt iemand nodig nu. Om even tegen te praten. Ja, een praatje. Dat is wat ze nodig had. Even alles eruit gooien.
‘Whoops!’ zei ze zacht toen ze struikelde en bijna viel. Bijna dan. Dat was dus niet veranderd. Ze was altijd wel een beetje klungelig. Maar haar vrienden vonden het grappig. Zij zelf vond het niet bepaald leuk dat ze met haar lachte. Ach, ze bedoelde het tenminste niet slecht. Het waren échte vrienden. Die er nu niet meer waren. Een zuchtje rolde uit haar mond. Maar nu moest ze echt aan iets anders denken. Een nieuw leven. Die woorden zaten vast in haar gedachten. Deze keer ging het lukken. Beter als ervoor. Haar oren schoten naar achter. En haar hofdje ging omhoog. Het is haar gelukt. Ze stond op een open plek, want tussen de bergen was het nogal ongemakkelijk. Ze draaide zich om. Hopelijk was het een aardig paard. Niet eentje die even lekker stoer en bot zou doen tegen haar.
~ Open voor iedereen ~