De kleine hengst draafde rustig door het Wilgenwoud, de omgeving was prachtig. Hij had net het groepje jonge paarden verlaten en moest zijn gedachten even op een rijtje zetten, in zijn hoofd was het nu een grote chaos. Hij had zijn vader al verlaten.. Zijn leeftijdsgenootjes.. En nu was hij helemaal alleen.. Hij was bang dat hij een fout had gemaakt door weg te gaan. Bael was niet de dapperste en ook niet bepaald de sterkste. Hoelang zou hij het volhouden? Hoelang zou hij dit kunnen overleven? Bij elk takje dat hij hoorde breken keek hij alert om zich heen. Hij was bang, alleen en hij had het koud. Zelfs in het dichte Wilgenwoud lag een klein laagje sneeuw. Niet veel, maar het lag er wel. Hij rook een bekende geur, een geur die hij niet wilde ruiken. Hij wist dat zijn vader dichtbij was. Baelfire galoppeerde aan, hij ging steeds harder en harder. Tot hij niet meer harder kon. De hengst wilde zijn vader niet onder ogen komen, hij had hem verlaten. En zijn vader kennende.. Die zal niet bepaald vrolijk zijn met Bael's vertrek.
Baelfire was nooit echt gelukkig geweest, iedereen was bang voor hem vanwege zijn vader. Hij had geen vrienden. En hoe hard de zachtaardige hengst probeerde, het lukte hem niet om van zijn vader te houden. Bael wist dat zijn vader een gecompliceerd verleden had, hij wist ook dat hij daarom altijd zo boos was. Maar Bael was er niet blij mee. Hij had nog zo hard geprobeerd om zijn vader te veranderen, hem tegen te houden wanneer hij weer eens ging vechten. Maar hij luisterde nooit. En daar werd de hengst doodongelukkig van..
Bael's benen begonnen pijn te doen van het lange rennen, hij verminderde in tempo. De wilgenbomen schoten minder snel langs hem heen. De hengst hijgde, hij was moe en wilde niet meer rennen. Maar hij wist dat zijn vader niet ver van hem verwijderd kon zijn. Het draafde nog een stukje door en gaf het toen door, zijn vader zou hem toch wel inhalen. Hij draaide zich om en zag een paard dichterbij komen. ''Wat moet je?'' Snauwde Bael.
Baelfire was nooit echt gelukkig geweest, iedereen was bang voor hem vanwege zijn vader. Hij had geen vrienden. En hoe hard de zachtaardige hengst probeerde, het lukte hem niet om van zijn vader te houden. Bael wist dat zijn vader een gecompliceerd verleden had, hij wist ook dat hij daarom altijd zo boos was. Maar Bael was er niet blij mee. Hij had nog zo hard geprobeerd om zijn vader te veranderen, hem tegen te houden wanneer hij weer eens ging vechten. Maar hij luisterde nooit. En daar werd de hengst doodongelukkig van..
Bael's benen begonnen pijn te doen van het lange rennen, hij verminderde in tempo. De wilgenbomen schoten minder snel langs hem heen. De hengst hijgde, hij was moe en wilde niet meer rennen. Maar hij wist dat zijn vader niet ver van hem verwijderd kon zijn. Het draafde nog een stukje door en gaf het toen door, zijn vader zou hem toch wel inhalen. Hij draaide zich om en zag een paard dichterbij komen. ''Wat moet je?'' Snauwde Bael.