Sunset ving nog net de plezierige blik in de ogen van de gouden merrie op voor ze dieper de vallei in ging. Het was lang geleden geweest dat ze de merrie voor het laatst gezien had. Zeker drie jaar geleden. Toen hadden ze ook als vijanden tegenover elkaar gestaan. Alleen was dat toen nog niet zo gemeend als dat het nu was. En daar waren ze zich allebij van bewust. Aaliyah was gegroeit. Ze was nu zeker twee keer zo groot als Sunset. En ook twee keer zo gespiert. Sunset was een dun paardje, maar ze was snel. En dat had al vaker in haar voordeel gewerkt. Aaliyah gooide haar hoofd lachend in haar nek. ‘Blij? Ik?’ Aaliyah lachte weer, ‘ik ben nooit vrolijk, dat zou je inmiddels moeten weten. Maar ik heb een uitzondering gemaakt, ik verheug me. Ik verheug me ergens op, vandaar,’ legde ze rustig uit. Sunset knikte als antwoord. Ze had geen woorden om te antwoorden. Waarschijnlijk zou deze hele ontmoeting zo wie zo uit weinig woorden van haar kant bestaan. Ze was nooit zo'n prater geweest. ‘Nee Sunset,’ begon ze serieus, ‘waarom zou ik jou zoeken? Ik had niet gedacht om je te spreken, zeker niet vóór mijn plan in werking zou gaan. Met credits naar Kay,’ zei ze nonchalant. Sunset hief haar hoofd, niet helemaal onverrast, bij het horen van die naam. Aaliyah stapte naar voren en boorde haar ogen in die van Sunset. Ja, de bonte merrie wist donders goed wie Kay was. Maar ze wilde daar liever niet aan terug denken. Maar dat kon niet, het litteken van zijn bijtwond stond nog altijd in haar hals. Onzeker schudde ze haar manen erover heen. Toen ze begon over haar spion, mocht ze nog van plan zijn geweest die in te zetten, wist ze meteen dat de merrie zeker ook volwassener was geworden. ‘Meid, ik ben dan wel jong, maar niet gek. De Horcrux zit al maanden in de startschotten, nog nooit zijn ze zo getraind geweest, nog nooit zijn ze er zo donker uit gaan zien. Zou je denken dat jouw spionnetje überhaupt weet hoe ‘ie z’n poten moet neerzetten? Laat staan dat ‘ie weet hoe hij moet vechten? Laat me niet lachen. Ik weet dat ik niet almachtig ben, noch mijn kudde, maar oké, één spion?! Het is zo ongeveer onder mijn niveau.’ sprak Aaliyah. Haar ogen openden zich verbaast toen Sunset zei dat de merrie haar kudde met rust moest laten, zij het met andere woorden. ‘Schat je me zo laag in? Wil je zo graag dood? Sorry, ik doe niet aan zelfmoord. Bovendien hoort het niet bij mijn planning. Je zal wel zien wanneer jij aan mij mag smeken of je dood mag.’ Sunset wilde terug schreeuwen dat het echt wel in Aaliyah's hoofd móést zijn opgekomen. Maar ze hield haar mond. Zoals altijd. ‘Maar laat het me vanmiddag maar weten, als je oog in oog staat met mijn kleine kuddetje.’ Dreigde ze. Sunset rook een andere geur, die ze meteen wist te plaatsen. Hoe kon het ook anders; Pearl. Ze stapte dichter naar Aaliyah. "We weten allebij die die kans voor mij gaat komen, en dat ik die niet voorbij zal laten gaan. Ik ben dan geen Mischa, maar ik ben er wel voor mijn kudde. Zoals elke leider dat is." Aaliyah kon weten dat ze wilde sterven voor haar kudde, mocht dat nodig zijn. Daarna stapte ze weer naar achter en keek naar de grote bonte merrie die kwam aandraven. De merrie stopte naast haar, en drukte haar neus in haar manen. Sunset raakte even Pearl's borst met haar neus en luisterde naar wat de merrie te zeggen had. Wat Pearl zei was waar, en dat besefde Aaliyah vast ook wel. Aaliyah gaf kattig antwoord op Pearl's vraag, maar niet zonder de spot met hun beide te drijven. Sunset had hier helemaal geen zin in. Geen zin in oorlog, geen zin in ruzie. Geen zin in weer gewonde paarden. Maar ze kon er niet meer omheen. Aaliyah's plan was in werking, en no way dat zij dat stop zou zetten. Er was geen ontkomen meer aan; ze waren in tijde van oorlog!
Goed, ik wist niet echt hoe ik Sunset moest laten reageren enzo, daarom duurde het zo lang. Sorry daarvoor