Zijn hoeven droegen hem ver weg van de plek. Zijn blik was leeg, zijn zicht was troebel. Hij volgde de rivier stroomafwaarts om dit land wat beter te verkennen. Zijn ogen schoten van links naar rechts en iedereen die zijn blik zag dook weg. Behalve de roofdieren, ookal wisten ze dat zij dat zij de prooi waren. Een roedel wolven, geleid door een zwarte wolvin met een zilveren staart had haar zinnen gezet op onze -lieve- hengst. Haar zwarte poten kwamen vantussen de struiken vandaan, hij grijnsde, zij ook. Blijkbaar waren ze beide geamuseerd door deze zet. De wolvin stapte dichter, hij wist al lang dat zij hem volgde. Ze had geen kans, maar blijkbaar waren roofdieren erg dom. Maar toen hoorde hij nog geluiden, zijn oren schoten naar voren. Uit de struiken kwamen nog die andere wolven. Twee reu'tjes en een teefje. De reuen waren beide bruin met zwarte strepen. Maar de teef was eerder wit, sneeuwwit. Zijn grijns werd breeder en hij stoof naar voren. De zwarte wolvin had de zet niet zien aankomen en stapte achteruit. De hengst grijnsde, ging door zijn voorbenen, maakte een klein sprongetje, waarna zijn voorbenen de grond terug raakte, trok hij zijn spieren samen. Zijn achterbenen trokken samen en zette zich sierlijk af, duidelijk hoger en verder. De wolvin keek er verward naar en keek toen naar de teef. Zij knikte, stoof naar voren samen met de bruine wolven. Hij grijnsde en liet zo zijn hoeven vallen op de zachte grond. De sneeuwteef piepte omdat zij het dichtst bij de landing bevond. Hij liet zijn hoofd zakken en maakte gebruik van haar verlamming door zijn tanden rond haar nek te plaatsen en haar weg te gooien. De teef vloog weg, hij had zijn tanden als klemmen gebruikt en ookal waren ze bedoeld voor planten, er waren sterke spieren aan bevestigd die overal heen konden. De teef piepte nog harder toen ze landde. Hij hoorde gekraak, ze was blijkbaar op haar kop gevallen of haar nek, want vanuit zijn stand kon hij haar duidelijk stil zien liggen. En ze bloedde. Hoe dan ook, zij was geen bedreiging meer. En dat gebeurde allemaal in een paar seconden. Hij sloot zijn ogen en draaide zich om, snel en trok zijn oogleden toen weer open. De bruine rue sprong op, wilde op zijn rug landen, maar de hengst liet dit niet toe en kon nog net de wolf wegtrappen door zijn achterbenen op te spannen en hem een flinke klap tegen zijn muil te verkopen, hij schoot naar achter, om naast de zwarte teef te landen, deze keek wat verast naar de bruine hengst, hij grijnsde. Hij zette al zijn gewicht naar rechts en zijn nog vliegende benen vlogen die richting uit. Hij plaatste snel zijn voorbenen goed en zodra zijn hoeven een doffe klap maakte en de grond teder raakte, schoot hij vooruit. De bruine wolf was razend, waarschijnlijk om zijn -waarschijnlijke- broer, hij schoot naar voren en sprong naar het hoofd van het paard. De hengst duwde zijn ogen tot spleetjes en spande zijn achterbenen op, om zich af te zetten. Zijn voorhoeven onder zich houdend. De wolf keek op en de hengst grijnsde, strekte zijn voorbenen en hoorde gekraak toen hij lande. Hij bleef staan. Zijn voorlok verborg zijn gezicht. Hij grijnsde enkel sarcastisch. De zwarte teef grolde, wetend dat het over was. Maar voor ze zich gewonnen gaf, schoot ze naar hem toe. Hij sloot zijn ogen en luisterde goed. Haar lichaam vloog sierlijk naar zijn hoofd, klaar om daar serieus war schade toe te brengen. Toen schoten ze terug open. Hij maakte een kleine steigering en plantte toen zijn voorhoeven nog dieper in het lijk. Zijn achterhoeven klemde zich rond de kop van de rue. Hij spande al zijn spieren op en trok met een ruk de kop los. Met al zijn kracht gaf hij ferme bok. Hij viel naar voor, recht op de springende teef. Ookal lag hij op zijn rug, onder hem lag de ooit zo trotse alpha. Hij grijnsde. Trok zijn voorbenen in en sprong in. Zijn zicht werd nog waziger. Een rode gloed. Hij verloor zijn bewustzijn en begon als een gek te lachen. Maar blijkbaar had hij publiek want één van de wolven was trillend recht gekomen, de bruine die hij enkel een trap had gegeven en de witte wolvin, maar die lag nog neer. Zijn ogen werden rood, hij grijnsde, trok zijn spieren samen en schoot naar hem toe. Angst was af te lezen in de ogen van de wolf. Hij trapte zo zijn schedel in, in volle galop en maakte daarna een slide om tot stilstand te komen. Zijn rode ogen spotte die van de wolvin. Ze trilde helemaal. Hij grinnikte en schoot naar voren, hij sprong op, landde vlak voor haar neus en zette zijn hoef op ribbenkas, voorzichtig. Toen snoof hij aan haar wonde en als een echt roofdier pakte hij haar nek en beet hij de slagader door. Maar hij lostte niet, nee, hij liet het bloed zijn systeem in en genoot van de smaak. Hij begon te grinniken terwijl hij dronk. Hij was compleet gestoord.
(Lol :3)
(Lol :3)