No matter, no matter
No matter what we're facing
It don't matter, don't matter
'Cause the reason that I'm here
Is the same through all these years
No matter what we're facing
It don't matter, don't matter
'Cause the reason that I'm here
Is the same through all these years
Een tijd geleden was de lente weer aangebroken in het pittoreske Dreamhorses. Enige ergernis speelde op in het smalle hoofdje van de bonte pony. Lente werd geassocieerd - door de goeden, vanzelfsprekend - met nieuw leven, geurende bloemen met felgekleurde kroonbladeren, vers gras; een betere tijd. De lente werd met hem slechts geassocieerd dat hij zijn gladde zomervacht terugkreeg, en er niet meer uit zag als een harige teddybeer.
Kay snoof. Hun plan verliep te traag, er was te weinig actie in Dreamhorses. De goeden hadden het nog altijd te goed en vraten hun dikke buiken vol, genoten van het verse gras. Ze hadden het te goed, en de slechten werden alsmaar schaarser en kregen de afdankertjes die de goeden voor hun achterlaten. Hij liep gewoon de vallei in, niet bekommerend omdat het een goed gebied was, en verschafte zichzelf van zijn dagelijkse maaltijd. Geen haan die er naar kraaide.
Al had hij vernomen dat er al enkel geroddel rond ging. Aaliyah had haar werk goed verricht, hij kon ook niet aan haar twijfelen. Zijn mondhoeken krulden onwillekeurig iets omhoog als hij aan de goudkleurige merrie voor hem zag. Haar smalle, puntige oortjes. Haar vacht die zonlicht weerschitterde als geen ander, je verblindde in haar eeuwige glanzende gewaad. De reebruine ogen die spraken als geen ander. De dunne, piekerige maantjes die volledig in contrast stonden met haar glanzende blonde staart. Hij kon haar beeld zo voor zich opwekken. Het herkenbare getintel in zijn buik kwam al snel tevoorschijn. Hij kon het niet onderdrukken, hij had eindelijk door waarom de woorden in zijn keel stokten als hij tegen haar praatte. Hij was immers altijd redelijk goed met zijn woordenschat, maar tegen haar kwamen er geen zinnige woorden over zijn lippen. Hij probeerde indruk op haar te maken, en waarom. Hij had een oogje op haar.
Kay schudde zijn kop verwoed bij het idee. Hij was meer dan 4 jaar ouder dan de merrie. Zij was een groen blaadje, hij wilde niet de oude bok zijn. Het kon gewoon niet. Hij zuchtte, ergens was het teleurstellend. En wat zou Aaliyah ooit in hem zien? De kleine Welsh pony, ouder maar kleiner dan formaat dan die merrie. Het enige wat de gemeen hadden, was hun passie voor doem en verderf. Het uitbreiden van hun levensgebied en de macht overnemen voor het gebied. De goeden van de wereld te vegen. Ja, en wat had hij eraan? Er waren zovelen.
Kay werd verrast toen een geiser slechts enkele centimeters voor zijn gezicht, uitbarstte. Hij deinsde als een reflex achteruit, het gloeiend hete water ontwijkend. Hij vloekte, schudde verwoed met zijn hoofd. Hij zat weer eens niet op te letten, te dromen. Een zacht gegrom kwam uit zijn mond, zijn gelige tanden ontbloot. Hij hief zijn hoofd en sloot zijn mond. Hij moest zich vermannen, hij was geen goedzak die ging janken als het even tegenzat. En bovendien, hij had geen liefde nodig van een merrie. Als hij iets nodig had dan kreeg hij het wel. Hij snoof en keerde zijn achterhand naar de geiser, waarna hij een hoef op rust zette. Het zou een tijd duren voordat de geiser opnieuw zou uitbarsten, zo'n natuurverschijnsel had tijd nodig. Nors keek hij voor zich uit.
Na een tijdje, vlogen zijn ogen opeens naar voren, zijn hoofd veerde overeind en zijn ijsblauwe ogen staarden geschokt voor zich uit. Daar in de verte, waar hij zopas ook vandaag was gekomen, verscheen zijn leidster. De gouden schoonheid. Hij klapte zijn mond dicht en schudde automatisch met zijn hoofd om zijn licht geklitte manen een beetje fatsoenlijk op zijn hals te leggen. Hij wachtte, licht ongeduldig, tot zij naar hem kwam. Zou zij hem al opgemerkt hebben?
'Aaliyah...' prevelde hij haar naam zachtjes.
Deze is natuurlijk voor Aaliyah.
En wat is mijn badass toch een poepie, soms. (:
En wat is mijn badass toch een poepie, soms. (: