]Genietend van het aangename weer hobbelde de jonge merrie voort door het dichtbegroeide wilgenwoud. Ze was in opperbeste stemming vandaag. Eindelijk zat het leven haar één keer mee. Altijd had ze in de schaduw van haar moeder geleefd, omdat die 'oh, zo beeldschoon en lief was'. Ugh, vréselijk. Het was niet dat Kristen haar moeder haatte of zo. Dat nooit, nee ze mocht haar gewoon niet zo. Iedereen beweerde altijd dat Kai een engel uit de Hemel was, vanwege de lichtgevende gloed die altijd rond haar bleek te hangen. Bléh, Kristen kon er soms even niet tegen. Vooral omdat zij gevlekt was en niet dat smetteloze wit dat Kai en haar halfzusje Khenia hadden. Ironisch eigenlijk; Khenia leek als twee druppels water op Kai. Kristen was het afdankertje van de familie met haar smaragdgroene ogen en onhandige gestuntel in het bijzijn van andere soortgenoten. Soms leek het of Kai overal 'perfect' in was. Ze was ooit leidster geweest van een kudde, beeldschoon en een schat van een merrie. Sommigen zagen daardoor haar mindere kanten niet meer, like dat ze superonhandig was én een concentratieprobleem had. Kristen moest gniffelen. Ze zette haar slanke gedaante weer in beweging. Yep, niemands leven was perfecto. Zelfs die van haar moeder niet.
Doordat Kristen in gedachten verzonken was, keek ze niet uit en botste plompt tegen een boom aan. Een schril hinnikje van angst doorklief de stilte die in het Wilgenwoud hing. De vogels die in de boom hadden gezeten vlogen snel naar een andere haven. Duizelig van de botsing deed de merrie een stap achterwaarts. Au, dat was een harde smak geweest. Een klein straaltje bloed gleed over haar voorhoofd en maakte vervolgens een tragische val naar de grond. Great, dat had zíj weer. De bonte merrie vervolgde haar weg op een sloom tempo. Bijna was ze vergeten wat haar te doen stond. Ze wilde niet forever loner meer zijn, dus stond haar keuze al een paar dagen paraat; ze zou Utopia gaan joinen. De kudde van de hengst Juno. Een zuivere hinnik vormde zich in haar stembanden en verliet vervolgens haar zachte lippen.
Doordat Kristen in gedachten verzonken was, keek ze niet uit en botste plompt tegen een boom aan. Een schril hinnikje van angst doorklief de stilte die in het Wilgenwoud hing. De vogels die in de boom hadden gezeten vlogen snel naar een andere haven. Duizelig van de botsing deed de merrie een stap achterwaarts. Au, dat was een harde smak geweest. Een klein straaltje bloed gleed over haar voorhoofd en maakte vervolgens een tragische val naar de grond. Great, dat had zíj weer. De bonte merrie vervolgde haar weg op een sloom tempo. Bijna was ze vergeten wat haar te doen stond. Ze wilde niet forever loner meer zijn, dus stond haar keuze al een paar dagen paraat; ze zou Utopia gaan joinen. De kudde van de hengst Juno. Een zuivere hinnik vormde zich in haar stembanden en verliet vervolgens haar zachte lippen.
-Hinnik aan de leider van Utopia!-