Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Imagined by the mind

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Imagined by the mind Empty Imagined by the mind wo 9 nov - 5:24

Percy

Percy

I've been believing every lie
And now I'm starting to realize
Every single word that they said
Were false suggestions in my head
Nothing feels real at all anymore
My eyes are heavy, ready to pour
And as I wonder what to feel
I also wonder what is real
Is the truth invisible or am I blind
Or is truth imagined by the mind?


Witte vlokken overall, ze noemden zichzelf sneeuw. Maar hij wist wel beter. Ze waren gestuurd om een koude sfeer te creëren. Een natuurlijk verschijnsel, dacht iedereen. Een grijns. Witte stappen werden achtergelaten, een spoor, maar het liep dood. Hij was dood, van binnen, zijn hart was doorboordt en niet langer bezat hij een leven. Er was een manier, een uitweg, een ontsnapping van de dood, één weg terug naar het leven, maar dat leek onmogelijk. Zij, de zon, was verdwenen, weggenomen door de wereld, de grassen hadden om haar geroepen maar ze had niet geantwoord. Krakend ijs onder zijn hoeven, een gespierd lichaam, krachtig maar verdord. Als een uitgedroogde roos die zijn blaadjes was verloren. Maar een doel voor ogen, alles wat in hem speelde. Een onbekende zoektocht, die alleen hij kon volbrengen, want zij had alleen zijn hart een kans gegeven. Bewaakte ze hem veilig, in het diepst van de nacht? Of had zij hem in de steek gelaten? Nee, het waren leugens. Leugens. Zijn hersenen spinden, krioelden, stuurden zijn ogen over het gebied. Langzame passen, puntige oren omhoog, de onzichtbare littekens van gebrokenheid brandden in zijn vacht maar konden alleen zijn gedachten niet bereiken. Een witte mist, de onverwoestbare stilte, diep in hem en om hem heen, ondoordringbaar, dit was puur. Hij snoof, ademde de lucht in, was het haar geur die hij naar binnen haalde? Diep binnenin wenste hij dat het zo was maar zelfs de lucht had haar doen verdwijnen, haar van het bestaan weggeveegd. De wereld had hem bedrogen, de vuur van woede wakkerde door hevige winden, maar zou altijd blijven branden. Vuur was hongerig en zo was hij, opzoek naar een verdachte, want iedereen hoorde daar bij. Als hij haar leven terug vond in de dood van de verrader, alleen dan zou hij zelf met haar terugkeren. Voor eeuwig zouden ze een duo zijn, maar als zij niet was, zou ook hij niet zijn. Het was duidelijk. Vetrouwen was volledig verdwenen, niet in haar maar in de rest. Zij was alles, zonder haar niets; het was vrij simpel. En niemand die het begreep, die luisterde naar zijn vragen, niemand had een waar antwoord dat de ritme terug bracht die hij ooit had ervaren. Dat waren vergeten tijden, evenals haar, neergezet in het zogenaamde verleden. Maar het leven en de dood stonden in een cirkel, waarom zou dit niet ook voor de tijd gelden? Het lot was voor hem slechts een aanwijzing, een blik op wat moest en wat mocht. En met alles wat hij had zou hij datgene volgen. Zelfs zijn blik weerspiegelde het dode vuur, zwart en leeg, het enige wat zijn uitstraling vulde was de woede. Hij was niet gek, dat dachten ze alleen maar, maar gedachten waren bedrog, allemaal leugens. Hij kon zelfs zijn eigen stromen niet langer vertrouwen, want wie was hij om te denken dat hij de waarheid binnen in bezat? De waarheid zat verborgen in haar, de zon, zij was hoger dan het lot. Zwiepen van een staart, langzaam maakte de brandende warmte plaats voor ijzige kou. De mist doordrong zijn longen, het was het slechte dat hem aanraakte. Maar hij mocht zich niet overgeven, hij moest dapper zijn. Nooit zou hij zich overgeven aan het duister. Hij ademde uit, fel en hard. “Ga weg, kou, nooit zul je mij overwinnen!” Fluisterde zijn stem. Maar het klonk niet als de zijne, het klonk als de zon die hem overnam en het rechtvaardige wou dienen. Hij was de brug, de tussenweg, die de zon naar de aarde leidde en alles zou doen om haar te redden van de dood, de kou. Zijn trage passen transformeerden naar een draf, zo kon hij het duister van zich afschudden, en het werkte; warmte vulde zijn aderen en langzaam werd hij weer kalm. Maar nog steeds prikkelden de duizenden vlokken in zijn vacht, ze probeerden zijn littekens te stimuleren, maar dat zou ze niet lukken. Zodra hij had gevonden waar hij naar zocht, zouden ze hem nooit meer kunnen zien. Er was een geluid, niet afkomstig van hem noch haar, het was een leven dat hem zou passeren. Een verrader. Een verdachte. Zijn beweging stopte, maar zij schonk hem een wind, die hem moed gaf, zijn manen omhoog blies en de koude prikkelsneeuw van hem weg jaagde. Het geluid werd harder, luider, een adem, een geur. De volgende stap naar de vrijheid, naar het Leven was nu zo dichtbij, hij kon het voelen. Zijn lichaam begon te trillen, er was een huivering, het rechtvaardige steunde hem en liet hem grijnzen, breder en breder. “Welkom, Leven,” sprak hij naar het wezen dat hem naderde.

[Open. Lees graag de hele post.
Ik had een pauze nodig tussen het leren door, maar ivm toetsweek zal ik niet snel reageren]

2Imagined by the mind Empty Re: Imagined by the mind wo 9 nov - 7:51

Vaughn

Vaughn

Gloeiende kolen leken in haar oogkassen te branden, zacht, verraderlijk tam lijkend. Niets was minder waar; Een zuchtje wind kon het vuur doen oplaaien en de vonken ervan af laten knallen. Maar vuur en vonken waren slechts een illusie op deze plek, waar dag en nacht in elkaar over leken te vloeien met het voorbijdrijven van de lome, slepende mist. Donzige vlokjes daalden neer op haar asgrijze vacht, smolten door haar lichaamstemperatuur. Druppels vocht, veroorzaakt door de klamme vingers van de mist die over haar heen streken, fonkelden als miljoenen kleine kristallen in de ravenzwarte manen. Langzaam bewoog ze zich voort, de sneeuw negerend, de mist negerend. Luisterend naar de oorverdovende stilte, die tegelijkertijd in haar oren leek te schrééuwen. Om gek van te worden, maar Vaughn was geen persoonlijkheid die zich op de kast liet jagen door sneeuw, stilte of koude. Vaughn was even relaxt, en verkeerde nog steeds veilig en alleen tussen haar eigen keiharde, mentale barrières, die alle krankzinnige gedachten over, in haar ogen, bullshit zoals spoken of andere frutsels met een neerbuigende blik wegwuifden en afstootten. Vaughn was nuchter, stond met vier benen stevig op de grond en geloofde niet in prietpraat over dat soort dingen.
Desondanks was de manier waarop de witte deken in deeltjes over het gebied neerdaalde indrukwekkend. Als een enorme kathedraal strekten bomen zich boven haar hoofd uit, vervlochten hun takken tot verstrengelde handen, de palmen naar haar toegekeerd. Ze filterden de sneeuw toen ze onder hun beschutting doorliep en langzaam haar hoofd naar achteren bewoog, de zwarte neus omhoog geduwd naar het ‘plafond’ dat zich nu boven haar bevond. De koude probeerde haar te grijpen en te bijten, maar met een diepe, geïrriteerde zucht vertelde ze in gedachten aan de koude dat die een end op kon rotten, richting de Noordpool voor haar part. Haar hoeven plantte ze ferm in de bosgrond, terwijl ze verder wandelde en luid, ongegeneerd brieste, haast uitdagend. Het geluid klonk onnatuurlijk hard in de gedempte stilte, die haar oren vol stopte. Vaughn stond weer stil, hield haar hoofd scheef en brieste nog een keer. Alsof ze wilde bewijzen dat geluid geen kwaad zou doen, alsof ze de rest van de wereld aan wilde sporen om ook iets uit te voeren. Maar ze wist dat de hele boel in hun holen en schuilplaatsen zou blijven zolang de beginselen van de winter hun werk zouden doen. Het bleek dat het slechts een klein bosje was geweest dat ze gepasseerd was, en nu stond ze bij het beginsel van een korte vlakte van sneeuw, die geleidelijk aan in het reusachtige IJsmeer overvloeide.
Het was alsof ze de enige op de hele wereld was hier, dacht ze geïntrigeerd, en begroef gedachteloos haar neus in een vers, krakend laagje sneeuw. Slechts om die daarna met een snelle beweging en een zacht geproest er weer uit te trekken; Koud! Ze gaf zichzelf een mentale uitbrander; Nee, dat was toch niet te verwachten geweest, schat, dat dat zomáár koud was. Ze rolde met haar ogen, sarcasme rules.
Enige op de wereld…Een grijns kroop plotseling op haar gezicht, een grijns die breder en breder werd. Op een verdachte manier fonkelden de oranje ogen nu. En wat die bijzondere twinkeling bij de merrie betekende varieerde van keer tot keer.
Plotseling, vanuit het niets, gooide ze haar hoofd achterover en hinnikte haar longen –figuurlijk- uit het lijf. Het harde, felle geluid droeg ver, schalde door de leegte, vulde elke hoek en elke kier die er nog was, en verdreef de stilte en rust op een ruwe manier. De donkere merrie stak fel af tussen de witte sneeuw, op haar achterbenen balanceerde ze terwijl haar voorbenen door de lucht maaiden, en opnieuw schalde een hinnik over het land, minder luid, maar het gevoel ontbrak er niet aan. Een brede lach, onwerkelijk, misschien niet helemaal gezond volgens alle goodiebags op deze wereld, stond op haar snoet, terwijl ze ervandoor sprong in een drukke, roekeloze galop. Wit flitste voor haar, wit flitste naast haar, wit flitste in haar ooghoeken –Ze vond het niet erg om het enige donkere hier te zijn, op de lucht na dan. Ze maakte snelheid, meer en meer, en draaide een scherpe bocht die haar bijna de kop koste toen ze de rand van het IJsmeer zag naderen. Langs de oever racete ze voort alsof haar leven er van afhing en gooide haar achterbenen de lucht in, nog zoiets dat iedereen zou vermijden te doen met de verraderlijke sneeuw onder zich. Ze grinnikte toen ze weer vaart minderde, nu ze er over nadacht was het de tweede keer in korte tijd dat ze vanuit het niets een solo-race georganiseerd had voor zichzelf. Misschien moest ze de volgende keer iemand uitnodigen, al was Vaughn prima op zichzelf, een kluizenaar was misschien wat veel gezegd maar een loner kwam ook dicht in de buurt. Spijkerhard, nuchter, maar met soms een ruw, wild kantje. Plus het eeuwig overheersende sarcasme, natuurlijk.
Dat was ze, kort samengevat, maar alles kon veranderen omdat ze soms redelijk onvoorspelbaar reageerde.
Ze schudde met haar hoofd, op de één of andere manier leek het alsof er een last van haar afgeschud was, de stilte leek minder zwaar te wegen op haar schouders. Ze snorkte tevreden en stapte, nu kalm, het donkere ijs op. Sneeuwvlokken wuifden haar de weg –Niet dat ze over enig richtingsgevoel bezat, maar evenmin kende ze angst voor het verdwaald raken of ergens zijn waar ze naam of tijd niet van kende- en ze stapte met haar nek in neutrale positie gehangen verder.
Maar al snel kwam er een abrupt einde aan haar kalme passen, en haar hoofd schoot omhoog. Een witte hengst naderde haar, en zij wachtte af. Haar ogen namen hem scherp maar niet gestrest op, als de ogen van een uil –je ontsnapte er niet aan, maar er was geen angst of woede in aanwezig. Slechts nieuwsgierigheid en oplettendheid.
Toen hij dichterbij kwam zag ze de brede grijns op zijn gelaat, kort trok ze een mentale wenkbrauw op, maar een goedkeurende grijns verspreidde zich al snel ook over haar lippen. Het gevoel alsof ze iets deelden of gemeen hadden welde in haar op. In elk geval waren ze beide ongewoon opgewekt gezien de koude en het ‘slechte’ weer. Maar aan wie was het om het weer ‘slecht’ te noemen?
“Welkom, Leven,” Daar gingen haar denkbeeldige wenkbrauwen weer in verrassing, maar aan haar uitdrukking was het waarschijnlijk ook wel af te lezen. Zo was ze dan nog nooit genoemd, maar origineel was het wel dacht ze schouderophalend, en spitste een oor naar hem toe. “Right. Danku, danku.” Zei ze een tikje sarcastisch, maar er was niets kwaads of spottends mee bedoeld. Slechts Vaughn zoals ze altijd was, en wie met haar wilde leven, moest met het sarcasme kunnen leven. “…Mmm. Laat me even nadenken hoe ik iets leuks terug kan zeggen.” Zei ze vertrouwelijk, en kort grijnsde ze. Enkele momenten probeerde de stilte weer in te grijpen maar ze hield die tegen. “Vooruit, ik weet niks leuks. Anyways..” Ze schudde kort haar hoofd toen een sneeuwvlok in haar oog landde.
“Ookal heb ik er niets op tegen om zo genoemd te worden, het is misschien makkelijker om me ‘Vaughn’ te noemen.” Tussen de regels door was ze voorgesteld, zo. Dan hadden ze dat ook weer gehad.

3Imagined by the mind Empty Re: Imagined by the mind wo 9 nov - 8:28

Nar

Nar
Moderator

Nar sjouwde met een trage gebaren naar het6 ijsmeer toe. Het was er verrekte koud, dus ze vervloekte bij deze de sneeuw en al haar bondgenoten. Let's keep this all In lies, in lies, in lies. Waarheid! Alles schreeuwde dat het waar was. Iedereen loog. Fact. Iedereen bedroog. Fact. Nar grijnsde. Heerlijk! Ze hielpen henzelf al bijna ten gronde door elkaar te beloven 'Wij zullen altijd eerlijk tegen elkaar zijn, voor altijd bij elkaar blijven en altijd een stel blijven. Nar dacht met duivels plezier na over hoe lang ze dát in stand dachten te houden. Er hoefde maar één knappe merrie met haar lange wimpertjes te knipperen of een hengst met zijn achterhand naar een hengstige merrie te zwaaien en hun relatie was gedoemd te mislukken. En dan beweerden ze ook nog dat liegen laat zien dat je verbazingwekkend slim bent omdat je zo snel wat kan verzinnen. Bullshit! Moet je dan alles maar goedkeuren? "Ja, hij heeft inderdaad iemand vermoord." "De arme schat, wordt hij ermee geholpen? Het heeft hem vast een trauma bezorgd!" Fascinerend hoe stelletjes die vreemdgingen dan nog wanhopige pogingen deden om de relatie die ze hadden nog overeind te houden. Nar grinnikte: Het was gewoon roeien tegen een waterval in. Liegen, leugens en bedrog was bijna de basis van iedere relatie hier. Als er twee langer dan pakweg twee jaar bij elkaar bleven, mocht dat een wonder heten. Nar is inderdaad wat sceptisch ingesteld, maar ach, met het motto "Lang leve de lol" kwam je er ook niet toch? Het leukste vermaak is immers leedvermaak waar Nar dan ook met volle teugen van genoot. Ze grijnsde breed met ontblootte tanden. Heerlijk. In lies, in lies, in lies Oh, with no more. Ook zo heerlijk cliché. Hoeveel zeiden dat ook alweer nadat het uitgegaan was? Negen op tien of iets in die richting? Misschien nog wel meer. Nar brieste en schudde haar kop op zo'n manier dat haar schedel op haar kop klopte. Let's keep this all In lies, in lies, in lies Verstandig, dan ben je in ieder geval over één ding duidelijk, niet? Nar snoof diep in en stampte verder. De sneeuw was diep en haar benen verschenen minstens bijna een meter de grond in. Met haar één meter vijftig aan schofthoogte bleef er weinig er bovenop over. Nar snoof niet veel later de geur van een ander dier op. De kleine, zwarte merrie rolde met haar ogen. Het was toch niet weer zo'n standaard figuur? Written all in lies In lies, in lies Woeja, dit werd nog gezellig samen met dit mormel. Als het zelfs al in leugens opgeschreven stond, was het wel duidelijk wat er aan de hand was. Nar bewoog haar oortjes verbaasd naar voren toen de hengst haar als "levende" omschreef. Al gauw vond ze haarzelf weer terug en herpakte zich, maar de spot die normaal in haar ogen te lezen was, was iets minder dan gebruikelijk. Hij was interessant.
'Mag ik jou dan "Dooie" noemen?' vroeg Nar met een brede grijns. Net nadat ze wat gezegd had, kwam er nog eentje bij. Nar trok haar wenkbrauw op en grinnikte luid toen ze de merrie herkende.
'He! Ken ik jou niet ergens van?'

[Jouw topic naam trok me. Het grootste deel van de kleine, grijze stukjes is uit het nummer "All in my Mind" van Evaline. Daarom ja ^^

JE WAS ME NET VOOR!]

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum