Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Oh yeah man, I don't need somebody else anymore ~

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Anaïs

Anaïs

Een hinnik zorgde ervoor dat vogels wegvlogen. Het waren de laatsten die naar een warmer gebied trokken. Weg van hier. Goed. Zo had je geen last meer van die beesten. Ze maakten je elke keer wakker, ook al sliep de merrie toch niet meer. Ze was niet zo snel moe en daarom bleef ze zelfs in de nacht nog wakker. Ze snoof luid en haar hoeven verpletterden de sneeuw onder haar uit. Ze was heel snel aan het groeien en ze was alweer zes maanden oud. Ze was veranderd sinds ze die ene hengst had ontmoet. Hij was machtig en zo zou zij ook worden. Misschien met de kudde onder haar hoede, maar misschien helemaal alleen met haar slaven. Dat zou een leven zijn, maar daar was het nu nog geen tijd voor. Nu moest ze nog goed en hard trainen en ook groeien. Dat was belangrijk nu. De merrie snoof luid en sloeg met haar hoeven tegen de grond. Zelfs haar zus trok er alleen op uit, maar zij had geluk. Oké, zonder moeder zou zijzelf niet meer leven maar toch. Ze had meer vrijheid en kon alleen rondlopen. Ze had geen verplichtingen die de bruine merrie wel had. Ze wilde ze niet, maar het moest. Het was haar lot nu. Anaïs schudde met haar hoofd terwijl ze door de sneeuw begon te draven. Haar eerste wonde was gekomen toen ze had gevochten met leden tijdens de tweede activiteit. Ze vond het een heerlijke training en daarom ging ze nog harder oefenen. Ze wilde de sterkste worden en dan later de kudde overnemen vol trots en macht. Ze sloeg met haar zwarte staart heen en weer en gooide haar hoofd de lucht in. Haar teken kwam tevoorschijn. In plaats van liefde en een hart had de jonge merrie helemaal het omgekeerde en kwam er een omgekeerd hart tevoorschijn op haar voorhoofd. Zo zou iedereen haar herkennen. De merrie draafde sneller door de sneeuw en schoof niet meer uit. Ze sprong na een tijd op de overgang van sneeuw naar ijs en schoof licht uit. Ze hief meteen haar lichaam weer op en draafde stevig over het ijs. Ze kon het. Ze zou iedereen verslaan in een oorlog op ijs en sneeuw. Ze had niemand meer nodig want ze wist wat ze moest leren. Ze kon alles aan nu. Anaïs grijnsde vals en vertraagde na een tijd. Ze sprong weer de sneeuw in en begon met haar voorhoeven op het ijs te slaan. Ze had dorst gekregen, maar stiekem wist ze wel dat zijzelf het ijs niet zou kunnen breken.

Bad horse ouder dan haar ~

Kay

Kay

Hij was nu niet van plan om op het ijs te lopen, en dan het risico te lopen om nat te worden. Hij schudde zijn hoofd eens en brieste eens. Hij had nu een ontspannen houding, zijn vacht hield zijn lichaam warm. Hij gaapte eens luidruchtig. Hij was de hele nacht wakker geweest. De nacht was mooier dan de dag. De nacht was het teken van dood, van angst. De nacht van van de Duivel, en hij was een van de vele nakomelingen van hem. Zijn bonte lichaam was erg gespierd. Hij trainde elke dag, en dat deed hij dan uren. Vannacht was hij eerder aan het kijken. De details opvangen. Zo zou hij even een middagdutje doen, voordat hij maar weer eens zou gaan trainen. Het IJsmeer was daar eigenlijk niet geschikt voor. Hij had net in de sneeuw getraind. Hij zwiepte zijn staart eens, en zocht toen een plek op de oever, waar hij zich door zijn knieën liet zakken. Hij legde zijn hoofd uitgestrekt voor hem neer in de sneeuw. Hij smakte eens en sloot toen zijn ogen, om in te dommelen. Hij viel toen in een diepe, droomloze slaap.

Hij werd wakker van een hinnik. Meteen vlogen er vogels op. Vogels? Ging er even door zijn gedachte. Hij opende zijn ogen, waarna hij ze dicht kneep en door twee kleine spleten naar het witte landschap keek. Het was nog te licht voor zijn net-wakkere ogen, hij moest daar eerst even aan wennen. Zodra hij aan het licht was gewend, en hij normaal om zich heen kon kijken, klom hij overeind. Hij schudde de sneeuw van zijn lichaam af en keek toen rond. Uit wiens keel kwam die hinnik. Met zijn ogen keek hij de vogels na die hoog in de lucht weg vlogen. Hij keek eens slaperig om zich heen. Hij was wel in voor een theekransje. Hij had lang geen vreemdelingen meer gezien. Hij bevond zich ook altijd bij zijn kudde, of hij was alleen. Hij had inmiddels heel Dream-Horses wel verkend. Hij zwiepte zijn witte staart tegen zijn bonte lichaam, en stapte toen langs de oever door de sneeuw. Hij was nog te lui om zijn benen helemaal op te tillen, dus schoof hij ze met veel moeite door de sneeuw, wat eigenlijk nog meer energie kostte. Hij stopte weer, zette een been verder naar voren, en schuurde met zijn wang langs zijn voorbeen. Toen de andere wang. Zijn voorpluk viel over zijn ogen heen, en hij veerde weer overeind met zijn hoofd, die hij direct erna schudde om weer helder te kunnen zijn. Zijn voorpluk viel nu precies tussen zijn ogen, op zijn voorhoofd. Hij likte eens met zijn roze tong langs zijn lippen. Hij proefde de koude smaak van de sneeuw. Hoewel sneeuw bijna geen smaak had, hij proefde het wel duidelijk. Hij had zin in iets anders, iets zouters, iets zoet, iets zuur. Hij had zin in zoute smaak van de tranen van zijn slachtoffer. De roestige smaak van zijn bloed. De zoete smaak van overwinning. Daar had hij nu behoefte aan, nu maar hopen dat zijn theekransje met een goedzakje was.
Hij begon weer langzaam te lopen, waar volgens hem de hinnik, van inmiddels nu al enkele minuten geleden, vandaan kwam. Hij tilde nu wel zijn benen hoog op om door de sneeuw te lopen. Dat ging meteen ook makkelijker, al vond hij dat zijn benen optillen teveel moeite koste voor een slaperig lichaam. En toen kwam hij eindelijk de geur van een paard tegen. Zijn neusvleugels gingen iets wijder open, en hij snoof de lucht op. Vaag kwam het hem bekend voor. Het had iets Deina-achtigs. Hij tilde zijn hoofd verder op en liep richting de geur. En al snel kwam hij het opdondertje van een Anaïs tegen. Het lieftallige veulentje van Deina. Hij rolde zijn ogen, het beest was vrolijk aan het instampen op ijs. Hij liep richting het diertje toe. Het lukte haar zo te zien niet. Hij ging naast haar staan, en stampte toen hard op het ijs voor hem. Al snel zag je enkele barsten waar zijn hoef had gestaan. Nogmaals trapte hij op het ijs, waarna zijn hoef er doorheen ging, en hij het ijskoude water voelde boven zijn kroonrand. Hij haalde zijn hoef terug en keek het opdondertje aan. Hij wilde helemaal geen theekransje met haar. Hij trok zijn wenkbrauwen even op. ‘Alsjeblief,’ mompelde het en draaide zich weer op. Hij zwiepte met zijn witte staart weer tegen zijn flank. De witte haren raakte het merrieveulen op een haar na niet. Hij gaapte nogmaals. Hij had maar kort gedut, maar het werd eigenlijk maar weer eens tijd voor een training. Waar hij geen zin in had. Maar hij had een geweldig zelfdiscipline. De beste plek, die op het moment dichtbij was, was de drakenberg. Dan moest hij daar maar heen. Even keek hij nog naar het bruine veulentje. Eigenlijk een beetje benieuwd naar wat ze zou gaan doen. Maar hij moest eigenlijk gaan trainen. Waar hij óók al zo'n zin in had.

Anaïs

Anaïs

Haar donkere ogen, die ze duidelijk van haar idiote moeder had geërfd, had ze op het dikke ijs gericht. Ze drukte haar oren tegen haar schedel aan en snoof luid. Ze haatte het om klein te zijn. Ze wilde al ouder zijn en iedereen afmaken die een keer in haar buurt kwam. Ze wilde niet zwak zijn zoals nu. Haar kleine hoeven waren niet sterk genoeg om het ijs te breken. Ze kon er alleen maar een barst inzetten, maar meer ook niet. Haar blik stond emotieloos en ook een beetje kwaad. Waarom was ze op dit moment niet sterk? Ze had getraind en spieren begonnen al onder die dikke wintervacht te komen. Ze draaide kort een oor opzij toen ze krakende sneeuw hoorde, maar ze keek niet op of om. Ze was druk bezig. Ze wilde drinken deze keer en ze zou niet wachten tot ze bij een meer kwam die ontdooid was. Anaïs gooide haar voorhand de lucht in en sloeg haar hoefjes op het ijs. Opnieuw een hele grote barst, maar nee het ijs ging niet stuk. Ze sloeg met haar kleine fijne staart heen en weer en opeens hoorde ze het gekraak een stuk harder. Ze stopte met slaan op het ijs en draaide haar om. Haar donkere ogen werden meteen op de bonte hengst gericht die voor haar neus stond. Hij zei niets en keek ook niet om. Meteen sloeg hij een paar keren met zijn grote hoeven, oké super groot niet maar wel groter dan haar, op het harde ijs. Zijn hoef kwam erin te staan en meteen daarna brak het ijs. De hengst stapte achteruit, keek haar aan en zei alsjeblieft. De jonge merrie knikte even naar hem en begon van het ijskoude water te drinken. Het voelde alsof er een baksteen in haar maag viel, maar het was te drinken. Ze kon tegen pijn. Ze had een hele lage pijngrens, maar daar moest ze nog achter komen. Ze schudde haar vacht uit en stapte achteruit, weg van het water. Ze draaide haar lichaam soepel om en keek omhoog naar de hengst. Hij was klein voor zijn leeftijd omdat hij een klein ras was. Toch voelde hij op dit moment veel groter dan haar, maar dat zou nog veranderen. Ze zou nog gaan groeien. Zonder emotie keek ze hem aan. "Thank you." Haar stem was laag en kil. Het voelde aan alsof de slechtheid uit de diepe kooi in haar hart was ontsnapt. Vroeger was ze neutraal omdat het kleine veulen nog niet kon trainen en doden. Op dat moment wilde ze niemand uitdagen omdat ze toch verloor, maar sinds ze die ene grote hengst leerde kennen was ze anders. Ze voelde haar nu sterker dan ooit. Ze voelde de macht in haar opkomen en daarom wilde ze ook veel ouder zijn. Moorden. Bloed proeven. Ze schudde de gedachte weg en richtte haar weer op de bonte hengst. "Kay was het zeker?" Haar stem kalm en kil. Haar donkere ogen strak op de hengst gericht, zijn blik vasthoudend. Ze sloeg met haar staart als een zweep tegen haar flanken en wachtte op zijn antwoord.

Kay

Kay

Het veulen had ook al zo'n belangstelling voor hem zoals hij hier luidruchtig aan kwam wandelen door de sneeuw. Hij vond het wel komisch hoe ze probeerde het ijs te doorbreken, en dat haar niet lukte. Ze had gewoon té kleine hoefjes en té weinig kracht en té weinig gewicht en het ijs was té dik voor haar. Hij vond het wel een grappig gezicht, het kleine beestje, pogingen om het ijs te breken, en het lukte haar maar niet. Het zou pas echt grappig worden als ze heel boos moest worden, of als ze moest huilen. Maar ach, een kind van Deina. Deina had haar vast ingeprent dat dat zwak was. Hij was nooit zwak geweest, als veulen was hij de sterkste van de groep. Als jaarling, maar als volwassene. Hij begon er een beetje aan te twijfelen dat hij in de kudde de sterkste was. Maar ach, hij moest in zichzelf geloven. Door zijn kleine lenige lichaam kon hij makkelijker wenden, hij kon schijnaanvallen maken, hij was snel, en dan ook nog erg gespierd. Vooral in gevechten met die hulpeloze zwarte zou hij makkelijk winnen. Misschien moest hij hem maar eens uitdagen voor een duel. Maar dat kostte weer verspilde moeite, en daar had hij ook geen zin in. Het kleine merrietje had pas belangstelling voor hem toen hij zijn hoef in het ijs plantte. Ze knikte naar hem toen hij het voor haar had gedaan. Serieus, wat was hij in een vriendelijke bui vandaag. Daarbij had hij zich omgedraaid. In zijn ooghoeken zag hij de merrie drinken. De merrie draaide zich toen naar hem. Ze bedankte hem in de Engelse taal. Hij rolde zijn ogen. ‘No prob,’ zei hij rustig terwijl hij nog verder liep. Hij likte eens met zijn tong langs zijn lippen, hopend dat er nog een beetje bloed op zijn lippen zat om de drang naar de roestige smaak iets te verminderen. Maar helaas. Zijn oren draaiden zich iets dieper naar achteren. Hij moest maar gewoon op zoek gaan naar een hulpeloos goedzakje om zijn honger te stillen. Die domme goedzakken onderschatten hem ook altijd. Hij was klein. Nou boehoe. Ze zouden wel anders piepen als hij de genadeklap gaf. Argh, hij kon niet tegen die zielige hulpeloze mietjes. Argh, hij moest eventjes iets. "Kay was het zeker?" Zei het merrietje. Hij stopte met lopen. Draaiden zich toen op zijn achterbenen om en keek het kleine beestje aan. ‘Ja mokkel, wat toevallig dat je me herkent,’ zei hij rustig. Hij liep rustig weer terug naar het merrietje. Hij bleef voor haar staan en met zijn donkerblauwe ogen keek hij het merrietje eventjes aan. ‘Wat mot je,’ zei hij rustig. Hij had helemaal geen zin in een theekransje met haar. Dus als ze dit even snel afhandelde, kon hij iets nuttigs doen. Zoals trainen, wist hij veel. Hij had nog steeds honger, dus ze moest maar opschieten. Hij had niet veel geduld.

Anaïs

Anaïs

Haar blik gleed van de stille hengst weer naar het ijs. Er waren nog steeds enorm veel krassen en een paar barsten in het dikke ijs. Ze liet haar blik over haar fijne hoeven glijden. Als het aan haar lag zou ze grote en brede hoeven krijgen, maar dat was haar keuze niet. Ze had wel meer eigenschappen van haar vader en grootvader dan van haar moeder. Gelukkig maar. Van zo'n idiote merrie wilde ze niets erven. Alleen de ogen had ze goed geërfd, maar meer wist ze niet. Haar kleur was van niemand en de bouw was van zowel een Fries als die van een Arabier. Een stuk Lusitano zou er wel inzitten. De merrie sloeg met haar zwarte staart heen en weer en keek weer naar de hengst die zich na haar woorden pas omdraaide. Alsof hij weg wilde. Niet met haar wilde praten. Whatever. Hij moest maar weten wat hij wilde. Het kon haar echt niets schelen wat hij van haar vond. Zij was niet zoals haar moeder. Ze was misschien wel een veulen van Deina, luisterend af en toe. Toch was ze een grotere en machtigere bitch voor haar leeftijd. Als ze voor de kudde haar moeder zou moeten vermoorden zou ze dat nog durven doen. Ze had de merrie niet nodig. Ze wilde ruilen met Djuna. Zorgen dat zij de wees was en zelf rond kon gaan lopen. Zelf trainen hoe ze wilde. Iedereen van de kudde kon dat, maar zij niet. Anaïs snoof luid en hoorde de woorden van de hengst. Hij vroeg wat ze moest. Hij was duidelijk niet op haar gezelschap gezind, maar dat was zijn eigen schuld. Zij bleef staan. Zij zou antwoorden en praten met hem. De merrie schudde haar vacht uit en keek hem emotieloos aan. "Oh niets. Ik zorg dat ik ver genoeg ben van die idiote trut." De woorden kwamen er vals uit. Gemeend want ze meende het echt. Ze wilde niet bij haar moeder zijn op dit moment. Ze was liever alleen, net als de bonte hengst. Anaïs draaide haar oren naar achteren en keek naar de hengst. Ze was benieuwd wat hij zou gaan zeggen tegen haar. Vast weer zo chagrijnig omdat hij niet met haar wilde praten. Veel paarden hadden vooroordelen terwijl ze de rest niet kenden. Omdat zij een idioot als moeder had, kreeg ze ook veel vooroordelen naar haar hoofd gegooid.

Kay

Kay

Het diertje keek weer naar het ijs. Hij was ook gewoon te goed. Waarom had hij het ook gedaan. Waarom, hij was niet geïnteresseerd in een dochter van Deina. Hoeveel veulens had dat beest inmiddels. Ze kon net zo goed wéér drachtig zijn van die rare Night Dancer. Als hij nu veulen van Deina was, had dat beest hem vast gekoppeld aan de merrie die zij wilde dat ze met die kreeg. Maar er was geen enkele bad-ass merrie hier in de buurt die goed genoeg voor hem was. Serieus, waar dwaalden zijn gedachten heen. Naar merries? God, hij werd ook oud. Nee, hij was oud. Serieus drie. The time flys. Hij smakte weer eens luidruchtig. Kijk keek de kleine merrie eens aan. Hij liet zijn hals zakken totdat zijn hoofd op de hoogte was als die van de kleine merrie. Zij stond hem daar maar een beetje stoned aan te kijken. Heel erg droog, precies zoals haar mama Deina. "Oh niets. Ik zorg dat ik ver genoeg ben van die idiote trut." Hij keek haar even aan. Hij brieste snoof eens en hief zijn kop even, toen liet hij deze weer zakken. ‘Dus mama Deina is niet de ideale moeder zoals jij die wilt hebben, wat jammer voor je,’ zei hij rustig. Hij zwiepte zijn witte staart eens tegen zijn flanken. Hij schudde zijn manen. ‘Klein zijn is niet zo leuk hè,’ zei hij tegen de merrie. Hij draaide zijn ogen weer eens omhoog. Zij moest maar niet gaan zeiken, hij was voor altijd de uk, de miezerige pony. De kleine Welsh. Maar zijn innerlijk was groot, groter dan de grootste Shire. Hij had echt een stronthekel aan paarden die hem onderschatten. En daar gingen zijn gedachtes weer. Hoe vaak hij dat wel niet in zijn hoofd had gezegd. Hij hief zijn hoofd weer, zijn oren draaiden in het rond. Hij speurde de omgeving af. Doelloos, er was niets. Enkel zij met z'n tweetjes. Hij keek het merrietje weer aan. Hij vroeg zich toen af, zij kende papa zeker niet. Papa was nooit geweest op de geboorte van het gedrocht. Hij wel, en hij werd weggejaagd. Hij grinnikte, mooie tijden. Dat was echt leuk. Deina afkatten toen ze weinig weerstand had, misschien zwak. Maar hij durfde het ook wel als ze fit was. Hij was nu oud genoeg. Hij zuchtte eens, schudde zijn hoofd met een lachje. Hij keek opnieuw de merrie aan. Hij was ook snel afgeleid. Nou, wilde hij eigenlijk wel een reden waarom zij samen een conversatie hielden.

Anaïs

Anaïs

Haar blik had ze perfect op de hengst gericht. Hij hielp haar ook wel door zijn hals te laten zakken op hoogte van haar. Ze vond het wel stom dat hij nooit nog meer zou groeien. De sukkels moesten klein zijn in plaats van de beteren. Hij zou nog beter en sterker zijn als hij een grotere ouder had. Ze snoof even en hoorde zijn woorden. Als ze het kon had ze haar schouders opgehaald. Ze zweeg een lange tijd en staarde even naar de omgeving. Ze verveelde haar rot eigenlijk. Ze wist dat de hengst niet enorm graag wilde praten, maar na haar woorden leek er veel meer uit te komen. Ze luisterde ernaar en knikte even. "Ach, wie zou haar wel als moeder willen hebben? Of misschien al mijn broers en zussen, maar omdat ik de laatste en uitverkorene ben heb ik het vreselijkste leven. Echt waar, ze wilde me koppelen aan een oudere hengst. Ik ben een veulen.. Ik haat der." De woorden kwamen er weer meteen uit. Nog steeds vol mening. Ze meende altijd alles wat ze zei. Ze drukte haar oren tegen haar schedel en keek naar de hengst die nog wat zei. Ze knikte opnieuw begrijpend. "Klopt, maar ik was nog liever een weesveulen zoals Djuna. Ze kan alles doen wat ze wil. Ze kan trainen wanneer ze wil en ze hangt niet vast aan bepaalde dingen zoals mij. Daarom ben ik hier. Even weg van der. En weetje, het is belachelijk dat er pony's bestaan. Ik bedoel voor jou dan. Als je een grotere ouder had, had je gewoon geen enkel probleem. Ach, eigenlijk maakt de grootte ook niet uit. Hoe sterker hoe beter toch?" Het begon best goed uit te draaien op een gesprek. Alsof beiden enorm volwassen waren. Anaïs was ook een slim veulen. Kalm altijd. Ze maakte geen drukte want dat liep nooit goed af. Ze was veel slimmer dan haar moeder dus daarvan had ze het zeker niet geërfd. De jonge merrie snoof kort en keek weer naar de hengst. Wachtend op zijn nieuwe reactie.

Kay

Kay

Zij keek hem ook aan alsof hij wel heel belangrijk was. Hij grijnsde even en smakte toen weer even. Nog steeds was er geen smaak op zijn tong, alleen iets bitters achterin, maar hij wilde iets anders. Maar eerst moest hij nog zijn tijd verdoen aan het veulen, al begon het steeds interessanter te worden. Hij zuchtte even en keek haar aan. Misschien zou het nog wel leiden tot iets, meer informatie. Hij had al een beetje informatie, dochter Anaïs haatte haar moeder.Hij was veel vrijer, altijd al geweest. Hij had in zijn trainingen Deina nooit nodig gehad. Hij kon het prima zelf. Hij wist hoe hij zichzelf kon trainen. Zijn uithoudingsvermogen lag hoog, en zijn spiermassa was ook hoog. Hij was dan wel slank gebouwd, dunnen benen, maar lenig. Anders dan andere paarden. Maar ach, je wilde ook geen dikke lompe fries zijn. Die waren veel minder wendbaar. De merrie begon weer te vertellen. Hij begon haar steeds meer als merrie te zien, in plaats van merrieveulen. Ze was intelligenter dan hij dacht. Maar hij was ook al een enorm snugger veulen geweest. Hij knikte naar de merrie. Ze was al uitgehuwelijkt, zoals verwacht. Maar iets anders had hij niet verwacht. Het eerste zinnetje had ze gelijk in. ‘Zij was mijn trainster, maar nooit echt nodig. Ik was gewoon een kuddelid, een veulen. Maar jij uitverkorene, eerder de oudste toch. Of is die hem inmiddels ook al gepeerd,’ vroeg hij aan de merrie. Toen smakte hij weer even. ‘Welke hengst?’ vroeg hij toen met lichte interesse. Al stonden zijn ogen zo neutraal als het maar kon. Zijn oren draaiden soms wat rond, naar geluiden, maar ze stonden een beetje naar achter gericht. Niet plat, maar gewoon. Hij irriteerde zich nog steeds aan de smaak aan zijn lippen. Zij keek hem toen iets knorriger aan. Ze begon weer te vertellen, en hij luisterde. Hij knikte toen. ‘Ik had wel dat geluk om vrij te zijn. Maar waarom mag je niet weg. Ze had mij de opdracht gegeven de wereld te verkennen en slechten te ontmoetten. Heeft ze dat jou niet gegeven, moet jij altijd bij d'r blijven? Wat een onzin,’ zij hij kil. Hij keek toen de merrie weer aan. Deina bleek bij elke zin een slechtere moeder te zijn. Hij schudde zijn manen even. Hij lachte even bij de volgende zinnen. ‘Weetje, het maakt mij eigenlijk niet uit. Natuurlijk had ik groter gewild zijn, maar je wil ook geen lompe Fries zijn. Wij, wij zijn wendbaar, wij kunnen spieren kweken. Als je leniger bent heb je al een groot voordeel,’ zei hij toen tegen de merrie. ‘Jij bent perfect weetje, een Arabische vader, een Lusitano oma, een Fries opa. Ik ben een Welsh. Ik had kleiner gekund, denk ik dan maar,’ zei hij toen. Hij snoof toen eventjes en liet zijn hoofd weer zakken naar de hoogte van de merrie, hij had zijn hoofd onbewust hoger geheven. Hij zwiepte toen weer eens met zijn staart, die niet tegen zijn flank aan kwam. Hij moest eventjes een beetje bewegen. Hij kon niet te lang achter elkaar stil blijven staan.

Anaïs

Anaïs

Het begon rustig aan op gang te komen. Het gesprek werd beter en beter. Ze begonnen elkaar licht te respecteren en scheldwoorden of uitdagingen kwamen er zeker niet bij. Anaïs zwiepte met haar zwarte staart heen en weer terwijl ze omhoog naar de bonte hengst keek. Het was dan ook even stil en rustig tussen beiden, maar dat moest ook eens kunnen. Dat vond ze ook niet altijd leuk. Uren praten, elke seconde dat er een woord uitgesproken werd. Ze snoof nogmaals zacht terwijl ze naar de hengst zijn woorden begon te luisteren. Meteen knikte ze. Hij vertelde haar over vroeger. Toen hij als veulen in de kudde kwam en een opdracht gekregen had. De merrie zweeg even en keek hem weer aan. "Bij mij zei ze nog niets, maar vaak roept ze me wel. Of ze vraagt elke dag dingen zodat ik moet blijven, terwijl ik Djuna in weken soms gewoon niet zie. Nergens. En ja, mijn oudste zus heeft al een lange tijd niets meer van zich laten horen net als de zonen van ons. Nahor en Cattivo. Alleen ik en Duvessa lopen voornamelijk rond." Ze grijnsde kort toen ze eraan dacht om gewoon weg te rennen. Vrijheid. Ookal had ze dan zeker en vast de kudde later niet en stiekem wilde ze die wel gaan overnemen. Ze zou machtiger dan haar moeder worden en haar ooit misschien zelfs doden als ze erger dan nu was. Toen de hengst dan ook vroeg aan wie ze gegeven was, drukte het veulen haar oren chagrijnig in haar nek. Ze was niet kwaad op hem want ze snapte zijn nieuwsgierigheid. Al werd ze er gewoon gek van om aan te denken. "Zephyr. Ik begin de hengst te leren kennen, maar nu interesseert hij me niets. Kom op, ik ben zes maanden en hij is vier jaren oud." Enorm geïrriteerd rolde ze met haar ogen, maar ze draaide een oor schuiner in zijn richting toen hij weer begon te praten. Hij zei dat ze best wat geluk had dat ze een paar rassen in haar familie had. Hij was dan klein, maar hij had natuurlijk ook zijn voordelen. Elke maat van paard had gewoon zijn voordelen. "Klopt wel. Grote paarden kunnen natuurlijk sterker zijn en zoals Friezen met die enorme pijnlijke hoeven, maar ja. Ik zal wel merken wat ik word van maat. Whatever. Ik kill ze een voor een." De kleine merrie schudde haar wintervacht uit terwijl ze hem weer aankeek. Het gesprek tussen hen werd beter en beter. Ze verveelde haar nu al een stuk minder want het was eigenlijk best interessant.

Kay

Kay

Wat had het bruine veulentje toch weer een rotleven. En wat had hij een médélijden. Nah, eigenlijk helemaal niet. Maar een klein beetje zielig vond hij het wel. En blijkbaar vond zij zichzelf ook zo zielig. Hij zuchtte eens even. Een klein beetje gesprek, het begon te lijken op een beetje een interessante conversatie. Zij vertelde, hij vertelde, hij vroeg, zij antwoordde. Zij had hem nog niks gevraagd, terwijl hij informatie van de merrie kreeg over haarzelf. Hij schudde opnieuw zijn manen heen en weer, zodat die in de war aan beide kanten van zijn hals vielen. En nog steeds de vieze smaak op zijn tong. Hoe kwam dat toch, dat bleef hij zich afvragen. Ze vertelde dat ze nog geen opdracht gekregen, hij wel. Maar dat ze klusjes moest doen zodat ze bij Deina bleef. Dat was gewoon, vals van die Deina. Waarom mocht zij niet zelf de wereld verkennen. Ze vertelde ook dat alleen zij en Duvessa nog hier rondliepen. ‘Zo zo, ach ja. Afwachten. Het is oneerlijk van Djuna ja, maar misschien denkt zij er heel anders over. Jij wordt duidelijk voor getrokken voor Djuna, heb je daar wel eens aan gedacht. Jij bent het oogappeltje, en Djuna niet. En dat Duvessa hier alleen rond loopt, waarom is zij dan niet de opvolgster?’ zei hij toen maar rustig. Weer iets om over na te denken. Hij had het gezicht van Djuna wel gezien op de training. Oh ze was heel zuur, en Deina keurde haar geen blik waardig terwijl de wonden op haar lichaam zaten. Deina was ook zo'n vreemd wezen. Hij schudde zijn hoofd weer even, en keek opnieuw naar de merrie. Toen hij over de hengst vroeg gingen haar oren in haar nek. Hij grijnsde even. Een gevoelige snaar aangetikt, dat had hij gedaan. Maar alsnog begon de merrie rustig te praten. Zephyr dus. ‘Ah, zoontje van de oh zo machtige Cobrazarao. Ik herken die naam, het persoon erachter nog nooit ontmoet. En Deina verwacht dat hij ook gewoon met jou gaat. Moet jij nu echt met hem flirten. Verwacht ze dat?’ zij hij rustig. Getver, hij dacht er al bij na. Dat zo'n kleine beestje werd uitgehuwelijkt aan de meest beroemde singel ooit, en dat zij met een vuilnisbak rond liep, zonder enkele beroemde bloedlijnen. ‘Niet eerlijk hè, dat je moeder wel met een vuilnisbak rond mag lopen,’ zei hij toen maar. Hij grijnsde even en keek de merrie weer aan. Arme, arme merrie. Een klein beetje medelijden had hij toch. Hij zuchtte eventjes. Wat hadden ze ook weer een leuk onderwerp aangeknoopt, het was zeer interessant. Hij bleef het merrietje recht aankijken. Wat was het ook erg om de opvolgster te zijn van een kudde. Ze zij toen nog wat over de maat, waarvan. Hij knikte even. ‘Dat is waar, ja dat is waar. Friezen zijn sterker, maar minder wendbaar. En doe wat je leuk vind,’ zei hij toen maar. Ja, een heel geweldig antwoord wist hij hier ook niet op te geven. Hij schudde zijn manen toen en brieste een keertje. Hij zette een van zijn achterste hoeven op rust. Waarschijnlijk kon dit gesprek zo nog wel even doorgaan.

Anaïs

Anaïs

De jonge merrie had haar oren schuin naar voren gericht. Wachtend op de volgende woorden. Ze leek nu wel een zielig dier, maargoed. Zo wilde ze niet zijn ook al was dit de waarheid. De waarheid moest ooit wel eens aan het licht komen. Ze dacht diep na over alles dat misschien nog zou komen. Dat ze gedwongen zou worden dingen te doen. Dat moest haar moeder echt niet gaan proberen. Ze was duidelijk een echte bitch. Bijna niemand moest haar. Anaïs begreep dat ook wel. Zo iemand wilde je niet liefhebben. De jonge merrie snoof licht geïrriteerd en sloeg met haar hoef kort op de grond. Ze was een klein beetje stijf door de activiteit en door dat alles had ze ook een paar wonden opgelopen. Ze was de uitslag zelfs vergeten terwijl die in haar ogen niet veel interesseerden. De hengst antwoordde al snel op haar woorden. Hij zei dat ze moest afwachten en nadenken hoe het zwarte veulen zich zou voelen. De merrie knikte meteen begrijpend. "Dat weet ik, maar ze zegt ook niet zoveel tegen ons. Vroeger kwam ze me wel meer opzoeken, maar nu zie ik haar amper in de gebieden. Daarvan weet ik dat zijzelf meer vrijheid heeft. En ik heb er ook echt niet voor gekozen om het oogappeltje te zijn. En Duvessa.. Ik weet niet waarom zij de opvolgster zou worden. Ik heb er geen idee van. Maar ach, dat ik de opvolgster word ligt me niet echt als een groot probleem. Er zijn ergere dingen." Het veulen sloeg met haar staart heen en weer terwijl ze even nadacht over alles dat ze nu even hadden besproken. Ze bedacht haar ook dat ze vooral over haar leven en Deina bezig waren. Misschien moest ze ook eens iets aan hem vragen. Ze wachtte nog even. Ze had opgemerkt dat de hengst nog niet klaar was met praten. "Nee, dat verwacht ze niet. Ze zei dat ik best bij hem paste en dat we partners konden worden. Nouja, ze wilde dat we partners worden. Je denkt toch niet dat ik met hém ga flirten.." Ze snoof luid en sloeg met haar hoef op de grond. Ze draaide met haar oren en meteen begon de hengst weer te praten. Ze reageerde er niet meer op. Einde van dat ene onderwerp. Ze knikte maar even zodat hij wist dat ze luisterde en hem niet zomaar negeerde. Ze sloeg kort haar ogen neer op het ijs, maar na een tijd toen ze een vraag in haar hoofd had keek ze naar hem. "Wanneer kwam je eigenlijk bij de kudde? Is het al lang geleden?" Ze keek de hengst nieuwsgierig aan. Zo konden ze echt nog even doorgaan. Erg vond ze het niet want misschien kon ze dingen leren van hem. Of kwam ze nog iets interessants te weten.

Kay

Kay

Hij kneep zijn ogen dicht, en knipperde toen een paar keer met deze. Eigenlijk was hij nog best moe, maar dat liet hij niet zien. Hij stond hier verder wel prima, hij hoefde niks te doen. Hij stelde die training maar uit. Hij keek even weer rond zich. Maar hij hield de meeste aandacht op de merrie. Zijn staart hing ontspannen aan zijn achterste, en zo af en toe zwaaide hij deze zachtjes heen en weer, zonder zijn flanken te raken. Zijn oren stonden schuin naar achter gericht, en zijn ene achterhoef stond op rust. Hij voelde zich nu gewoon groot, en hij hoefde zich niet druk te maken omdat hij eigenlijk nog met een veulen stond te praten, die hem toch niks kon doen. Zijn spieren stonden ontspannen, en zijn manen bewogen zacht mee in de wind. Zijn lichaam was bedekt met lange winterharen. En hij had het prima naar zijn zin, aangezien hij niks hoefde te doen en rustig informatie van de merrie kreeg. De merrie knikte toen hij het over Djuna had. Hij luisterde aan wat ze had te zeggen. Hij knikte alleen maar, hier had hij eigenlijk niet zo heel veel op te antwoordden. Ze had argumenten gegeven, en daar kon hij mee ingaan. ‘Dus een kudde lijkt je wel wat,’ zei hij met een grijns op zijn gezicht. Hij schudde weer eens met zijn hoofd, waardoor zijn manen weer vrolijk mee bewogen. Een kudde leek hem ook wel wat, maar of dat ooit wat zou worden. Deina had een redelijk succesvolle, de veulens groeiden mooi op. Op die ene Aaliyah na, met dat hertje. Dat was gewoon absurd. Hij zuchtte even en keek weer naar de merrie. Hij lachte toen even bij haar laatste zin. ‘Maar eigenlijk heeft ze jou al een beetje aan die hengst geleverd. Uitgehuwelijkt,’ zei hij een beetje plagend. Al wist hij wel dat de jonge merrie totaal niet met die hengst wilde. Geen wonder, volgens de verhalen was het best een lomp beest. Hij zuchtte weer even. Ook zij reageerde niet meer op de laatste zin. Maar dat onderwerp was inderdaad al doodgelopen. En hij vond het ook niet meer zo heel interessant. Hij likte weer even aan langs zijn bovenlip. Toen stelde de merrie eens een vraag dat echt op hém was gericht. Hij haalde zijn wenkbrauwen weer eens op. Hij groef eens in zijn geheugen. ‘Dat moet denk ik een jaar of... één en een half geleden zijn. Ik ging uit mijn oude kudde toen ik net een één of twee maanden ouder dan een maand was. Toen kwam ik Deina tegen, en zij nodigde me uit om leerling van haar te worden.. Kort daarna had ze de kudde overgenomen. En toen zat ik er bijna automatisch ook in. Dat duurde ongeveer een half jaar, toen ben ik DH weer uit geweest, dat moet jij ook kunnen weten... En nu ben ik weer terug,’ ronde hij zijn verhaal even af. Hij had veel gereisd in zijn veulen jaren. Hij had al veel van de wereld gezien, duidelijk meer dan de kleine merrie. Hij wisselde eens op welke hoef hij rust stond. Hij keek de merrie toen weer aan. Hij wist nu even niks terug te vragen. Maar waarschijnlijk zou ze wel doorvragen over hem.

Anaïs

Anaïs

Haar blik was gevestigd op de hengst terwijl ze niet meer reageerde. Het was een tijdje stil, maar daar had ze geen last van. Ze wilde wel eens even rust voor ze weer een heleboel zou antwoorden, luisteren of zelf vragen. Ze snoof zachtjes en luisterde even later naar de antwoorden van de hengst. Hij zei haar dat een kudde haar leek en meteen gaf ze een knik. Ze vond het stiekem wel wat. Leidster zijn van paarden die onder je stonden. Ze had het in haar bloed. Azacar en haar moeder dus ook zij. Ze kon het toch proberen en ze wist eigenlijk nu al wel dat ze het leuk zou gaan vinden. Toen de hengst weer verder begon te praten over die ene hengst voelde het meteen aan als een grap. Hij begon haar duidelijk te plagen over dat ze eigenlijk uitgehuwelijkt was. Anaïs lachtte sarcastisch. "Alsjeblieft hé, ik ben echt niet uitgehuwelijkt. Hij wil het niet, ik wil het niet. Dus wat maakt het uit. Kijk maar uit dat ze jou en een zus van mij niet uithuwelijkt." Vals begon de kleine merrie te grijnzen. Ze vond het echt gezellig worden nu. Serieuze dingen kwamen aan bod, maar soms ook wel iets grappig. Ze zwiepte licht uitdagend met haar staart heen en weer terwijl ze hem even afwachtend aankeek. Ze was al vergeten dat ze hem nu ook een vraag gesteld had. Daar antwoordde hij al snel op. Hij vertelde het hele verhaal dat hij als veulen in de kudde kwam. Hij werd heel even getraind en dan was hij vertrokken. Dat wist ze inderdaad nog wel. Ze snoof nogmaals en keek hem aan. "Wat heb je dan gedaan buiten Dreamhorses? Je bent zo gespierd en fit nu, je moet toch veel gedaan hebben daarbuiten niet dan?" Vol nieuwsgierigheid begon de kleine merrie vragen te stellen. Het werd echt beter en beter. Ze konden hier nog uren blijven en doorgaan.

Kay

Kay

Hij zwiepte weer eens met zijn staart tegen zijn flanken. Hij was vrijwel litteken loos. Ieder geval, niet extreme die opvielen. Bij Deina daar in tegen. Je kon de enorme littekens bij haar niet op een hand tellen. Op haar oog, hals, schoft, been, enzovoorts. Het leek alsof ze er trots op was, maar haar hele huis was ontsiert. Vroeger wilde hij een groot litteken, waarschijnlijk zou hij er waarschijnlijk wel één krijgen. Elk slecht paard had er wel een paar van duels. Maar hij had zijn lichaam nog redelijk schoon weten te houden. De merrie reageerde op zijn vraag door te knikken, en dit onderwerp was ook alweer klaar. Hij keek eens even in het rond. Nu werd het weer even stil, en waarschijnlijk was hij zo de dupe van vragen die over zijn oren vlogen. Hij had de merrie ook stiekem een beetje ondervraagt, al was het meer een gesprek. Al kreeg hij zo informatie van de merrie. Anaïs lachte bij zijn volgende opmerking. Hij grijnsde er ook even bij. Hij vond het wel lachwekkend. ‘Ja ja, maar má'am zegt,’ plaagde hij haar toen. En vervolgens kwam ze met een flauwe opmerking. ‘Eaj, ik ga niet met jou familie. En wat zou Deeina met Welsh bloed willen,’ merkte hij toen droog op. Hij rolde met zijn ogen en keek toen de merrie weer aan. Anaïs keek er dit keer ook flauw bij. Hij keek even heel arrogant aan. Jaa, ppffft, leek hij te willen zeggen in zijn gezichtsuitdrukking. Natuurlijk was het plagend bedoeld tegenover de merrie. De merrie begon hem een beetje uit te dagen, waardoor hij weer zijn hoef die op rust stond, goed onder zich zette. Hij snoof even en keek haar moederlijk aan. ‘Ah-ah-ah,’ zei hij streng. Hij zwiepte ook met zijn staart en hief zijn hoofd hoog en keek neer op het veulentje. Toen lachte hij eventjes lachend en liet zijn hoofd toen weer zakken. Het beestje snoof toen en keek hem aan. ‘Ik heb vooral veel gereisd. Ik kwam uiteindelijk aan bij een kleine kudde. Zij wisten niks van goed of kwaad. Ik heb ze toen wijs gemaakt dat de slechte kant beter was. En toen zijn ze op rooftocht gegaan. Ik heb nog getraind, gereisd, veel van de wereld gezien, en toen weer teruggekeerd naar Dream Horses,’ vatte hij zijn "uitstapje" samen. Hij keek toen de kleine merrie weer aan. Hij liet zijn staart weer eens heen en weer wiegen in de wind. Hij schraapte toen eens met zijn hoef door de sneeuw om even iets te bewegen. Hij keek even naar zijn benen. Toen hield hij weer op en keek naar de merrie. Hij schudde zijn hoofd, en zijn donkerblauwe kijkers werden weer in de donkere ogen van de merrie gericht. Wat was ze weer slim voor een ukje.

Anaïs

Anaïs

Het jonge veulen zwiepte met haar zwarte staart heen en weer. Ze zuchtte heel even en keek weer naar de bonte hengst. Het was stil tussen de twee en beiden begonnen vast en zeker weer na te denken. Zijzelf dacht aan niet veel. Alleen waren haar gedachten elke keer aan de woorden van haar moeder, die strenge blik en nog veel meer. Ze rilde een keer en richtte haar maar volledig op de bonte hengst. Hij begon opnieuw over het uithuwelijken met de grote hengst. Ze had hem daarbij ook redelijk goed geplaagd door te vertellen dat haar moeder hem misschien voor haar zus zou kiezen. Ze merkte de grijns op en hij vertelde alweer de woorden net zoals haar moeder. Daarna zei hij nog dat hij echt niet met haar familie wilde en dat Deina vast en zeker geen Welshenbloed wou. Het veulen grijnsde en keek hem plagend aan. Ze lachtte even en zwiepte licht uitdagend met haar staart. "Pas maar op voor haar. Nu ze deze woorden over mij heeft uitgesproken verklaar ik haar abnormaal. Je weet maar nooit wat ze nog allemaal gaat vertellen of verzinnen om een betere bloedlijn in de familie te krijgen. Ik waarschuw je alleen maar hoor. En misschien plaag ik je gewoon. Maar who knows." Het veulen liet haar blik even over het ijsmeer glijden en voorzichtig liep ze een paar passen opzij. Ze liet haar hals zakken en nam nog een paar slokken van het ijskoude water. Heel even staarde ze stil naar haar spiegelbeeld, maar zodra ze de woorden van de hengst hoorde richtte ze haar donkere ogen weer op hem. Hij beantwoordde haar volgende vragen weer met een verhaal. Oké, er kon meer gebeuren in je leven maar toch was het voor haar interessant. Ze spitste haar oren even en knikte. "Gaaf.. Kon ik dat maar.. Oké, ik kan het maar toch ik kan dit hier niet verlaten. Raar, maar toch is het de waarheid." Ze keek de hengst heel even aan en schudde daarna rustig haar vacht uit. Nu was het gesprek eigenlijk redelijk hard verminderd. Ze had geen vragen meer. Nu kon ze alleen nog maar op een reactie wachten van hem.

Kay

Kay

Hij schudde zijn hoofd weer eens, waarbij zijn manen vrolijk mee bewogen, en aan alle kanten van zijn manenkam uit kwamen. Hij ademde eens diep in en diep uit. Hij smakte wat, en keek toen de bruine merrie aan. Hij likte eens langs zijn kiezen, en brieste toen eens. Hij zette zijn hoef weer op rust en zijn oortjes draaiden eens in het rond. Er was een moment stilte, waar hij de tijd mee nam om te relaxen. Hij luisterde toen weer naar de kleine merrie. Ze keek hem toen plagend aan, en hij stak zijn tong naar de merrie uit. "Pas maar op voor haar. Nu ze deze woorden over mij heeft uitgesproken verklaar ik haar abnormaal. Je weet maar nooit wat ze nog allemaal gaat vertellen of verzinnen om een betere bloedlijn in de familie te krijgen. Ik waarschuw je alleen maar hoor. En misschien plaag ik je gewoon. Maar who knows." Hij schudde daarna lachend zijn hoofd en keek de merrie weer aan. ‘Jouw moeder is altijd al niet normaal geweest. Ze is gewoon raar, daar kan ik ook niks aan doen, jij ook niet, dus blablablaa...’ mompelde hij er achteraan. Hij geloofde niet in de kletspraatjes van de kleine merrie. Ze plaagde hem, en hij plaagde haar eerst. Zij wilde hem gewon terugpakken. De merrie verzette nog een paar passen. Hij keek er even vragend naar. Toen ging ze drinken. Uiteindelijk keek de merrie weer naar hem, toen hij weer aan het woord was. "Gaaf.. Kon ik dat maar.. Oké, ik kan het maar toch ik kan dit hier niet verlaten. Raar, maar toch is het de waarheid." hij knikte even toen. Als je een moeder als Deina had. Ach jaaa. ‘Nouja, niet iedereen heeft even veel geluk eaj,’ zei hij toen plagend tegen de merrie.

~~ FLUHUT

Anaïs

Anaïs

Even was het inderdaad stil tussen hen. De hengst schudde wat met zijn manen en liet merken dat hij best relaxed was. Zij anders ook wel. Met dit gesprek kon ze een beetje afkoelen en zeggen wat er in haar gedachten was. Ze kreeg dan nog eens raad ook. Ze sloeg met haar zwarte staart heen en weer zonder nog te weten wat ze moest zeggen. Ze had wel wat gezegd en nu wachtte ze meer op zijn antwoord. Haar donkere ogen gleden over de omgeving en het ijs. Een andere plek was ook gebarsten en zou na een tijd ook wel eens breken. Ze snoof kort en schraapte met haar kleine hoef door de sneeuw. Ze haatte de stilte nu wel even want het leek heel erg lang te duren. Haar oren draaiden zich naar de hengst die nu eindelijk antwoordde, nadat hij zijn tong een keer plagend uitstak. Het merrieveulen grijnsde breed bij het horen van zijn woorden. Hij mompelde wat over haar moeder waar hij natuurlijk gelijk in had. Ze knikte maar even en verder kwam er niet veel meer uit. Uit hen alletwee kwam er niet veel meer uit. Niet dat ze dat erg vond. Ze snoof kort en keek weer naar de hengst. Ze verveelde haar en daarom zou ze er wat aan doen. De jonge merrie begon rustig om de hengst te lopen en na een paar rondjes hapte ze een keer in zijn staart. Ze trippelde naar voren en met een valse uitdagende grijns staarde ze hem aan. Het was niet de bedoeling om belachelijk eens in zijn staart te bijten. Nee, het was als een echte uitdaging voor haar. Maar of hij het begreep wist ze niet. Daar zou ze nu op wachten.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum