Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

You Shall Not Give False Testimony, Except For Profit ~ Kay

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Duvessa

avatar

Was het omdat ze ouder werd. Was het omdat ze steeds brutaler werd, steeds meer een bitch? Of was het gewoon door de woede die in haar op borrelde. Dat ze deze merrie nu aan stukken scheurden? Het bloed sijpelde langs haar mond. Viel in kleine rode plasjes op de grond. Terwijl ze weg rende, het dode lichaam achter latend. Ze had erom gevraagd. Duvessa was ouder geworden, en had gemerkt hoe de merrie zich had verzet. Had gemerkt hoe de merrie zich had verzet door de dood. Maar niet had gewonnen. Ze had de angst van de merrie geroken, heerlijke geur was dat. Angst. De angst van paarden. Duvessa was nu inmiddels al twee en een half jaar. Haar spieren rolde onder haar ondanks de winter, gladde huid. Haar witte lichaam flitste over de prairie. En het enige wat je zou zien was een witte flits. Bij wijs van spreken. Sommige noemde haar slap, of sloom, of klein, of dom. Maar dat was ze geen van allen, Duvessa was sterk, snel, groot voor haar leeftijd, en juist uiterst intelligent. Ze werd steeds brutaler tegen haar moeder, al wist die dat zelf nog niet. Duvessa begon meer in te zien, zo begon ze in te zien dat die gevlekte koe toch gelijk had, de dag van de geboorte van Anaïs. Duvessa gooide haar hoofd de lucht in, gevolgd door haar achterbenen. Ze snoof nijdig en woest. Met een lichte bonk kwamen haar voeten weer op de grond. Nee, ze had het fout. Het was het feit, dat haar moeder haar zomaar eventjes had uitgehuwelijkt aan Kay. Die bonte 'koe' -zoals zei hem noemde.- Het probleem was, dat haar moeder haar gedwongen had. Ze dacht dat ze een perfect stel waren. Blerghh. Het was dus het feit dat haar moeder haar zomaar eventjes uitgehuwelijkt had aan Kay, dat de woede in haar opborrelde. En dat ze gevaarlijker werd voor alles om haar heen. Ze wou en zou Kay ontlopen. Maar dat was blijkbaar erg lastig. Ze rook de geur van hem. De Horcrux geur, met zijn geur erbij. Ze vroeg zich af of Kay, ook al verplicht was. Dat zou alles heel wat makkelijker maken. Met tegenzin draafde ze aan. Hij zou haar nu ook al wel geroken hebben. Ze stopte voor hem. Haar oren nijdig op haar moeder tegen haar schedel gedrukt. Kay was niet zo heel veel kleiner dan haar, die ook niet al te groot was.

~Kay~

Kay

Kay

Hij steigerde hoog. Hij snoof eens luid, en ging er toen in een wilde rengalop vandoor. Ver in de verte stond een miezerig boompje. Hij duwde zijn neus ver vooruit, zijn benen maakten enorme passen, zijn staart wapperde wild als een lange vlag achter hem aan. Zijn hoeven dreunden luid op de grond, hij ging steeds maar sneller. Zijn benen vlogen heen en weer in de wilde galop. Hij maakte meters lange galop passen. Zin ogen werden samen geknepen tot kleine streepjes. Zijn ogen waren gericht op het boompje. Hij snoof nogmaals luid. Hij galoppeerde al minuten lang op hoog tempo heen en weer, hij moest zijn conditie verbeteren, hij was te snel uitgeput. Zijn hals schuimde inmiddels van het zweet, hij hijgde lichtjes. Maar hij mocht niet opgeven, en hij ging steeds sneller. En de prairie was een perfecte open plek waar hij zijn topsnelheid kon bereiken. Hij hoorde de wind door zijn oren suizen, die naar achteren waren gericht. Enorm geconcentreerd rende hij in volle snelheid het minuscule boompje voorbij. Vanaf dat moment minderde hij vaart, tot hij vanuit een handgalop in draf viel. Bomen waren zeldzaam op deze plek, en dus ideale mijlpalen. Degene die er waren stonden honderden meters van elkaar. Hij hield halt, zijn voorste benen iets verder uit elkaar, en zijn hoofd laag. Hij hijgde nu, en het stoom kwam van zijn lichaam af van het zweet. Nu had hij zijn absolute topsnelheid gehaald, na zijn mening ging hij vliegensvlug. Hij zuchtte eens luidruchtig en hief toen zijn hoofd. Zijn oren draaiden om zich heen. Hij zwiepte eens met zijn staart tegen zijn natte flank. En weer was er een training op. Hij schudde de manen die aan zijn hals vast zaten geplakt. Toen kwam er een geur zijn neus binnen dringen. Hij snoof eens, en concentreerde zich op de geur. Ahh, dat geurtje had hij ook in zijn neusgaten gehad toen hij op deze plek DH weer voor de tweede keer in kwam. Duvessa, dochtertje van Deina. Inmiddels bijna even oud als haar. Hij was dan wel ongeveer een half jaar ouder. Hij zag inmiddels de witte merrie aankomen. Een kopie van Deina. Hij schudde nogmaals zijn manen en keek toen, de merrie liep recht op hem af. Haar oren stonden plat tegen haar schedel gedrukt. Hij schudde even met een grijns zijn hoofd. ‘Ik had een iets warmere begroeting verwacht,’ zei hij met een onschuldige glimlach op zijn gezicht. Zijn oortjes vrolijk naar voren gedrukt. Hij maakte er een big smile van en keek het beest met een enorm vrolijk/raar gezicht aan.

Duvessa

avatar

Al aardig snel kwam de hengst dichter bij. Ze zuchtte eventjes, het moest er maar van komen. Haar staart zwaaide eventjes wat. Meteen begon de hengst te praten. Een vage goedzakjes uitdrukking kwam op zijn gezicht/houding te staan. Ze trok er wenkbrauwen eventjes op. Dus... Begreep ze nou goed dat ze hiermee veulens moest krijgen? Duvessa zuchtte, met haar hoofd trots en fier in de lucht stapte ze één rondje om de hengst heen. Toen stond ze weer voor hem. Ze keek hem recht in de ogen aan. ''Dat is dan heel fijn voor je.'' Zei ze kil. Ze sloot haar ogen eventjes. Als haar moeder maar niet verwachtte dat ze gezellig met hem ging lopen flirten. En hem ging lopen uitdagen. No way. Duvessa snoof eens eventjes. Daarna brieste ze. Ze verplaatste haar gewicht eventjes van het ene been naar het andere. En dacht na. Haar moeder was gek geworden, haar vader was al heel lang uit DH en haar broers, en oudere zus waren weg. Niet dat ze iets gaf om Nahor en Sage. Ze had nooit respect voor hun gehad, ze had ze nooit gemogen. Maar dat zou wel weer aan haar liggen, of niet soms? Ze tilde haar been eventjes hoog op uit gewoonte. En zette hem toen met een dreun weer neer. Ze staarde voor haarzelf uit. Haar ogen waren leeg en diep, alsof haar ziel eruit was gezogen. Zo staarde ze de hengst voor haar aan. Nadenkend, over van alles en nog wat. Om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ze niet meer wist welke antwoorden ze had gevonden op haar vragen. In een keer kwam haar ziel weer terug -zo leek het tenminste.- Het was alsof er weer leven in haar ogen kwam. Kay was het vast wel opgevallen, hoe een klein puntje van leven steeds dichter en dichter bij kwam. Toen hoorde ze gehuil, gehuil van wolven. Haar ogen trokken zich tot spleetjes. Ze zette een pasje naar voren toe. ''We hebben bezoek.'' Fluisterde ze vals. Terwijl haar mondhoeken lichtjes optrokken tot een kwaadaardige grijns.

~Aan jou de eer om te bepalen of de wolvies komen Yay

Kay

Kay

De merrie was al gauw niet eens met zijn gezicht omdat hij raar keek. Hij lachte eventjes. Hij draaide zijn oren weer schuin naar achter en snoof eens zachtjes. Hij schudde zijn manen, om een poging te doen de manen die aan zijn hals plakten, eraf te schudden. Maar zijn plukken manen bleven koppig aan zijn hals plakken. Hij keek de merrie weer even aan. Precies Deina. Het beest ging vrolijk om hem heen lopen. Hij zwiepte met zijn staart toen ze achter hem langs kwam. De plukken raakten haar flank aan. Zijn oren gingen iets meer naar achter. Hij bleef staan en wachtte totdat ze weer terug voor hem stond. Hij keek met zijn donkerblauwe ogen in de hare, en ze keek terug. ''Dat is dan heel fijn voor je.'' zei de merrie toen. Hij haalde zijn wenkbrauwen op. ‘Ach ach, precies ma'am,’ zei hij plagend. Zijn oren op dezelfde manier houdend. Hij had ook een beetje medelijden met haar, aangezien Deina met de dag vervelender werd. Vooral tegen haar dochter Anaïs, waar hij een interessant gesprek mee had gehad. Toen werd het beest voor hem steeds leger. De ogen leken opeens dof. Hij kantelde zijn hoofd een beetje en keek de merrie aan. ‘Koekoek?’ zei hij vragend. Hij liep iets dichter naar de merrie toe. Ze stond hier opeens wel heel erg stil. ‘Leeft gij nog?’ zei hij toen maar even. Zijn hoofd kwam heel dicht bij en bestudeerde de merrie nauwkeurig. Hij schraapte eens met zijn hoef over de grond. ‘Okay, het grapje is voorbij,’ zei hij toen droog. En op dat moment kreeg de merrie haar leven weer terug. Haar ogen begonnen weer te schitteren. ‘Kijk, ik ben gewoon geweldig,’ zei hij met grote sarcasme in zijn stem. Hij schraapte weer eens met zijn hoef over de grond en zijn voorhand kwam een klein beetje van de grond. Hij keek haar aan met zo'n quasi kijk-mij-geweldig-zijn-blik. Toen draaide zijn oren plots opzij. Hij hoorde gehuil van ver weg. Fijn.. zeiden zijn gedachten. Hij snoof even. Hij had net getraind, dus knokken met wolven had ie geen zin in. De merrie kwam toen dichter naar hem toe. ''We hebben bezoek.'' zei ze toen met een typisch Deina blikje. Hij grinnikte. ‘Goh,’ zei hij toen droog.
Toen kwam de geur van de wolven toch steeds dichterbij. Hij keek verveeld om zich heen. Wat deden die beesten op de práírí. Hij rolden met zijn ogen en draaide zijn lichaam om. Toen zag hij verderop wolven in het gras schuil gehouden. ‘Ksst,’ mompelde hij naar de beesten. Hij stond nu voor Duvessa, om de wolven te observeren. Hij keek om naar de witte merrie. ‘En núú?’ vroeg hij met een zeurderig stemmetje. Ze konden of gaan vechten, of wegrennen. Maar hij verwachtte dat ze de beesten te lijf zouden gaan. Waar hij eigenlijk niet zo heel veel zin in had.

Duvessa

avatar

Velen zeiden dat ze veel op Deina leek. Té veel. Dat ze gewoon een exacte kopie was van Deina. Maar als dat zo was, dan zou Duvessa zelfmoord plegen. Echt waar, serieus. Ze zou het wedden. Als zij haar kinderen ooit zou verplichten om met een of andere hengst uit te huwelijken. Dan pas zou ze op Deina lijken. Als zij alleen maar een beetje met hengsten ging lopen flirten omdat ze macht hadden, of een goede bloedlijn. Dan pas zou ze op Deina lijken. Duvessa zag alle verschillen, en ze wist ze allemaal op te noemen. Maar dan zou ze over een dag of twee nog niet klaar zijn. Om het eventjes simpelweg te zeggen. Duvessa zwaaide met haar staart. Trok haar wenkbrauw eventjes op bij zijn eerste woorden. En liet hem toen weer zakken. Ze negeerde zijn plagerige woorden. En oja, ze had hem heus wel gehoord toen hij tegen haar praatte. Maar ze had hem alweer genegeerd. Toen ze weer op aarde was, hoorde ze de grote sarcasme van zijn woorden duidelijk. ''Ik hoop het maar.'' Mompelde ze zacht en lichtelijk plagerig. Dan zou alles een stuk makkelijker zijn geweest. Duvessa ging naast Kay staan, voor de wolven. ''Als het zal helpen om mijn woede op Deina kwijt te raken, dan zou ik graag knokken.'' Siste ze vals, hij had het probleem waarschijnlijk al gehoord van Anaïs, maar dan het probleem van Anaïs. Duvessa schudde haar zelf uit. Spande haar spieren, en sprong op een van de wolven af. Verscheidene wolven, zo'n stuk of drie. Vlogen ook op haar af, eentje vloog op Kay af. Ze waren dus met zijn vijven. Verrekt. Duvessa schudde haarzelf uit. Om de wolven van haar af te schudden iets wat aardig goed lukte. Ze pakte met haar tanden de poot van een van de springende wolven en trok hem op de grond. Met haar hoef boorde ze zijn kop in de bevroren grond. Om vervolgens in gevecht te gaan met een andere wolf.

Kay

Kay

Hij schudde zijn manen. Hij was ongeveer een anderhalf jaar weg geweest. Heel spannend was het niet, het was vooral reizen, veel van de wereld zien, en trainen. Hij was als een bonk spieren teruggekomen. Het enige spannede was de kudde die hij op oorlogspad had gestuurd. Hij zuchtte eens. Wat had hij ook een heel interessant leven. Hij zwiepte zijn staart tegen zijn flank aan en keek toen de merrie weer aan. Die nog steeds van de wereld bleek te zijn. Al bleek de merrie voor hem een blok steen te zijn die hem totaal negeerde. Hij kantelde zijn hoofd. Argh, wat was het weer een enorm aardig beest. ''Ik hoop het maar.'' Hij grijnsde. Hij ging toen raar met zijn hele voorhand heen en weer schudden. ‘Ik bén het, geef toe,’ zei hij grijnzend. Hij zette weer een enorm rare glimlach op, waarbij zijn mondhoeken raar omhoog krulden, zijn wenkbrauwen gingen op vreemde wijze omhoog. Zijn ogen gingen wijder open. Toen lachte hij en keek de merrie weer aan.
De merrie kwam naast hem staan en ze keken gezellig samen naar de wolven. Poe poe, nou nou. Op een Deina toontje zei ze dat ze wilde vechten. Hij zuchtte en liet zijn hoofd hangen. En het volgende moment vloog de merrie al naar de wolven toe. Hij keek toen weer naar de wolven toe. Hij bleef een beetje bewegingloos staan, langzaam zijn spieren aan het aanspannen. Hij was al bezweet, en dan moest hij nog gaan vechten. Hij zuchtte en keek hoe de merrie drie wolven te lijf ging. Toen zag hij opeens een grijze gedaante op hem af vliegen. ‘WOW WOW WOW,’ schreeuwde hij geschrokken. Hij voelde de nagels van het beest op zijn flank prikken. Hij boog zijn hoofd en pakte het beest met zijn tanden en rukte het van zijn lichaam af. Hij keerde zijn kont naar de grijze gedaante en gaf hem een flinke trap met zijn achterste hoeven. Zijn oren waren plat in zijn nek, en hij keek woedend achter zich. Hoe durfde het beest. Hij snoof. Duvessa was in gevecht met andere wolven, en één had ze geplet. Het beest die hij een klap had verkocht sprong weer naar zijn achterste, waardoor hij weer wild in het rond bokte. ‘AARRRH,’ zei hij op zijn best piraten accent.

Duvessa

avatar

Er was niets. Helemaal niets meer dat haar nog boeide, er was niet helemaal niets meer dat haar verbaasd of verrast maakte. Alleen haar moeder, iets wat aardig veel zei over Deina. Pff.. Ze was gek geworden gestoord geworden. Helemaal knotsgek was ze geworden, en dat.. Was geen leugen. Ze had Anaïs aan Zephyr gekoppeld. Een of andere gestoorde hengst, die compleet weg was van zichzelf. Iedereen vond hem prachtig, en was uit naar zijn macht. Duvessa verafschuwde hem. Haar staart draaide eventjes tegen in de lucht. En kwam in een reflex tegen haar buik aan. Haar witte manen werden lichtelijk in een dans gebracht door de wind die zijn liederen zong. Alleen degene die goed luisterde kon de liederen horen. Inmiddels was Kay ook al in een gevecht met de wolf die op hem afvloog. Terwijl de wolf die in gevecht was met Kay, versterking kreeg door een andere wolf. Had Duvessa er ook nog twee te doen. Dreigend gromde ze naar haar. Duvessa had haar hoofd laag, haar spieren gespannen. Ze probeerde altijd naar hun nekken uit te gaan. Maar die zouden ze niet krijgen, niet vandaag. Een van de wolven stoof op haar af. Duvessa gooide haar hoofd en haar voorbenen in de lucht. Met haar benen maalde ze in de lucht. Een van haar benen raakte de wolf met een klap. Die hard op de grond kwam, en piepend overeind kwam om weg te kruipen/lopen. Weer werd gehuil hoorbaar. Dit keer van mannetjes, verrekt. Als die kwamen helpen waren ze zo'n beetje kansloos. Duvessa beukte met haar hoofd tegen de wolf, trapte hem een paar keer raak. En wachtte af op de mannetjes. Die met volle vaart op hun af kwamen rennen. Enkele wonden van Duvessa prikte, maar ze negeerde het.

Kay

Kay

Zijn oren lagen plat in zijn nek gedrukt. Zijn witte staart werd als een
zweep tegen zijn flank aan gezwiept. Hij snoof een en gooide zijn hoofd
in de lucht. Hij draafde een half rondje en keek met vurige ogen de
wolf aan die hij net een klap had verkocht. Maar opeens werd hij door
een andere op zijn flank besprongen. In reflex steigerde hij hoog. Hij
hinnikte eens luid, en vooral erg woedend. Hij schudde met zijn kop,
maar de wolf bleef hardnekkig op zijn flank plakken. Als een of ander
vreemd virus. Hij schudde met zijn hoofd en bokte eens hoog. Na een paar
keer bokken liet het beest eindelijk los. Hij steigerde weer, zijn
benen maaiden in de lucht. Toen gaf hij een klap tegen de wolf zijn kop.
Toen kwam de andere weer op krachten. Een hoorbare zucht rolde over
zijn lippen. Hij zwiepte weer met zijn staart. Hij draaide zijn
achterste weer naar de beesten en sloeg zijn achterbenen weer uit. Hij
voelde dat hij iets raakte, maar hij was benieuwd wat. Hij schudde weer
met zijn hoofd. Hij galoppeerde weer een half rondje om met de beesten
in oog te komen. Hij steigerde weer hoog. Hij moest die beesten weg. Na
nog een paar klappen waren ze eindelijk weggekropen. Hij keek even naar
van Duvessa van. Jehee-kijk-mij. Totdat hij toen tot overmaat van ramp
nog meer gehuil hoorde. Hij liet zijn hoofd hangen zuchtte luid. ‘Neeeheeee,’ mekkerde hij klagelijk.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum