You never gonna catch me cry..
De witte merrie bracht haar hoofd omhoog en sperde haar neusgaten, om eens luidkeels te zuchtten. Nadat ze een tijdje was weggeweest om even goed na te denken en alles op een rijtje te zetten, had ze besloten terug te komen en haar zus weer een keertje op te gaan zoeken. Azura sloeg haar ogen neer en zacht zwiepte ze haar staart enkele keren tegen haar witte flanken aan, op de linkerflank zat een litteken, het litteken dat ze had opgelopen bij een gevecht met een roofdier. Nog steeds deed het pijn en toen de wond was ontstaan, kon ze een tijdje niet goed lopen. Helaas kon ze het afschuwelijke ding niet laten verdwijnen of verbergen, ze had helemaal geen zin om iedereen uit te gaan leggen waarom dat litteken daar zat. Bah, ze zag er al zo tegen op om haar vrienden weer te ontmoeten en uit te gaan leggen waar ze geweest was. De merrie snoof eens fel en stak haar neus in de lucht, haar neusgaten vulde zich met allerlei geuren en vooral de geur van het zoete water, waar ze zonder twijfeling dan ook abrupt op af ging aangezien haar keel kurkdroog was door het lange reizen. Het kabbelende water was al in zicht en eenmaal aangekomen te zijn liet ze haar fijne hoofd zakken, gulzig nam ze een paar slokken en voldaan keek ze op. Water drupte van haar kin af. Azura was nog steeds gezond gelukkig, al had ze wel een koliekaanval gekregen toen ze even was verdwenen uit Dream Horses, gelukkig was hij niet heftig en heeft ze hem overleeft. Vele paarden had ze ontmoet, ze was zelfs verliefd geworden maar met pijn in haar hart, had ze hem moeten verlaten aangezien ze dolgraag weer terug wilde naar Dream Horses. Hij wilde niet mee, hij had een eigen kudde dus hij moest daar wel blijven. Het afscheid was moeilijk geweest en ze was dus blij dat ze er vanaf was, maar ze miste hem zo erg. Azura draaide haar lichaam een half rondje en liet haar benen haar verder dragen, waar ze heen ging, ze had werkelijk geen idee. Over een tijdje zou ze haar zus, Mystic Light, weer roepen om haar alles even uit te leggen en haar excuses aan te bieden, want ze was weggegaan zonder het haar te zeggen. Kort brieste de merrie en lichtvoetig ging ze over naar een draf. Insecten vormde zich rond haar hals en dansde op haar manen. Het hele meander was ermee gevuld, insecten en andere mooie beesten. Vlinders fladderde rond haar hoofd en met grote ogen keek ze hoe ze hun gekleurde vleugels heen en weer klapte. Een luide hinnik verliet haar keelgat en speels gooide de merrie haar lichaam in de lucht, dit was pas een fijn welkom!
[Onbekende voor Azura aub. ]