~ Time only moves forward. You can't go back ~
‘Ik weet nog hoe mijn hart bonkte. Ik weet nog precies hoe krachtig de sterren leken te fonkelen boven de pijnlijke ogen die mijn hart deden doen branden en in mijn smaragdgroene ogen weerkaatsten. Hoe alles wat ik aan vriendschap en vertrouwen had opgebouwd langzaam in elkaar stortte in één nacht. "Het spijt me. Het ging per ongeluk", Waren de woorden die ik maar al te graag wou zeggen, wist dat dit de situatie enkel maar ingewikkelder zou maken. Het was niet dat ik niet begreep wat ik fout had gedaan, wat er aan de hand was en wat er zou gebeuren. Maar het gevoel van machteloosheid, woede, haat en verdriet terwijl het besef langzaam tot me doordrong. Het besef van wat ik had gedaan. Ik keek om, maar durfde niet verder te kijken dan het karmozijnrode bloed wat naast mijn hoeven een plas vormde. Alhoewel de ogen van mijn familie tegemoet komen evenals geen aantrekkelijk besluit was geweest. Toch deed ik het. Ondanks alles, ondanks de situatie mijn eeuwige trots niet los latend. Mijn ogen dwaalden verder, de blikken van de meeste familieleden negerend, totdat mijn ogen die van mijn moeder vonden. De smaragdgroene ogen van de sneeuwwitte merrie stonden tot mijn verbazing verdrietig, geschockt. Alhoewel dat misschien zo was omdat ik ze simpelweg nog nooit eerder zo had gezien. Maar ook mijn ogen vergrootte zich wanneer ze de parelachtige, pure tranen opmerkte die over haar wangen naar beneden fonkelden. Nog nooit had ik mijn moeder zien huilen. Amare, de pracht van de Honora kudde. De Godin van Het Westen, zoals ze ook wel bekend stond in dit gebied. Emoties die ik nooit eerder bij haar had gezien herkende ik plotseling. Teleurstelling, verdriet en Angst voor wat komen ging. Medelijden, wellicht. Alhoewel dat ook mijn hopende verbeeltenis kon zijn geweest. Het moment waarop mijn moeder haar blik afwendde, op dat moment brak er iets in mij. Iets wat me de tijd erna deed vergeten. Pas wanneer ik mijn thuis achter me steeds kleiner zag worden terwijl ik omkeek, drong het pas werkelijk tot me door wat ‘een banneling’ was. Want wat ik heel mijn leven mijn thuis had genoemd, was mijn thuis niet meer. Wat ik mijn vrienden had genoemd, waren evenals mijn vrienden niet meer. En zelfs wat ik ooit mijn familie had genoemd, was mijn familie niet meer.’
~ Amiya ~
Geslacht: Merrie
Ras: Arabier
Leeftijd: 5½
Ouders: Eligius x Amare
Broer: Luthando
Herkomst: De Honora kudde
2 jaar, was Amiya, toen ze in verband met bepaalde beschamende redenen uit de Honora werd verbannen. En ook nog een tweetal jaren passeerden tot de merrie op 4 jarige leeftijd in Dream Horses aankwam. Wat er in die 2 jaar is gebeurd is echter een nog groter mysterie dan wat er in de Honora kudde is gebeurd. Hopend dat ze dit geheim met zich mee kan dragen tot het einde van haar pad, tot de Dood haar komt halen, zal ze de herinneringen wegstoppen, nooit meer naar het wateroppervlak laten drijven. Gewoon doen alsof.
~--~
Aan de rand van een open plek bleef een merrie staan, de donkere lege ruimte voor haar gadeslagend. Donkere wolken weerhielden de maan ervan zijn lichtstralen over het bos heen te werpen. Ineens kwam het dier langzaam in beweging. Geruisloos zette ze steeds opnieuw een aantal passen de open plek op. Op het moment dat het dier haar passen staakten, dreef het wolkenpak wat zojuist het licht weerhield, voorbij. Heldere manenstralen schenen nu ongehinderd neer, de open plek verlichtend. Een bruine karamelkleurige merrie kwam tevoorschijn. Vier lange witte sokken bedekt met een dunne laag opgedroogde modder. Haar honinggouden manen waaiden telkens kort mee op het avondbriesje. De slordige voorpluk bedekte bijne het gehele linkere deel van haar gezicht. De merrie keek op waardoor een smaragdgroene iris zichtbaar werd. Onder het oog scheen een enkele zilverglanzende traan. Trillerige, schore klanken vonden zich ruw een weg over haar lippen. Desanniettemin waren de klanken melodieus, zangerig, puur. Alsof de stem niet paste bij de gejaagde blik in haar ogen. ‘Waar ben ik..’ Een onverwachts krachtige wind deed de bomen om de open plek met licht gekraak heen en weer wiegen. Alsof het bos haar beantwoordde: ‘Welkom in Dream Horses.’
‘Ik weet nog hoe mijn hart bonkte. Ik weet nog precies hoe krachtig de sterren leken te fonkelen boven de pijnlijke ogen die mijn hart deden doen branden en in mijn smaragdgroene ogen weerkaatsten. Hoe alles wat ik aan vriendschap en vertrouwen had opgebouwd langzaam in elkaar stortte in één nacht. "Het spijt me. Het ging per ongeluk", Waren de woorden die ik maar al te graag wou zeggen, wist dat dit de situatie enkel maar ingewikkelder zou maken. Het was niet dat ik niet begreep wat ik fout had gedaan, wat er aan de hand was en wat er zou gebeuren. Maar het gevoel van machteloosheid, woede, haat en verdriet terwijl het besef langzaam tot me doordrong. Het besef van wat ik had gedaan. Ik keek om, maar durfde niet verder te kijken dan het karmozijnrode bloed wat naast mijn hoeven een plas vormde. Alhoewel de ogen van mijn familie tegemoet komen evenals geen aantrekkelijk besluit was geweest. Toch deed ik het. Ondanks alles, ondanks de situatie mijn eeuwige trots niet los latend. Mijn ogen dwaalden verder, de blikken van de meeste familieleden negerend, totdat mijn ogen die van mijn moeder vonden. De smaragdgroene ogen van de sneeuwwitte merrie stonden tot mijn verbazing verdrietig, geschockt. Alhoewel dat misschien zo was omdat ik ze simpelweg nog nooit eerder zo had gezien. Maar ook mijn ogen vergrootte zich wanneer ze de parelachtige, pure tranen opmerkte die over haar wangen naar beneden fonkelden. Nog nooit had ik mijn moeder zien huilen. Amare, de pracht van de Honora kudde. De Godin van Het Westen, zoals ze ook wel bekend stond in dit gebied. Emoties die ik nooit eerder bij haar had gezien herkende ik plotseling. Teleurstelling, verdriet en Angst voor wat komen ging. Medelijden, wellicht. Alhoewel dat ook mijn hopende verbeeltenis kon zijn geweest. Het moment waarop mijn moeder haar blik afwendde, op dat moment brak er iets in mij. Iets wat me de tijd erna deed vergeten. Pas wanneer ik mijn thuis achter me steeds kleiner zag worden terwijl ik omkeek, drong het pas werkelijk tot me door wat ‘een banneling’ was. Want wat ik heel mijn leven mijn thuis had genoemd, was mijn thuis niet meer. Wat ik mijn vrienden had genoemd, waren evenals mijn vrienden niet meer. En zelfs wat ik ooit mijn familie had genoemd, was mijn familie niet meer.’
~ Amiya ~
Geslacht: Merrie
Ras: Arabier
Leeftijd: 5½
Ouders: Eligius x Amare
Broer: Luthando
Herkomst: De Honora kudde
2 jaar, was Amiya, toen ze in verband met bepaalde beschamende redenen uit de Honora werd verbannen. En ook nog een tweetal jaren passeerden tot de merrie op 4 jarige leeftijd in Dream Horses aankwam. Wat er in die 2 jaar is gebeurd is echter een nog groter mysterie dan wat er in de Honora kudde is gebeurd. Hopend dat ze dit geheim met zich mee kan dragen tot het einde van haar pad, tot de Dood haar komt halen, zal ze de herinneringen wegstoppen, nooit meer naar het wateroppervlak laten drijven. Gewoon doen alsof.
~--~
Aan de rand van een open plek bleef een merrie staan, de donkere lege ruimte voor haar gadeslagend. Donkere wolken weerhielden de maan ervan zijn lichtstralen over het bos heen te werpen. Ineens kwam het dier langzaam in beweging. Geruisloos zette ze steeds opnieuw een aantal passen de open plek op. Op het moment dat het dier haar passen staakten, dreef het wolkenpak wat zojuist het licht weerhield, voorbij. Heldere manenstralen schenen nu ongehinderd neer, de open plek verlichtend. Een bruine karamelkleurige merrie kwam tevoorschijn. Vier lange witte sokken bedekt met een dunne laag opgedroogde modder. Haar honinggouden manen waaiden telkens kort mee op het avondbriesje. De slordige voorpluk bedekte bijne het gehele linkere deel van haar gezicht. De merrie keek op waardoor een smaragdgroene iris zichtbaar werd. Onder het oog scheen een enkele zilverglanzende traan. Trillerige, schore klanken vonden zich ruw een weg over haar lippen. Desanniettemin waren de klanken melodieus, zangerig, puur. Alsof de stem niet paste bij de gejaagde blik in haar ogen. ‘Waar ben ik..’ Een onverwachts krachtige wind deed de bomen om de open plek met licht gekraak heen en weer wiegen. Alsof het bos haar beantwoordde: ‘Welkom in Dream Horses.’