Lichte passen kwamen zacht neer op de grond, Diolathé snoof
de frisse lucht eens goed in en blies die toen tevreden weer uit. Het was
altijd zo mooi hier, sinds ze hier bij Pride Wish zat was haar vrolijkheid nog
iets in de hoogte geschoten, iets wat bijna onmogelijk was. Het gebied hier
stond best vol met bomen, en er stroomde een grote rivier doorheen. Ook weer
een geweldige plek, er was genoeg te eten en te drinken. Dat omdat de rivier
water gaf aan de planten op het Meander. Haar draf was zoals altijd sierlijk en
met lichte zwevende passen. Maar daar had ze nu even genoeg van, ze bokte eens
om zich uit te strekken en sprong zo aan in een galop. Nog steeds waren haar
passen sierlijk maar nu gewoon sneller, met de wind die door haar haren heen
blies bleef ze doorgaan. hier en daar was een klein boomstammetje op de grond,
daar sprong ze dan ook vrolijk over heen. Tevreden brieste ze eens waarna ze
zichzelf weer wat vaart liet minderen, zo ging ze terug over in een draf, en
daarna in een stap. Toen ze merkte dat ze toch best dorst had stopte ze even,
ze boog haar hals naar beneden en dronk wat van het verfrissende water. Hmm,
dat deed goed, het was warm deze tijd van het jaar, dus water kon je nooit
genoeg hebben. Gelukkig zorgde de schaduw van de bomen er wel voor dat het
minder warm was. Ze nam nog snel een paar happen gras en wou weer door gaan. Eventjes
draafde ze weer verde totdat een geur haar neus binnen drong. Die geur kende
ze, ze had hem niet vaak gezien dus ze twijfelde nog een beetje. Maar ze wist
wel zeker dat het een lid van PW was, dus het zou best Sultan kunnen zijn. Ze hinnikte
eens vrolijk om het paard te roepen en zag toen een zwarte vacht tevoorschijn
komen. Ze keek even en wist het zeker, dit was Sultan, haar leider. ‘Sultan,
wat fijn om jou hier te zien.’ Zei ze met haar altijd vrolijke en zoete stem. Ze
glimlachtte eens en nam toen nog een hap gras, waarna ze weer naar boven keek,
wachtend op een antwoord. Een praatje maken was nooit verkeerd, ze vond het
zelfs heel leuk.
-Voor onze Sullerd-
de frisse lucht eens goed in en blies die toen tevreden weer uit. Het was
altijd zo mooi hier, sinds ze hier bij Pride Wish zat was haar vrolijkheid nog
iets in de hoogte geschoten, iets wat bijna onmogelijk was. Het gebied hier
stond best vol met bomen, en er stroomde een grote rivier doorheen. Ook weer
een geweldige plek, er was genoeg te eten en te drinken. Dat omdat de rivier
water gaf aan de planten op het Meander. Haar draf was zoals altijd sierlijk en
met lichte zwevende passen. Maar daar had ze nu even genoeg van, ze bokte eens
om zich uit te strekken en sprong zo aan in een galop. Nog steeds waren haar
passen sierlijk maar nu gewoon sneller, met de wind die door haar haren heen
blies bleef ze doorgaan. hier en daar was een klein boomstammetje op de grond,
daar sprong ze dan ook vrolijk over heen. Tevreden brieste ze eens waarna ze
zichzelf weer wat vaart liet minderen, zo ging ze terug over in een draf, en
daarna in een stap. Toen ze merkte dat ze toch best dorst had stopte ze even,
ze boog haar hals naar beneden en dronk wat van het verfrissende water. Hmm,
dat deed goed, het was warm deze tijd van het jaar, dus water kon je nooit
genoeg hebben. Gelukkig zorgde de schaduw van de bomen er wel voor dat het
minder warm was. Ze nam nog snel een paar happen gras en wou weer door gaan. Eventjes
draafde ze weer verde totdat een geur haar neus binnen drong. Die geur kende
ze, ze had hem niet vaak gezien dus ze twijfelde nog een beetje. Maar ze wist
wel zeker dat het een lid van PW was, dus het zou best Sultan kunnen zijn. Ze hinnikte
eens vrolijk om het paard te roepen en zag toen een zwarte vacht tevoorschijn
komen. Ze keek even en wist het zeker, dit was Sultan, haar leider. ‘Sultan,
wat fijn om jou hier te zien.’ Zei ze met haar altijd vrolijke en zoete stem. Ze
glimlachtte eens en nam toen nog een hap gras, waarna ze weer naar boven keek,
wachtend op een antwoord. Een praatje maken was nooit verkeerd, ze vond het
zelfs heel leuk.
-Voor onze Sullerd-