Hij was toch de slechte in dit verhaal? Hij was degene die iedereen in de steek had gelaten? Hij was degene die tegen zijn ware aard ging, degene die in opstand kwam. Waarom voelde het dan alsof jij nog steeds de goede was? Alsof hij gewoon zo deed om zijn dierbaren te beschermen, te beschermen tegen zichzelf. Maar hij wou ze niet beschermen, het leven was te saai toen hij zich nog beschermde. Hij heeft geen goede motieven voor zijn plotselinge veranderingen, hoe langer hij buiten het terrein was dat hij ooit ‘ zijn thuis ‘ noemde, hoe barser en botter hij werd. Hoe minder het hem allemaal uitmaakte, alsof een kwade kracht zich over hem had uitgeroepen en nu langzaam al het goede uit hem zoog. Het enige probleem was dat de herinneringen aan zijn liefdevolle verleden enkel sterker terug kwamen. Het geluk, de vreugde die hij ooit had gevoeld, het maakte hem misselijk. Het voelde als een grote tijdverspilling.
Wat was er dan mis? Iets voelde niet goed, het was niet dat hij zich zo voelde omdat hij nog nooit echt zijn gevoelens had buitengesloten, eigenlijk had hij ze altijd maar de vrije loop gegeven, zich als een zwak slachtoffer opgezet. Hij wist wat er mis was, maar hij wist niet wat hij eraan kon doen. Het probleem was dat zijn gevoelens nog te echt waren, en dat er echt iets miste, een klein detail, het detail dat zou bewijzen dat hij niet was wat hij vroeger was. Wat anderen nog steeds van hem verwachten te zijn… Anderen. Dat was het! De anderen, die die hem het beste kende, zij moesten het weten. Hij hoefde geen andere naam – dat was zo afgezaagd geworden – En onder ons gezegd was Remember eigenlijk behoorlijk tevreden met zijn naam op dit moment. Remember, het sprak voor zich. Remember me. Hij hoefde geen ander uiterlijk. Iedereen dacht altijd dat het algemeen bekend was dat witte paarden over het algemeen de meest liefhebbende waren. Dit vooroordeel was onzin en het maakte je enkel zwak. Zwak in een spel waarbij je maar een kans kreeg om te leven. Het enige wat hij wou was dat zijn bekenden, die hij ooit geliefden noemde, wisten dat hij anders was. Niet meer zichzelf.
Hij zou ze overdonderen, iets dat hem een voordeel zou kunnen geven, als het erop aan kwam zou hij dingen doen waarvan ze nooit zouden verwachten dat hij het over zijn hart zou kunnen krijgen. En als het erop aan kwam, dan zou hij bereid zijn om hun keel open te rijten. Hij had gelijk gehad over Magnifico, het voelde inderdaad aan alsof hij met haar een gat in zijn hart had achtergelaten, niet omdat hij haar perse mistte, omdat hij het idee dat zij er niet meer was mistte. Maar hij had geen steun meer nodig, hij was zijn eigen steun nu. Het was als een spel, de zwakke gingen dood, de sterkste bleven leven. Het enige wat je nodig had was een tactiek.
De geuren die volgden waren niet precies de twee die hij hoopte als eerste te ruiken na de bedenking van zijn tactiek. Maar hij moest ergens beginnen. Eerst Magnifico, dan degene die zij het meeste haatte. Sultan. Natuurlijk merkte hij op dat Sunset er ook bij was, maar Sunset deed er niet toe, Sunset was Sunset en Sunset was zwak, klein en bracht amper tegenstand tegen de spieren die Remember de afgelopen maanden steeds sterker aan het maken was en nu zichtbaar onder zijn dunne vacht rolde. De zomer was aangebroken en het was warmer dan ooit tevoren. Desondanks bleef hij in een snelle tred in de richting van de paarden gaan. Hij ging over tot een langzamere pas en stopte uiteindelijk, akelig dichtbij de achterhoeven van Sultan, die hem niet zou zijn, nu hij recht achter hem stond. Het was grappig om te zien hoe Sunset’s dikke buik zelfs langs de contouren van Sultan uitpeilde. Een glimlach sierde zijn gezicht, maar zijn ogen lachte niet mee.
`Wat er ook gebeurd is, het was vást niet de bedoeling,'
Zijn stem vulde de stilte op, hij liep een kwart rondje en kwam zo naast beide paarden te staan.
`Ach nee, arme Sunset. Voor welk gevaar heb je je nu weer niet kunnen verdedigen? Welke duivelse slechterik moeten we dit keer voor je te grazen nemen?'
De sarcastische klanken van zijn stem vulde de stilte van de avond.
`Sultan bespaar me de moeite,'
Dit keer richtte hij zich direct op zijn broer, zijn zwarte ogen priemde in de reebruine ogen van zijn medespeler in dit allemaal veel te echte spel.