Met grote galop passen bewoog de spierwitte merrie zich voort over de prairie. Haar oren lagen plat in haar nek,en haar houding was trots en fier. De zon branndde op haar witte vacht maar het kon haar niks schelen. Na een tijdje begon Fether toch moe te worden van het galopperen,maar toch bleef ze stug doorgaan. Waarom zou ze stoppen met galopperen? Maar het was ook dezelfde vraag: Waarom zou ze stoppen? Ze had niks om naartoe te gaan. Na een tijdje besloot ze om toch maar te stoppen met galopperen. Ze maakte een vloeiende overgang naar een vlotte stap. Als ze stil zou blijven staan dan zou het nog warmer worden. Daarom kon ze beter blijven lopen.
Haar mond begon droog te voelen,en haar keel begon te brandden. Zoekend keek ze om te zien of er ergens een waterbron te zien was. Ze zag in de wijde omtrek nergens iets waar je water zou kunnen vinden. Opeens schoot haar iets binnen wat ze vroeger ooit gehoord had. Als je een kuiltje groef dan zat daarin,onder de grond soms water. Fether stopte met lopen en begon met haar hoeg lomp in de aarde te trappen. Na een paar trappen was er al een reelijk diep kuiltje ontstaan in de droge grond. Er was geen water... Een paar meter verderop deed ze nog een keer hetzelfde. Nu zat er wel water in het kuiltje. Gulzig begon ze te drinken. Toen ze genoeg had om nog een tijdje door te kunnen liep ze weer verder.
Ze kende de Dh nog niet zo heel goed. Ze was ook nog nooit in de prairie geweest. Zouden er goedzakjes in de Prairie komen? Of waren ze te erge watjes om zich in de hete zon te bevinden? Dat zou toch wel heel erg zijn als dat zo was! Ze zag hier in de buurt in ieder geval geen enkel goedzakje. Niet dat ze hier wel slechte paarden zag maar alsnog...
Opeens gooide Fether haar hoofd fel in haar nek. Ze rook een ander paard! Ze verduidelijkte haar houding weer, die was verslapt door de warme zon. Haar oren lagen weer plat tegen haar schedel en haar lijf stond in een trotse houding. Zo bleef ze wachten tot de eigenaar van die geur naar haar toe zou komen.
[Grootste flut post ever! Alleen Madness pleaszee...]
Haar mond begon droog te voelen,en haar keel begon te brandden. Zoekend keek ze om te zien of er ergens een waterbron te zien was. Ze zag in de wijde omtrek nergens iets waar je water zou kunnen vinden. Opeens schoot haar iets binnen wat ze vroeger ooit gehoord had. Als je een kuiltje groef dan zat daarin,onder de grond soms water. Fether stopte met lopen en begon met haar hoeg lomp in de aarde te trappen. Na een paar trappen was er al een reelijk diep kuiltje ontstaan in de droge grond. Er was geen water... Een paar meter verderop deed ze nog een keer hetzelfde. Nu zat er wel water in het kuiltje. Gulzig begon ze te drinken. Toen ze genoeg had om nog een tijdje door te kunnen liep ze weer verder.
Ze kende de Dh nog niet zo heel goed. Ze was ook nog nooit in de prairie geweest. Zouden er goedzakjes in de Prairie komen? Of waren ze te erge watjes om zich in de hete zon te bevinden? Dat zou toch wel heel erg zijn als dat zo was! Ze zag hier in de buurt in ieder geval geen enkel goedzakje. Niet dat ze hier wel slechte paarden zag maar alsnog...
Opeens gooide Fether haar hoofd fel in haar nek. Ze rook een ander paard! Ze verduidelijkte haar houding weer, die was verslapt door de warme zon. Haar oren lagen weer plat tegen haar schedel en haar lijf stond in een trotse houding. Zo bleef ze wachten tot de eigenaar van die geur naar haar toe zou komen.
[Grootste flut post ever! Alleen Madness pleaszee...]