watching and waiting for the rain to come
and these words wouldn't keep you dry
or wipe tears from an open sky ~
and these words wouldn't keep you dry
or wipe tears from an open sky ~
Nadenken. Stop. Stop daarmee. Ze snoof en keek woest om zich heen, haar donkerzwarte ogen vonkend van een vuur dat alles opvrat, alles op zijn pad verslond en duisternis achterliet. Wie was ze? Hoe was haar naam? Faye. Dat was ze. Haar naam betekende hoop, was een synoniem voor een mythisch wezen dat de wereld verlichtte met een zacht, tinkelend gelach en glitters. Kon zij niet zo zijn? Lief, zacht en gelukkig. Stop. Haar benen trilden en ze schudde zich uit, zo fel dat het voelde alsof haar huid van haar botten werd gescheurd, weg werd geslingerd in een oneindige duisternis. Zij was niet zo. Ze wilde het worden- het lukte niet. Niets lukte haar. Aan haar binnenste vraten de maden haar op, schakelde haar organen uit. Haar hart was ze kwijt. Longen? Ze kreeg geen lucht. Hoe vaak had ze al dood moeten zijn en leefde ze nog. Ze was er slecht in- in leven en doodgaan tegelijkertijd. Ze leefde niet goed genoeg om gelukkig te zijn en was te slecht om echt dood te gaan. Onkruid vergaat niet.
and i won't let you drown, when the water's pulling you in
i'll keep fighting, i'll keep fighting
the rain's going to follow you wherever you go
the clouds go black and the thunder rolls
and i see lightning, and i see lightning ~
i'll keep fighting, i'll keep fighting
the rain's going to follow you wherever you go
the clouds go black and the thunder rolls
and i see lightning, and i see lightning ~
Echo's in haar oren. Waar was ze bang voor? Waar was ze zo kwaad om? Ze begreep haarzelf niet, had het nooit gedaan. Haar hoofd werkte niet zoals haar hart dat deed. Nu was haar hart verdwenen en draaide haar hoofd helemaal door. Blijkbaar hadden ze elkaar wel nodig. Blijkbaar had zij iemand nodig. Nee. Stop. Faye had nooit iemand nodig gehad. Ze wilde het niet. Van liefde kwam meer duisternis dan zonlicht. Ze moest blijven vechten, maar waarvoor? Ze had gevochten- had het geprobeerd. Ze hadden geloofd dat ze alles kon zijn wat ze wilde. Maar wat had dat opgeleverd? Niets. Ze had niets- geen vrienden. Geen liefde (ze wist niet eens hoe liefde voelde). Oh. Wat was ze? De vragen tuimelden door haar hoofd, over elkaar heen, schopten een weg door haar hersenen en lieten alleen verwoesting achter. De merrie stond daar maar en liet haar hoofd haar gang gaan. Blijven vechten, maar voor hoelang? Schreeuwen. Schreeuw. Het voelde alsof ze wegzakte in de grond, dat de aarde haar verzwolg en dat de ratten aan haar vacht vraten, dat kraaien haar ogen uitpikten met hun scherpe snavels. Voor het eerst in haar leven was er geen plan. Geen besluit. Nog steeds geen tranen. Ze had nooit gehuild. Ooit, één keer. Daarna had ze het niet toegestaan om te rouwen, om nog ergens een traan om te laten.
i know it's too late to stop the setting sun
you see the shadows in the distant light
and it's never going to be alright
and you know, and you know, and you know i'm right ~
you see the shadows in the distant light
and it's never going to be alright
and you know, and you know, and you know i'm right ~
Haar grootste angst? Duisternis. Oud worden. Liefhebben. Niet perse in die volgorde. Misschien had ze hulp nodig. Ze had het nooit durven vragen. Was ze te trots? Of had ze het eigenlijk al lang opgegeven? Misschien was ze bij haar geboorte al een verloren zaak geweest. Onbeduidend grijs veulen, dat later tot een witte schoonheid met angstaanjagende zwarte ogen zou uitgroeien. Opnieuw een waterval van gedachten, herinneringen. Net zoals de waterval voor haar stortte het naar beneden, onder bulderend geraas. De nevel hing om haar heen, alsof ze zelf was gemaakt uit de kleine waterdruppeltjes. Onbeduidend rondzwevend in de lucht. Er zou niemand zijn. Voor het eerst sinds -hoe lang stond ze hier nu? Het kon dagen zijn. Weken. Seconden. Haar besef van tijd was verdwenen. Maar ze bewoog, zwaaide langzaam met haar staart. Toen bevroor ze weer en staarde naar het neerstortende water. Haar gedachten gingen verder met het verwoesten van alles wat ze ooit had gevoeld. Misschien zou ze hier over duizenden jaren nog staan. Zouden voorbijgangers zich afvragen wat het bevroren paard daar deed. Ze was zo mooi, ze oogde gezond. Maar diep in de zwarte ogen woedde nog steeds een storm. Een storm van gevoelens waar ze niet mee om kon gaan. Woedde. Verdriet. Haat. Hoop.
i'll keep climbing, i'll keep climbing
the rain's going to follow you wherever you go
the clouds go black and the thunder rolls
and i see lightning, and i see lightning ~
the rain's going to follow you wherever you go
the clouds go black and the thunder rolls
and i see lightning, and i see lightning ~
[Oneindig veel dank aan Hurts - Silver Lining, voor de songtekst. Ik wilde jullie eens een kijkje gunnen in Fee's gedachten, maar zoals je leest in het nogal onbegrijpelijk. Oh~ PB even als je wilt reageren. Ik heb namelijk eisen =3. ]