Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Paint the sky with silver lining

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Faye

Faye
VIP

watching and waiting for the rain to come
and these words wouldn't keep you dry
or wipe tears from an open sky ~


Nadenken. Stop. Stop daarmee. Ze snoof en keek woest om zich heen, haar donkerzwarte ogen vonkend van een vuur dat alles opvrat, alles op zijn pad verslond en duisternis achterliet. Wie was ze? Hoe was haar naam? Faye. Dat was ze. Haar naam betekende hoop, was een synoniem voor een mythisch wezen dat de wereld verlichtte met een zacht, tinkelend gelach en glitters. Kon zij niet zo zijn? Lief, zacht en gelukkig. Stop. Haar benen trilden en ze schudde zich uit, zo fel dat het voelde alsof haar huid van haar botten werd gescheurd, weg werd geslingerd in een oneindige duisternis. Zij was niet zo. Ze wilde het worden- het lukte niet. Niets lukte haar. Aan haar binnenste vraten de maden haar op, schakelde haar organen uit. Haar hart was ze kwijt. Longen? Ze kreeg geen lucht. Hoe vaak had ze al dood moeten zijn en leefde ze nog. Ze was er slecht in- in leven en doodgaan tegelijkertijd. Ze leefde niet goed genoeg om gelukkig te zijn en was te slecht om echt dood te gaan. Onkruid vergaat niet.

and i won't let you drown, when the water's pulling you in
i'll keep fighting, i'll keep fighting
the rain's going to follow you wherever you go
the clouds go black and the thunder rolls
and i see lightning, and i see lightning ~

Echo's in haar oren. Waar was ze bang voor? Waar was ze zo kwaad om? Ze begreep haarzelf niet, had het nooit gedaan. Haar hoofd werkte niet zoals haar hart dat deed. Nu was haar hart verdwenen en draaide haar hoofd helemaal door. Blijkbaar hadden ze elkaar wel nodig. Blijkbaar had zij iemand nodig. Nee. Stop. Faye had nooit iemand nodig gehad. Ze wilde het niet. Van liefde kwam meer duisternis dan zonlicht. Ze moest blijven vechten, maar waarvoor? Ze had gevochten- had het geprobeerd. Ze hadden geloofd dat ze alles kon zijn wat ze wilde. Maar wat had dat opgeleverd? Niets. Ze had niets- geen vrienden. Geen liefde (ze wist niet eens hoe liefde voelde). Oh. Wat was ze? De vragen tuimelden door haar hoofd, over elkaar heen, schopten een weg door haar hersenen en lieten alleen verwoesting achter. De merrie stond daar maar en liet haar hoofd haar gang gaan. Blijven vechten, maar voor hoelang? Schreeuwen. Schreeuw. Het voelde alsof ze wegzakte in de grond, dat de aarde haar verzwolg en dat de ratten aan haar vacht vraten, dat kraaien haar ogen uitpikten met hun scherpe snavels. Voor het eerst in haar leven was er geen plan. Geen besluit. Nog steeds geen tranen. Ze had nooit gehuild. Ooit, één keer. Daarna had ze het niet toegestaan om te rouwen, om nog ergens een traan om te laten.

i know it's too late to stop the setting sun
you see the shadows in the distant light
and it's never going to be alright
and you know, and you know, and you know i'm right ~


Haar grootste angst? Duisternis. Oud worden. Liefhebben. Niet perse in die volgorde. Misschien had ze hulp nodig. Ze had het nooit durven vragen. Was ze te trots? Of had ze het eigenlijk al lang opgegeven? Misschien was ze bij haar geboorte al een verloren zaak geweest. Onbeduidend grijs veulen, dat later tot een witte schoonheid met angstaanjagende zwarte ogen zou uitgroeien. Opnieuw een waterval van gedachten, herinneringen. Net zoals de waterval voor haar stortte het naar beneden, onder bulderend geraas. De nevel hing om haar heen, alsof ze zelf was gemaakt uit de kleine waterdruppeltjes. Onbeduidend rondzwevend in de lucht. Er zou niemand zijn. Voor het eerst sinds -hoe lang stond ze hier nu? Het kon dagen zijn. Weken. Seconden. Haar besef van tijd was verdwenen. Maar ze bewoog, zwaaide langzaam met haar staart. Toen bevroor ze weer en staarde naar het neerstortende water. Haar gedachten gingen verder met het verwoesten van alles wat ze ooit had gevoeld. Misschien zou ze hier over duizenden jaren nog staan. Zouden voorbijgangers zich afvragen wat het bevroren paard daar deed. Ze was zo mooi, ze oogde gezond. Maar diep in de zwarte ogen woedde nog steeds een storm. Een storm van gevoelens waar ze niet mee om kon gaan. Woedde. Verdriet. Haat. Hoop.


i'll keep climbing, i'll keep climbing
the rain's going to follow you wherever you go
the clouds go black and the thunder rolls
and i see lightning, and i see lightning ~


[Oneindig veel dank aan Hurts - Silver Lining, voor de songtekst. Ik wilde jullie eens een kijkje gunnen in Fee's gedachten, maar zoals je leest in het nogal onbegrijpelijk. Oh~ PB even als je wilt reageren. Ik heb namelijk eisen =3. ]

Cattivo

Cattivo

Een zwarte schim bewoog zichzelf met galopsprongen voort, soms wat onregelmatig, maar het bleef in hetzelfde tempo. Als je je om zou draaien zou je niet weten wie of wat er voorbij kwam gesjeesd, zijn benen moesten strekken. De waterval.. Dé plek waar zijn bestemming nu weer lag. Sommigen zeiden dat het gebied prachtig was, zo mooi zelfs dat een soortgenoot van hem het uit zo kótsen. Maar hij? Nee, hopelijk niet. Soms kón Cattivo wel lief of behulpzaam zijn, je moest hem alleen in een goede bui treffen. En tja, dat was maar héél zelden. Witte wolkjes kwamen uit zijn opengesperde neusgaten en zweefden de lucht in. Rustig gaf Cattivo zijn staart een zwaai en toen hij de nevel al naderde minderde hij zijn snelheid, het was hier. Hier in de buurt. Hij wíst het, ookal was hij er enigzins nog nooit geweest. Als hier een paard was, áls, dan zou dat paard misschien wel de enige zijn die hem hier ooit zou zien. Want als dit gebied hem beviel zou hij hier vaker komen, zo niet, dan zou hij hier zichzelf nooit meer verschijnen. Cattivo hoorde het knetteren van het water dat naar beneden viel al, het geluid van dé waterval. Waar hij voor naartoe was gekomen, naar deze plek. Als je je leven niet meer waard was kon je vast en zeker naar beneden springen, dan was je zeker wel dood. Mààr.. ookal had Cattivo geen dierbaren, of iemand 'lief' ging hij alsnog niet naar beneden, ookal zou hij dan in de hel komen. Misschien was het daar wel beter, maar ach. Als het niet was, dan kon hij niet meer terug. Dan was er geen uitweg. Nergens. En hij wilde dat nu niet, mocht het leven er té goed zijn, dan zat hij er verkeerd en wilde hij weg. Dan kon dat echter niet. Dus dat was geen goede optie. Ineens toen Cattivo een gedaante opmerkte, bijna recht voor hem, keek hij meteen op en schudde hij zijn hoofd. Cattivo' ogen keken weer straks naar voren en toen besloot hij maar naar het gedaante toe te gaan. Wat was díe in gódsnaam van plan? Als ze hier vanaf wilde springen was de merrie gestoord, niet goed bij haar verstand. Echter zou Cattivo dat niet laten gebeuren, wat zijn geaardheid ook was. Niet voor zijn ogen. Meteen toen hij achter de merrie stond en de merrie bevroren leek duwde hij met zijn neus op één van haar ribben, om haar aandacht vragend. 'Merrie.. Ik weet dat het leven soms een hél kan zijn, maar springen van een waterval, nooit. Ookal ken ik je niet ofzo, dat zal ik nooit laten gebeuren. Nooit voor mij ogen, nooit..' sprak hij sissend, ookal was dat niet zijn bedoeling geweest. Maar dat gebeurde gewoon. 'Als je bedoeling was om van de waterval af te springen kan ik dat niet laten gebeuren, beter dat je jezelf misschien laten verhongeren of vermoorden. Maar niet van een waterval afspringen, zo'n dood wilt niemand. Echt, anders krijg je er spijt van..' zei hij, op dezelfde toon als hij daarvoor had gezegd. Het leek misschien we; een exacte kopie, wie weet.. Met zijn voorhoef schraapte hij onrustig over de grond heen en keek toen weer naar de sneeuwwitte merrie toe. Misschien was het maar beter dat hij haar wilde proberen tegen te houden, want misschien als ze nu bleef leven en ze even later terug dacht aan dit moment, zou ze geen spijt hebben dat ze niet was gesprongen. Ze had geluk dat Cattivo kwam, en geen ander ‘slecht’ paard, die had haar misschien wel laten springen. Even had hij wel de neiging gehad om haar te duwen, zodat ze naar beneden viel maar dat zou zielig zijn, zo zou hij iemand het leven niet willen ontnemen. Hij wilde alleen doden via de pijnlijke weg, ze laten sterven, ze op de grond laten liggen en ze horen te smeken om te blijven leven. Niks zou er mooier zijn dan dat, helaas had hij nog niet veel kandidaten gevonden de laatste tijd die dat konden ondergaan, jammer genoeg. Ookal was hij diep in gedachte, zijn aandacht bleef bij de merrie. Ze zou niet de waterval af gaan springen, echt niet..

Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum