This rose is like our lives
So complicated and yet so beautiful
So beautiful, so great, so colourful
Life is so much like a rose
Somtimes it may sting a bit
But that depends on the way you grab it
And this rose is like you
So breathtaking, so pretty
So romantic, so lovely
You are so much like this rose
So much beauty on the inside
To some you'll show, from some you'll hide
Sometimes I forget
That roses are more than plain flowers
That you can stare at them for hours
Sometimes I forget
That life is
and you are
...Just like a rose
Vrienden vertelden hoe mooi ze werkelijk was. Ouders zongen een liedje dat bij haar naam hoorde. En de partner vertelde hoeveel hij van die roos hield. Zoveel complimenten en lieve woorden kreeg ze te horen. Haar oren waren verliefd op de woorden die erin werden gefluisterd. Elke dag, week en maand waren er wel woorden of zinnen die in haar gedachten bleef rondhangen. Vooral dat speciale gedichtje dat haar zus ooit voor haar verzonnen had. Het bleef in haar hoofd, alsof haar zus erin verborgen zat. Alsof ze fluisterde en zong voor haar, in haar hoofd. Het was een heerlijk gevoel om het elke dag aan te horen, maar het deed ook pijn. Het was al vijf jaar geleden dat ze haar familie nog gezien had. En dat gebeurde op een vreselijke manier die ze nooit zou vergeten.
Het was donker. De maan stond hoog aan de lucht, maar donkere wolken zorgden voor de verborgen maan. Sterren verdwenen door de lucht en rook was te zien. Wild gesnuif van een kudde klonk, angstig gehinnik. Paniek. De vulkaan was uitgebarsten en de lava kwam in hun richting. Merrie's hinnikten naar hun bange veulens om ze gerust te stellen, maar dat lukte niet. Ze waren te bang. Ze stoven uit elkaar met paniek in hun ogen. Gehinnik en getrappel van hoeven was het enige dat kleine Roses kon horen. Ze hinnikte eens luid en angstig. Ze hoorde haar ouders en ook haar zusje. Bang was ze, enorm bang. Ze stond op van haar slaapplaats en galoppeerde verblind weg. Ze wist niet waarheen ze ging, maar ze wist wel dat ze wegging van de vreselijke plek.
Hatelijk was het. Een enge nacht die altijd in haar dromen bleef spoken. Altijd had ze wel een nachtmerrie. Dat was ook de reden waarom ze nu zo uitgeput was. Amper kon de merrie slapen. Ze had gelukkig haar partner niet wakker gehouden. Ze was vertrokken uit de plaats waar ze overnachten. Meer kon ze niet doen. Ze zou toch niet kunnen slapen zonder het uit te schreeuwen. Een zucht ontsnapte uit haar keel. Haar bruine ogen gleden verdrietig over de witte vlakte. De sneeuw was dik en koud, maar ze had een wintervacht. Of bijna. Het kwam in ieder geval al wel nu. De herfst was bezig en de winter zou eraan komen. Even stopte de merrie in het midden van de vlakte. Haar bruine oren draaide ze heen en weer. Nee, ze zat fout. Even dacht ze dat ze iets rook of hoorde, maar het was niets. Alleen de wind die een ijsgrot weer opende. Sneeuw vloog weg en een echo van de wind kon je nu alleen horen. De bonte merrie draaide haar om en wandelde richting de ijsgrot. Meer kon ze op dit moment nog niet doen.
Courage
So complicated and yet so beautiful
So beautiful, so great, so colourful
Life is so much like a rose
Somtimes it may sting a bit
But that depends on the way you grab it
And this rose is like you
So breathtaking, so pretty
So romantic, so lovely
You are so much like this rose
So much beauty on the inside
To some you'll show, from some you'll hide
Sometimes I forget
That roses are more than plain flowers
That you can stare at them for hours
Sometimes I forget
That life is
and you are
...Just like a rose
Vrienden vertelden hoe mooi ze werkelijk was. Ouders zongen een liedje dat bij haar naam hoorde. En de partner vertelde hoeveel hij van die roos hield. Zoveel complimenten en lieve woorden kreeg ze te horen. Haar oren waren verliefd op de woorden die erin werden gefluisterd. Elke dag, week en maand waren er wel woorden of zinnen die in haar gedachten bleef rondhangen. Vooral dat speciale gedichtje dat haar zus ooit voor haar verzonnen had. Het bleef in haar hoofd, alsof haar zus erin verborgen zat. Alsof ze fluisterde en zong voor haar, in haar hoofd. Het was een heerlijk gevoel om het elke dag aan te horen, maar het deed ook pijn. Het was al vijf jaar geleden dat ze haar familie nog gezien had. En dat gebeurde op een vreselijke manier die ze nooit zou vergeten.
Het was donker. De maan stond hoog aan de lucht, maar donkere wolken zorgden voor de verborgen maan. Sterren verdwenen door de lucht en rook was te zien. Wild gesnuif van een kudde klonk, angstig gehinnik. Paniek. De vulkaan was uitgebarsten en de lava kwam in hun richting. Merrie's hinnikten naar hun bange veulens om ze gerust te stellen, maar dat lukte niet. Ze waren te bang. Ze stoven uit elkaar met paniek in hun ogen. Gehinnik en getrappel van hoeven was het enige dat kleine Roses kon horen. Ze hinnikte eens luid en angstig. Ze hoorde haar ouders en ook haar zusje. Bang was ze, enorm bang. Ze stond op van haar slaapplaats en galoppeerde verblind weg. Ze wist niet waarheen ze ging, maar ze wist wel dat ze wegging van de vreselijke plek.
Hatelijk was het. Een enge nacht die altijd in haar dromen bleef spoken. Altijd had ze wel een nachtmerrie. Dat was ook de reden waarom ze nu zo uitgeput was. Amper kon de merrie slapen. Ze had gelukkig haar partner niet wakker gehouden. Ze was vertrokken uit de plaats waar ze overnachten. Meer kon ze niet doen. Ze zou toch niet kunnen slapen zonder het uit te schreeuwen. Een zucht ontsnapte uit haar keel. Haar bruine ogen gleden verdrietig over de witte vlakte. De sneeuw was dik en koud, maar ze had een wintervacht. Of bijna. Het kwam in ieder geval al wel nu. De herfst was bezig en de winter zou eraan komen. Even stopte de merrie in het midden van de vlakte. Haar bruine oren draaide ze heen en weer. Nee, ze zat fout. Even dacht ze dat ze iets rook of hoorde, maar het was niets. Alleen de wind die een ijsgrot weer opende. Sneeuw vloog weg en een echo van de wind kon je nu alleen horen. De bonte merrie draaide haar om en wandelde richting de ijsgrot. Meer kon ze op dit moment nog niet doen.
Courage