Rommelende geluiden klonken door de lucht. Als grommende beesten, hongerig en op zoek naar hun maaltijd. De regen, die vergeleken kon worden met hun watertanden, viel in een ritmisch tempo naar beneden. Maakte alles nat, zorgde dat kleine dingen verloren gingen. Weggespoeld werden of verzadigd werden met de aarde. Krachtig waren de windstoten die probeerden dingen van hun plaats te halen en ze te verplaatsen. Met zowel positieve als negatieve doeleinden. Het kwam voor dat bomen naar een nieuwe rustplaats gesleurd werden, om de wereld vanuit een ander perspectief te kunnen bekijken. Wanneer het lot niet vrolijk gekleurd was, was het zijn doel om je van je plaats te trekken, te laten verscheuren of splijten door zijn vriend, de bliksem. Waardoor je je nieuwe rust in de dood zou moeten vinden. Luid gekraak was dan ook vaak te horen. Liet angst ontstaan in deze wereld. Zorgde ervoor dat ook wanhoop in de sferen te voelen was. Voor dit land was het een grote duisternis, veroorzaakte het diverse problemen. Toch viel deze najaarse storm in het niets bij de woede die geuit werd in het land van de eeuwige duisternis waar demonen en nachtelijke wezens heersten. Het was dan ook niet vreemd dat de donkerbruin gekleurde merrie, wiens manen zo licht waren als de stralen van de maan, ontspannen en luchtig voortbewoog. Haar benen bewogen snel, lieten haar hoeven zand en modder opspatten zodat ze al snel besmeurd was met modder. Genietend van deze dag galoppeerde ze over de vlakten. Zich niet bekommerend over het feit dat de bliksem ook haar kon treffen. Wanneer dat zou zijn, zou haar vader, de Dood, het gewild hebben. Hij was immers de maker van al dit slechts.
Een steek van pijn schoot door haar lichaam heen. Huid werd van haar been geschraapt als kaas van een kaasschaaf. Immense pijn kwam in haar op. Bloed was overal. Ze was, niet waakzaam genoeg geweest. Zwart werd het voor haar ogen, een ander soort zwart dan de duisternis die om haar heen hing. Draaierig begon ze zich te voelen. Het besef van tijd verzwakte. Het besef van het zijnde. Ze dacht te verscheuren. Verloren te gaan in de wereld van de pijn. Gevoelloos werd haar lichaam. En toch kon ze de pijn voelen. Een donderslag volgde na een lichte flits. Met een schok kwam ze terug in het heden. Was ze weer in het hier en nu, waar haar leven om draaide. Haar been, dat zwaar verwond was tijdens een oefengevecht met een van de demonen, tintelde en werd stijf. Langzaam minderde ze vaart, haar oren iets naar achteren gedraaid en haar hoofd ietwat naar de grond gericht. De littekens die op haar achterbeen zichtbaar waren, waren niet voor niets en brachten pijnlijke herinneringen met zich mee. Vervormd was het. Alsof stukken vlees weggenomen waren en niet meer volledig terug gegroeid waren. De volmaaktheid die ze eens had, was voor een klein deel weggenomen. Haar eigen schuld was het; ze had beter moeten opletten. Afgeleid werd ze, door factoren uit de buitenwereld. Ze had ervan geleerd, zou die fout niet nog eens maken. Maar de herinnering, die ze wilde laten rusten, kwam zo nu en dan nog eens boven. Enerzijds hield het haar scherp, anderzijds bracht het teleurstelling. Geschapen door de Dood. Perfect en imperfect. Het was een eeuwige tweestrijd die haar gedachtegang zou bezetten.
Een topic voor Rival en Celebrían
Een steek van pijn schoot door haar lichaam heen. Huid werd van haar been geschraapt als kaas van een kaasschaaf. Immense pijn kwam in haar op. Bloed was overal. Ze was, niet waakzaam genoeg geweest. Zwart werd het voor haar ogen, een ander soort zwart dan de duisternis die om haar heen hing. Draaierig begon ze zich te voelen. Het besef van tijd verzwakte. Het besef van het zijnde. Ze dacht te verscheuren. Verloren te gaan in de wereld van de pijn. Gevoelloos werd haar lichaam. En toch kon ze de pijn voelen. Een donderslag volgde na een lichte flits. Met een schok kwam ze terug in het heden. Was ze weer in het hier en nu, waar haar leven om draaide. Haar been, dat zwaar verwond was tijdens een oefengevecht met een van de demonen, tintelde en werd stijf. Langzaam minderde ze vaart, haar oren iets naar achteren gedraaid en haar hoofd ietwat naar de grond gericht. De littekens die op haar achterbeen zichtbaar waren, waren niet voor niets en brachten pijnlijke herinneringen met zich mee. Vervormd was het. Alsof stukken vlees weggenomen waren en niet meer volledig terug gegroeid waren. De volmaaktheid die ze eens had, was voor een klein deel weggenomen. Haar eigen schuld was het; ze had beter moeten opletten. Afgeleid werd ze, door factoren uit de buitenwereld. Ze had ervan geleerd, zou die fout niet nog eens maken. Maar de herinnering, die ze wilde laten rusten, kwam zo nu en dan nog eens boven. Enerzijds hield het haar scherp, anderzijds bracht het teleurstelling. Geschapen door de Dood. Perfect en imperfect. Het was een eeuwige tweestrijd die haar gedachtegang zou bezetten.
Een topic voor Rival en Celebrían