Bwaaah. Dat was het juiste woord om zijn humeur uit te drukken. Het kleine hengstje van nog geen drie maanden was het al helemaal zat. Zijn tanden klapperden, zijn benen moesten bij elke stap door koude en natte sneeuw stappen en hij moest zijn ogen goed dichtknijpen door de sneeuw die tegen zijn ogen aanwaaide. Ja, het was vandaag niet zijn dag. Wiens dag het dan wel was moest wel heel erg van sneeuwstormen houden in dit vervloekte gebied. Het hengstje liep stug verder, totdat hij aankwam bij iets wat kon beschreven worden als een grot, maar eigenlijk een hoop opgestapelde grote stenen waren die als beschutting voor de sneeuwstorm dienden. Dat had hij nodig, een kleine pauze. Hij zuchtte terwijl hij ging liggen en keek op zijn gemak naar de razende storm. Hij had geen normale ogen. Een van zijn ogen was helderblauw die recht door zielen kon steken. Met sleutelwoord 'kan', want hij wist niet hoe. Zijn andere oog was gifgroen. In de schaduw leek deze een normale groen, het viel niet eens op. Als er licht op viel zag je het goed. Een gifgroen oog die misschien wel intimiderender was dan het blauwe oog. Als er licht op viel. Als het hengstje een paar meter groter was. Als hij leerde hoe intimiderend te kijken. Al die 'als'en waren verworpen, omdat dit hengstje nog een klein hengstje was. Het had een donkerbruine en pluizige vacht die hem grotendeels beschermde tegen de ijzige kou. De enige aftekening die echt uitstond was zijn linkerbeen. Die was net zo wit als de vacht van sneeuwwitte paarden. Bij hem viel dat door zijn donkerbruine vacht meer op. Hij sloot zijn ogen en dacht na. Toen hij in het gebied kwam, voelde hij iets. Alsof hij in één klein deel van een groot geheel terecht is gekomen. Maar als dit maar één deel van een groot geheel was, zouden er dan ook verschillende klimaten zijn in dit grote geheel? Hoe heette dit gebied eigenlijk? Hij sperden zijn ogen wijd open. Was dit gebied het gebied waar vele paarden over spraken? Dit gebied, met slecht en goed constant in gevecht, niet veroverd door de meesters van het kwaad, niet getemd door de puurste zielen, dit niet bezette gebied? Dreamhorses, zo heette dit dan. Dan moest dit het paradijs zijn, zo werd het vaak genoemd door paarden. Eindelijk had hij het gevonden! Vreugde vervulde hem, totdat hij er achterkwam: Het was nog steeds even koud als twee minuten geleden en die storm wilde maar niet gaan liggen. Hij duwde zijn neus in de sneeuw. Waarom dwong het lot hem hier te blijven? Waarom, lot? Het hengstje snoof gefrustreerd om de sneeuw uit zijn neus te krijgen.
Wat de plannen van het kleine hengstje waren, wist niemand. Waarschijnlijk omdat niemand hem kende. Niemand wist zijn naam, het was zelfs onzeker of hij zijn naam kende. Een ding wist hij zeker: Dat zou spoedig veranderen. Zijn naam... Zijn...naam...ehm... hij moest er nog eentje verzinnen. Vroeger werd hij altijd 'veulen' of 'miezerig ding' genoemd. Zijn naam... Hij dacht aan zijn achtergrond. Hij moest een goede naam uit zijn taal kunnen halen. Hmm, Zigor betekende straf. Ja, dat had hij vaak genoeg gekregen. Hij was een ondeugend veulentje. Arrats betekende avond. Dat was zijn favoriete deel van de dag. Goed dan, door hemzelf verklaard was hij voortaan: Zigor Arrats. Wat een geweldige naam, bewonderde hij zijn creatie, terwijl hij al een afkorting had bedacht: Ziar. Het hengstje stond op. Ja, hij was Zigor Arrats afgekort Ziar, en op een dag zou niemand zijn naam niet kennen. Dat was zijn enige doel, het enige wat hij wilde. Hij snoof en ging weer liggen. Hoe ging hij beginnen? Hoe zou hij verder moeten gaan? Aah, je wilt dus hulp? Ziar keek verschrikt om zich heen. "Wie is daar?" zei hij op de stoerste toon die hij kon uitbrengen, ook al was hij verschrikkelijk bang. Geen zorgen, ik ben hier om je te helpen je wens te vervullen. Ziar schudde met zijn hoofd, wat probeerde dat rare stemmetje te zeggen? Hij was gek geworden door alle kou en kon niet logisch nadenken, ja, hij had gewoon wat rust nodig. Hij merkte toen pas op dat de storm minder onverdraagbaar was geworden, dus besloot hij verder te lopen.
Het was toen dat hij aankwam bij het ijsmeer, het ijs reflecteerde de enige zonnestralen die probeerde door de lichtgrijze wolken van de liggende sneeuwstorm door te komen. Het sneeuwde nu alleen nog maar een klein beetje, maar er was een grote laag sneeuw gevallen. Ziar was alleen maar sneeuw gewend. Hij kwam uit het noorden, daar was eigenlijk alleen maar sneeuw. Maar stiekem vroeg hij af of er ook gebieden waren zonder sneeuw. Of was dat valse hoop? Hij spitste zijn oren en hoorde geluid. Het klonk als gekraak, en toen een hoop gehinnik. Het kwam van het ijsmeer terecht? Ziar stond even verstijfd, maar rende toen op het geluid af. Toen zag hij een paard dat door het ijs was gevallen. "Help me, pak mijn been vast!" riep het paard waarvan alleen nog maar een hoofd en zijn voorbenen te zien waren. Ziar wilde helpen, totdat hij plotseling dat stemmetje weer hoorde. Wat, ga je nu echt dat paard helpen? Die zal nooit jouw naam herinneren. Hij zal weglopen zonder er iets voor terug te doen. Maar als je hem zo laat, zal zijn hele familie je naam wel onthouden. "Maar dat is wreed!" riep Ziar terug naar het stemmetje. Het is de enige manier Zigor Arrats, het is de enige manier. zei het stemmetje bitter. Ziar keek naar de hengst, twijfelend of hij hem zou helpen of niet. "Hey, stop met praten tegen jezelf en help me, of ik verdrink!" Ziar's ogen knepen zich tot spleetjes. "Neem mijn naam, Zigor Arrats, mee in je dood." Toen galoppeerde hij terug naar de kant, zonder terug te kijken, tranen in zijn ogen. Het laatste gehinnik schalde nog na, maar verdween toen Ziar bij de kant was aangekomen. Waarom hij het had gedaan, wist hij niet. Waar het stemmetje vandaan kwam, wist hij ook niet. Wel wist hij dat het stemmetje zijn naam wist en dat die meer respect voor hem had dan de paarden die het niet wisten. Dan zou hij de keuzes van het stemmetje dus zwaarder in overweging moeten nemen, voordat hij verder ging. Maar het had hem geraakt. Alsof er een grote steen naar zijn hart is geworpen. Hij kon net het leven van iemand redden, en koos ervoor dat niet te doen. Hij had net zijn eerste slachtoffer vermoord! "Wacht eens even, waarom moest ik die hengst verdrinken? Nu kan hij aan niemand mijn naam vertellen, zijn familie zal denken dat het een tragisch ongeluk was!" zei hij beduusd tegen het stemmetje. Oeps, niet aan gedacht. antwoordde het stemmetje, geamuseerd en op het punt om in de lach te schieten. Ziar hield zijn hoofd schuin, maar besloot het te negeren. Er was toch niet zo heel veel dat hij er aan kon doen. Er rolde een paar tranen over zijn wangen, maar die verdwenen al snel door zijn wollige vacht. Toen besloot hij verder te lopen, rondom het ijsmeer om te zoeken voor het zuiden en dus plekken waar geen sneeuw was. Er moesten toch plekken zijn waar het niet koud was. Toch?
[Open ]
Wat de plannen van het kleine hengstje waren, wist niemand. Waarschijnlijk omdat niemand hem kende. Niemand wist zijn naam, het was zelfs onzeker of hij zijn naam kende. Een ding wist hij zeker: Dat zou spoedig veranderen. Zijn naam... Zijn...naam...ehm... hij moest er nog eentje verzinnen. Vroeger werd hij altijd 'veulen' of 'miezerig ding' genoemd. Zijn naam... Hij dacht aan zijn achtergrond. Hij moest een goede naam uit zijn taal kunnen halen. Hmm, Zigor betekende straf. Ja, dat had hij vaak genoeg gekregen. Hij was een ondeugend veulentje. Arrats betekende avond. Dat was zijn favoriete deel van de dag. Goed dan, door hemzelf verklaard was hij voortaan: Zigor Arrats. Wat een geweldige naam, bewonderde hij zijn creatie, terwijl hij al een afkorting had bedacht: Ziar. Het hengstje stond op. Ja, hij was Zigor Arrats afgekort Ziar, en op een dag zou niemand zijn naam niet kennen. Dat was zijn enige doel, het enige wat hij wilde. Hij snoof en ging weer liggen. Hoe ging hij beginnen? Hoe zou hij verder moeten gaan? Aah, je wilt dus hulp? Ziar keek verschrikt om zich heen. "Wie is daar?" zei hij op de stoerste toon die hij kon uitbrengen, ook al was hij verschrikkelijk bang. Geen zorgen, ik ben hier om je te helpen je wens te vervullen. Ziar schudde met zijn hoofd, wat probeerde dat rare stemmetje te zeggen? Hij was gek geworden door alle kou en kon niet logisch nadenken, ja, hij had gewoon wat rust nodig. Hij merkte toen pas op dat de storm minder onverdraagbaar was geworden, dus besloot hij verder te lopen.
Het was toen dat hij aankwam bij het ijsmeer, het ijs reflecteerde de enige zonnestralen die probeerde door de lichtgrijze wolken van de liggende sneeuwstorm door te komen. Het sneeuwde nu alleen nog maar een klein beetje, maar er was een grote laag sneeuw gevallen. Ziar was alleen maar sneeuw gewend. Hij kwam uit het noorden, daar was eigenlijk alleen maar sneeuw. Maar stiekem vroeg hij af of er ook gebieden waren zonder sneeuw. Of was dat valse hoop? Hij spitste zijn oren en hoorde geluid. Het klonk als gekraak, en toen een hoop gehinnik. Het kwam van het ijsmeer terecht? Ziar stond even verstijfd, maar rende toen op het geluid af. Toen zag hij een paard dat door het ijs was gevallen. "Help me, pak mijn been vast!" riep het paard waarvan alleen nog maar een hoofd en zijn voorbenen te zien waren. Ziar wilde helpen, totdat hij plotseling dat stemmetje weer hoorde. Wat, ga je nu echt dat paard helpen? Die zal nooit jouw naam herinneren. Hij zal weglopen zonder er iets voor terug te doen. Maar als je hem zo laat, zal zijn hele familie je naam wel onthouden. "Maar dat is wreed!" riep Ziar terug naar het stemmetje. Het is de enige manier Zigor Arrats, het is de enige manier. zei het stemmetje bitter. Ziar keek naar de hengst, twijfelend of hij hem zou helpen of niet. "Hey, stop met praten tegen jezelf en help me, of ik verdrink!" Ziar's ogen knepen zich tot spleetjes. "Neem mijn naam, Zigor Arrats, mee in je dood." Toen galoppeerde hij terug naar de kant, zonder terug te kijken, tranen in zijn ogen. Het laatste gehinnik schalde nog na, maar verdween toen Ziar bij de kant was aangekomen. Waarom hij het had gedaan, wist hij niet. Waar het stemmetje vandaan kwam, wist hij ook niet. Wel wist hij dat het stemmetje zijn naam wist en dat die meer respect voor hem had dan de paarden die het niet wisten. Dan zou hij de keuzes van het stemmetje dus zwaarder in overweging moeten nemen, voordat hij verder ging. Maar het had hem geraakt. Alsof er een grote steen naar zijn hart is geworpen. Hij kon net het leven van iemand redden, en koos ervoor dat niet te doen. Hij had net zijn eerste slachtoffer vermoord! "Wacht eens even, waarom moest ik die hengst verdrinken? Nu kan hij aan niemand mijn naam vertellen, zijn familie zal denken dat het een tragisch ongeluk was!" zei hij beduusd tegen het stemmetje. Oeps, niet aan gedacht. antwoordde het stemmetje, geamuseerd en op het punt om in de lach te schieten. Ziar hield zijn hoofd schuin, maar besloot het te negeren. Er was toch niet zo heel veel dat hij er aan kon doen. Er rolde een paar tranen over zijn wangen, maar die verdwenen al snel door zijn wollige vacht. Toen besloot hij verder te lopen, rondom het ijsmeer om te zoeken voor het zuiden en dus plekken waar geen sneeuw was. Er moesten toch plekken zijn waar het niet koud was. Toch?
[Open ]