Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

The ice in your soul will cause a cold in your heart [open].

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Celebrían

Celebrían
VIP

Omringd door stemmen. Vrij van geluid. Stiltes waren overal. En toch werd hij gehuld in lawaai. Mentaal, of fysiek? Niemand was daar om het antwoord te geven. Enkel die zwarte ogen met de groenachtige blik. Waarom? Wat had hij misdaan? Het antwoord kwam gauw, alsof de groene ogen haar gedachten konden lezen. Als een zweepslag kwamen de woorden aan. Raakten zijn hart, sloeg zijn ziel door midden. Brak het in stukken. Nu stierven ook de vele stemmen weg. Werd zijn hoofd zwart en leeg, evenals zijn zicht.
Bloed sijpelde langs haar kin, rolde naar het uiterste puntje en viel toen aarzelend op de grond. Alsof het niet zeker wist of hij wel mocht vallen. Gehoorzaamheid- dat was waar het voor een groot deel om ging. Donker kleurde de grond onder haar hoeven, plassen bloed bleven achter. Nieuwe energie stroomde door haar aderen. Ze had het leven uit hem gezogen. En zij was geen vampier, noch was zij een stofzuiger. Haar geest werkte als een magneet en trok zo dus iemands ziel aan. Zijn leven was slechts een schandvlek in de geschiedenis geweest. Had totaal geen nut en was het niet waard om door een ander geleefd te worden. De enige keuze die dan nog restte, was verslinden. Met smaak had ze genoten, haar lippen afgelikt en hem zorgvuldig vermorzeld om het vlees over te laten aan de aasdieren die hun kans afwachtten. Nieuwsgierig had ze hem onderzocht, zijn ingewanden als uitwendige organen te bekijken. Zwart was hij, leeg. Sappig en te zacht. Hij had het niet lang volgehouden als hij was blijven leven. Feitelijk gezien had ze er dus goed aan gedaan door hem een handje te helpen.
Redelijk zelfvoldaan glimlachte ze. Een heuse glimlach die, tot haar grote spijt, haar ogen niet bereikte. Enkel euforie en bloeddorst was in haar donkere kijkers te lezen. Zwart was de kleur die erin school, nergens was nog een groene fonkeling te bekennen. Diep kon je kijken, ver weg, tot aan de muur die alles verstopte. Alles verhulde en niet zou wijken. Haar verhaal was interessant. Leeswaardig en absoluut de moeite waard om te bestuderen. En toch gaf zij het niet weer, liet ze anderen slechts gissen naar haar persoonlijkheid. Zorgde ze ervoor dat eenieder haar anders interpreteerde. Zodat het nooit zeker was. Want uiteindelijk was niets in dit leven zeker. Kon niets met zekerheid gezegd of aangenomen worden. Noch kon iets met zekerheid worden verzwegen. Langzaam leek hij ineen te zakken. Begon hij te vallen, langer en langer. Verder en verder. Steeds sneller. Angst besloop hem, probeerde hem uit alle macht weer terug te halen. Maar toen was er niets meer. Helemaal niets. Het enige wat hij toen nog zag, waren groene grashalmen die hem een warm welkom heetten.

~Excuseert u mij vanwege het feit dat dit váaag is.. Meow

Condor

Condor

Alone in the night
On a dark hill
With pines all around me
Spicy and still

And a heaven full of stars
Over my head
White and topaz
And misty red.

Myriads with beating
Hearts of fire
That aeons
Cannot vex or tire
Up the dome of heaven
Like a great hill
I watch them marching
Stately and still.


Schemer. De voorbode van de nacht. Het zou niet lang meer duren voordat de Duivel zijn donkerblauwe, als zijde aanvoelende kleed over het landschap zou uitspreiden. Zijn sterren uit zijn zak haalde, en ze als felle stippen op de horizon plakte. Dan zou de maan, het pronkstuk, als vanzelf het toneel betreden en het landschap in een misterieuze gloed laten baden. De dennebomen leken met hun toppen tot de hemel te reiken, met hun prikkende vingers de wolken te omsluiten. Nacht was iets wat hem altijd al boeide. Het was het moment waarop de meeste paarden sliepen, maar anderen juist klaarwakker waren.... En zo iemand was de donkergrijze hengst die de Taiga betrad. Zijn donkere benen bewogen soepel en gracieus, zijn asgrauwe staart sloeg een paar vervelende vliegen weg. Zijn gespierde nek zat in een lichte kronkel. Het donkere verviel tussen de haast zwarte bomen. Vleermuizen fladderden met ongekende snelheid boven hem. Hun hoge roepen waren slechts gillen in de verte. De bladeren kraakten onder zijn hoeven. De winter liet niet lang meer op zich wachten, vele bosdieren begonnen al een voorraad te zoeken voordat de eerste sneeuwvlokken de aarde aanraakten. De wind trok met haar knokige vingers aan zijn manen en staart en streelde zijn vacht. Onplaatsbare woorden fluisterde ze hem in zijn oor. Opeens bracht die wind een geur mee. Een geur die hem vaag bekend voorkwam, maar hij toch niet helemaal kon plaatsen. Oortjes schoten vooruit, naar de kant waar de geur vandaan kwam. Daar stond ze. De lichtchocoladekleurige merrie die hij een paar dagen geleden had ontmoet in het moeras. Ingehouden adem ontsnapte uit zijn neusgaten en verdwenen als twee witte wolkjes in de late avond. Het viel hem op dat er die hemelse rode vloeistof van haar kin drupte. Zijn aszwarte ogen volgden het druppeltje dat op de grond viel. Toen kwam hij tevoorschijn, vanuit het donker tussen de dennebomen. "Als wij elkaar niet eerder hebben ontmoet..." Zacht, bijna fluisterend was zijn stem. "Op jacht geweest?"



[Aangezien Kyara toch niet reageerd.... Nee sorry, kon het niet laten een postje te maken ~8D]

Celebrían

Celebrían
VIP

Nog nagenietend van haar prooi, die ze met zeer veel smaak had verorberd, sloot ze haar ogen. Wandelend door het bos, tussen de donkere schaduwen die haar lichaam voor een groot deel verhulden. Het was een prachtige avond, een perfecte nacht zou volgen. Ze voelde het. Het hing in de lucht. De wind fluisterde het in haar oren. De maan visualiseerde haar gedachten. Geheel opgaand in haar eigen wereld, liep ze zo verder. Terwijl ze geen acht sloeg op alles wat om haar heen gebeurde. Wat maakte dat immers uit? Het was een wereld die hij nog nooit gezien had. Een wereld die absoluut de moeite waard was om te bezoeken- om voor eeuwig te blijven. Nooit zou hij deze plaats verlaten. Kon het wel verlaten worden? Liefdevolle ogen keken hem aan, warm en zacht was haar blik. Een glimlach sierde haar mooie gelaat. Haar fluwelen neus raakte hem aan. Heette hem welkom. Tranen sprongen hem in de ogen terwijl de liefde zijn hart verwarmde.
Een stem klonk in haar oren, bijna fluisterend hoorde ze zijn woorden aan. Meteen was ze alert, opende ze haar ogen. Ze wist wie haar genaderd was- deze woorden waren niet afkomstig van de wind. Even kneep ze haar ogen samen, glinsterde iets duivels in haar groene glans. Een glimlach was haar antwoord op zijn vraag en ze hield haar hoofd een tikkeltje schuin. ’Op jacht? Ik? Waar naar? Waar op?’ Het was zeer goed mogelijk dat hij een andere kant van haar mocht aanschouwen. Een kant die ze zo nu en dan ook onthulde aan buitenstaanders. Geen enkele ontmoeting met een of ander paard was hetzelfde. Hoe vaak ze hem of haar ook had gezien. Ze was ongrijpbaar. Haar geest was ongrijpbaar. En wilde niet gegrepen worden. ’Je bent te laat voor het bloed, m’n lief. Enkel het vlees ligt hier een kleine honderd meter vandaan te verrotten. Misschien dat jij daar interesse in hebt? Al kan ik het me niet voorstellen- je lijkt me namelijk geen vleeseter.’ Nonchalant alsof ze het weerbericht van de komende dagen aan hem vertelde, was haar stemgeluid en niets in haar houding wees erop dat ze de hengst ooit eerder had ontmoet. Toch spraken haar ogen. Fonkelden deze niet zo vervaarlijk als ze soms konden doen. Zwijgend onthulde ze hem enkele geheimen. Niet over zichzelf, maar over hoe ze haar prooi had gevangen en verslonden. Op welke manier ze gehandeld had- eentje die ze hem zeer zeker kon aanbevelen. Ze slaagde immers altijd . Want zij zou áltijd krijgen wat ze wilde.

Condor

Condor

Krekels lieten, doormiddel met hun vleugels die ze over elkaar lieten glijden, een ritmisch krakend en schrapend geluid horen. Soms stopte het geluid even abrupt en leek een andere krekel weer te antwoorden met gekras. Zijn oren draaiden langzaam rond, elk miniscuul geluid opvangend en niets ontging zijn fijn gevormde hoorschelpen. Paarden waren immers prooidieren, en een klein gevaar kwam onverwachts. Er waren genoeg lynxen, wilde katten en ander gespuis wat het op hoefdieren hadden gemunt. De zogeheten 'wannabes'- een woord dat hij niet vaak gebruikte, evenals 'goedzakken' en 'badassen' dachten dat ze de wilde dieren hier wel aan konden, zouden vechten en overwinnen. Een paard met hersenen wist wel beter. Ja, je kon je verdedigen, maar overwinnen zou slechts in zeldzame gevallen zo zijn. Hij liet zijn blik even over haar hoofd glijden, van haar neus, haar kaaklijn, haar voorlok en oren tot aan haar ogen. Hij liet zijn eigen donkere kijkers even in die blik van haar rusten- en raakte bijna gefascineerd. Hij boog zijn behoorlijk gespierde hals, terwijl hij de blik van de lichtbruine voor hem in de gaten hield, en krabde met zijn hoofd langs zijn gestrekte linkervoorbeen. Hij kwam weer omhoog, schudde zijn hoofd met arabische trekken waardoor zijn middellange, pikzwarte lok naar links viel. Het werd kouder, dat was aan alles te merken. adem veranderde in witte dampwolkjes, 's morgens was er een dun laagje ijzel over het gebied uitgespreid. ’Je bent te laat voor het bloed, m’n lief. Enkel het vlees ligt hier een kleine honderd meter vandaan te verrotten. Misschien dat jij daar interesse in hebt? Al kan ik het me niet voorstellen- je lijkt me namelijk geen vleeseter.’ Hij bleef geboeid naar haar luisteren, iets wat zzelfs zeldzaam te noemen was. Hij boorde zijn blik in die van haar, zijn haast zwarte kijkers fonkelden wat. "Ik kom hier noch voor het vlees, noch voor het bloed- alhoewel die rode materie heerlijk warm door je slokdarm glijd- maar dat terzijde. Ik kom hier om onze vrij aangename converstatie voort te zetten. En als ik de eerste brutale vraag naar je perfecte hoofd mag slingeren; wat vind jij ervan dat Pearl, een paard die de grootste tijd van haar leven tot de goede kant behoorde, ineens voor de slechte kant kiest?" Deze vraag fungeerde als een soort bevesteging. Of deze merrie écht dezelfde ideën als hem had. Zou dat zo zijn, dan was het dubbel duidelijk dat dit een bijzonder wezen was. Want dat had ze al 90 procent bewezen, slechts die 10 procent miste en hij wilde alles.

Celebrían

Celebrían
VIP

Al likkend aan haar lippen –het bloed hing er immers nog aan- gaapte ze haar soortgenoot aan. Al was het niet het onbeleefd-aanstaren-terwijl-je-mond-open-hangt. Haar ogen glansden in het licht dat leek weg te vloeien; een bedenkelijke blik was erin geschreven, alsof ze nádacht. Iets wat echter niet geheel het geval was. Voor het grootste gedeelte genoot ze namelijk van de smaak van het bloed, beleefde ze de vangst van haar prooi opnieuw van begin tot eind. Elk detail werd herinnerd en met smaak weder in haar hersenen gegrift.
Wat hij zei en hoe hij sprak, kon ze zich nauwelijks herinneren toen ze haar ogen in de zijne liet glijden. Water leek van de een naar de ander te stromen terwijl het berichten ophaalde en afgaf. Als een bode van woorden die niet uitgesproken hoefden te worden. Zijn ziel zat vol geheimen, vol mysteries en vol duisternissen. Háár ziel daarentegen bevatte niets van dit alles. En toch was hij interessant en was hij het waard om naar te zoeken. Want haar ziel beschreef het universum, de Dood in eigen persoon en haar levensverhaal. Hij werd echter goed bewaard en kon niet gemakkelijk blootgegeven worden. Je had de juiste woorden nodig om een kijkje te mogen nemen in haar schatkamer. Maar buiten al deze onnozele praat, wist zij dat hij heel goed wist met wie hij het genoegen had. En zij wist het ook, al erkende ze dit niet.
Een aangename conversatie voortzetten? Was dat hoe hij sprak? Als een hoogleraar op de universiteit? Even hield ze haar hoofd een tikkeltje schuin, terwijl ze, kauwend op haar tong, op wijze woorden zon om hem een waardig antwoord te schenken. ’Dus jij weet zeker dat je mij ooit eerder hebt ontmoet? Dat ik jou ken en dat jij het genoegen mag hebben om mij te kennen? Je bent grappig.’ Schamper snoof ze. ’Dan vrees ik dat ik je toch moet teleurstellen, hengst. Je zult mij nooit kunnen kennen. Het ligt in niemands vermogen om mij te kunnen kennen. Het enige waarvan je ooit zeker kunt zijn als het over het ‘kennen van mij’ gaat, is het feit dat ik een plaats in je geest zal innemen die je zelf mag bepalen.’ Glimlachend besloot ze haar betoog dat ze woord voor woord met kracht op haar afvuurde. Ze was nieuwsgierig naar hém. Naar zijn persoonlijkheid en reactie. Het was alsof ze hem wílde.
Luchtig schudde ze haar lichaam uit, waardoor stof van haar af waaide en door de wind werd meegevoerd naar andere plaatsen. Alsof er niets gebeurd was, richtte ze haar aandacht opnieuw op hem en spot kroop in haar glimlach toen ze zijn vraag in zichzelf herhaalde. Het feit dat hij hierop een antwoord wilde hebben, wees er overigens duidelijk op dat hij haar nog niet kende. ’Tja, goed en kwaad. Laat ik zeggen dat voor mij de paden die ík bewandel de goede zijn. Ethisch gezien zal het op ‘slecht’ uitkomen als je het zou moeten laten definiëren door iemand die geheel neutraal staat. Dus als je dat bedoelt –en daar ga ik van uit- dan kan ik je mededelen dat ik het een erg vreemde keuze vind.’ Even zweeg ze, terwijl ze in gedachten naging of haar woordkeuze wel klopte en of ze daadwerkelijk een antwoord gaf op zijn vraag. ’Iemand die ééns de Dood of de Duivel aanbidt, zal dit voor altijd moeten doen. Wanneer dit niet het geval is, is hij onbetrouwbaar en zal hij het niet waard zijn om nog te leven. Zijn ziel is in aanraking gekomen met de Hel en zijn eeuwig brandend vuur. Ongeneselijk. Het gaat om de puurheid van de wilskracht. Om het wérkelijke verlangen dat in je geest wordt gecreëerd. Alleen dát kan bepalen of de demonen uit de Hel je willen accepteren. Of de Dood en de Duivel je waardig genoeg vinden. Ik ken het desbetreffende paard niet en ik heb niet echt het idee dat ik haar wíl kennen. Maar in mijn ogen zal zij nooit de paden bewandelen die ik bewandel. Enkel de zijwegen zullen zich aan haar willen uitleveren- zij zal altijd sporen van haar vorig leven achterlaten. En ook haar vorig leven zal zo zijn sporen achterlaten op die zijwegen. De wind zal spoedig in onze oren fluisteren of de keuze die dit paard heeft gemaakt, een échte keuze was.’ Langzaam stierf haar stemgeluid weg tussen de hoge naaldenbomen die stuk voor stuk aandachtig luisterden naar haar woorden. Een vermoeidheid daalde in haar brein neer. Ze had weer meer nagedacht dan de afgelopen dagen. Wat eigenlijk ook niet vreemd was, gezien het feit dat ze diverse leeghoofden had ontmoet bij wie ze niet hoefde na te denken. Een nieuwe glimlach krulde haar lippen terwijl ze hem opnieuw aankeek. Het was tijd om hem gerust te stellen en hem te vertellen dat hij geen onbekende voor haar was. ’Stelt dit antwoord je tevreden, Condor?’

~ 816 woorden
Ik verwacht geen mega post van je. Al mag het wel, als je daar behoefte aan hebt. Yay
Want dit is ook de enige die ik heb geschreven voor dit topic.
Toevallig rolde de inspiratie uit mijn vingers door de vraag die Condor stelde Yay

Condor

Condor

’Dus jij weet zeker dat je mij ooit eerder hebt ontmoet? Dat ik jou ken en dat jij het genoegen mag hebben om mij te kennen? Je bent grappig.’ ’Dan vrees ik dat ik je toch moet teleurstellen, hengst. Je zult mij nooit kunnen kennen. Het ligt in niemands vermogen om mij te kunnen kennen. Het enige waarvan je ooit zeker kunt zijn als het over het ‘kennen van mij’ gaat, is het feit dat ik een plaats in je geest zal innemen die je zelf mag bepalen.’ Kalm was de blik die in zijn ogen weerspeigelde. Ook echt niets, maar dan helemaal niets op de manier hoe hij stond wees aan hoe hij schreeuwde vanbinnen, hoe zijn hart roffelde onder zijn borstkas. Angst kroop binnen in een neusgat en ging zijn weg naar zijn hersenen, en omsloot uiteindelijk zijn hart terwijl hij probeerde het gevoel tegen te houden. Tevergeefs. Het was niet de angst om dood te gaan, of gewond te raken. Nee, hij wist hoe hij zich moest verdedigen. Het was de angst om deze merrie voor hem te verliezen, een angst die hij voor het eerst voelde maar zeker niet voor het laatst. Herkende ze hem echt niet? Wist hij echt niet meer wie hij was of was het slechts een spel, een spel wat ze dan heel goed speelde? Langzaam, bijna bang om de tere lucht te breken, snoof hij zijn ingehouden adem uit. Wat moest hij nu antwoorden? Dat hij haar naam wist, haar wilde kennen, haar ziel wilde bereiken? Langzaam, bijna ontzichtbaar voor het schepsel voor hem, schudde hij zijn hoofd en sloot een fractie van een seconde zijn donkere kijkers. Het was slechts een knipper, dus de merrie voor hem zou het mogelijk niet gezien hebben. De angst vloeide weg, net zo snel als zij verscheen. Waarom hij het nu opgeven? Als hij persé haar ziel wilde bereiken, hoe lang het ook mocht duren, waarom zou hij dan stoppen en opgeven? ’Tja, goed en kwaad. Laat ik zeggen dat voor mij de paden die ík bewandel de goede zijn. Ethisch gezien zal het op ‘slecht’ uitkomen als je het zou moeten laten definiëren door iemand die geheel neutraal staat. Dus als je dat bedoelt –en daar ga ik van uit- dan kan ik je mededelen dat ik het een erg vreemde keuze vind.’ Zwijgend hoorde hij haar woorden aan, terwijl hij over haar heen staarde- waarnaar wist hij niet. De krekels leken te stoppen met hun geschraap om het gesprek af te luisterden. Een zwoel avondwindje deed zijn manen, staart en voorlok wat opwaaien en vervolgens leek ze de strijd op te geven, en liet zijn haar weer vallen. Hij wilde meer, meer weten van haar ideën. Want dit was slechts een bevesteging van zijn ziel en die van de hare, waar de hersenspinsels vandaan kwamen. Zijn mond was in een kille streep getrokken en bevatte geen informatie waaraan je kon zien hoe hij zich nu voelde, net zoals altijd. Zijn oren draaiden nog steeds rond. Zijn ogen echter, bevatten een slechts kleine, maar levendige sprankel. Het was waar. Door de Dood goedgekeurd worden als Zijn diennaar, dood en verderf zaaien in alles wat een goed hart had, het was allemaal niet zo moeilijk, je moest er alleen mee willen doorgaan. en dat wilde hij. Hij was op de wereld gezet als een helper van de Dood en de Duivel, en alles wat tot de Hel behoorde, en hij zou het ook met trots blijven. ’Stelt dit antwoord je tevreden, Condor?’ Langzaam verliet zijn adem zijn neus, en het leek alsof hij opgelucht zuchtte. Hij schudde zijn ranke lichaam even uit, waardoor zijn middellange, pikzwarte voorlok naar links kwam te hangen. Ze herkende hem, iets wat op het ogenblik niet zo belangerijk leek, maar later zou hij terugkijken op een nieuw puzzelstukje die hij voor zich had gewonnen. "Jazeker, Celebrían" Hij liet zijn tong even langs zijn lippen gaan, en vervolgde zijn antwoord. "Het was al vastgesteld, maar je hebt dezelfde ideën als ik"

Celebrían

Celebrían
VIP

Een nieuw gevoel van euforie werd opgewekt bij het zien van de angst die haar handelingen veroorzaakten. Het was heerlijk om te zien hoe anderen zich druk maakten, terwijl zij door het leven ging alsof ze alle tijd van de wereld had. En dat had ze in feite ook- ze hoefde geen deadline aan te houden. Haar hoofd zakte enkele centimeters en een heldere lach weerklonk tussen de bomen door toen de opluchting zichtbaar duidelijk was geworden in de ogen van de hengst. Lang was haar lachsalvo en haar ogen glinsterden bijna ‘vrolijk’. ’Was je báng, m’n lief? Waarvoor? En waarom?’ Smalend klonken haar woorden en al dansend bereikten ze zijn oren. Haar zwarte ogen boorden zich in de zijne, op zoek naar de antwoorden waarnaar ze verlangde. Als hij werkelijk was die hij achtte te zijn, zou hij eerlijk antwoorden zonder er doekjes om te winden.
Waarvoor had hij zich drukgemaakt? Waarom had angst zijn hart omwonden? Het was geheel zinloos geweest. Als hij had geweten wat hij nu wist, had hij zich wellicht enkele maanden eerder voor de leeuwen gegooid. Zíj was het. De merrie met de liefdevolle ogen. Zij, bij wie de hemel in mocht wonen. En hij had het genoegen om haar ‘de zijne’ te mogen noemen. Een warm gevoel stroomde door zijn lichaam. Terwijl de tranen over zijn wangen stroomden. Gek van verdriet was hij geweest toen zij het leven had gelaten. En zo was hij nu gek van vreugde, omdat hij haar weder ontmoette. Intussen was haar stemming alweer veranderd, had haar lach plaats gemaakt voor een bedenkelijke en walgende blik. Ze had gezien wat anderen niet zagen. Gehoord wat anderen niet hoorden. En bovenal: geproefd wat anderen niet konden proeven. Het was als een schimmel die haar langzaam verteerde. Het gevoel van deze gebeurtenis was onbeschrijfelijk. Alsof het visioen dat zojuist voor haar ogen geflitst had, zich wérklijk had afgespeeld voor haar voeten. En ze wist dat haar visioenen gelijk stonden aan waarheid. Ze wíst dat wat zij zag, écht gebeurde. Maar ditmaal leek het alsof ze zelf werd meegesleept door de beelden. Alsof ze zich kon inleven in zijn gedachten. Louter en alleen omdat er nieuwe paden waren die zich voor haar uitstrekten.
Haar ogen knepen achterdochtig samen terwijl ze de donkere grijsvacht opnieuw bekeek. Was hij het die haar normale gang van zaken deed verstoren? Langzaam doemde irritatie op in haar lichaam. Sloot ze zichzelf weer af voor de buitenwereld- een harde blik verscheen in haar ogen. Haar houding veranderde minimaal en de visuele verandering was haast onzichtbaar. Maar de sfeer leek plots af te zijn gekoeld, alsof er zich een nieuwe ijstijd had gevormd. ’Vertel mij, Condor, wat was de wérkelijke reden van je bezoek?’ Koud was haar stem, ijzig was de ondertoon. Fluisterend kwamen deze woorden haar stembanden uit. Een totale verandering bij de woorden die ze enkele minuten eerder haast smalend had uitgesproken. Het was geen onzekerheid die haar op rem had getrokken. Noch was het angst. Het was haar vader die met zijn toeziend oog op tijd ingreep om haar zo te behoeden voor dwaze handelingen.

~oké, trek je niets aan van het vage gedeelte in deze post The ice in your soul will cause a cold in your heart [open]. 11631
en eigenlijk is de hele post vaag. xd

Condor

Condor

Zijn mondhoeken gleden tergend langzaam in een kille streep naar beneden. Vanbinnen gromde hij. De doodse hengst, even rauw als altijd, had zijn emoties getoond aan een merrie. Zijn fijn gevormde oorschelpen gleden even langzaam richting zijn schedel, tot ze ze uiteindelijk raakten. Het achterste deel van zijn lichaam was in de schaduwen van de bomen gehuld, en verdween volledig in de duisternis. Het liefst was hij volledig één geworden met de schaduwen die de hoge bomen veroorzaakten. Het zuchtje wind dat er stond liet de bomen ruisen, de bladeren knisperen en de boodschappen die zich in hun stembanden had gevormd overbrengen. Zijn donkere staart ging geprikkeld heen en weer, steeds werd hij hard tegen zijn achterhand aangeslagen. Zwijgend liet hij de merrie praten. ’Was je báng, m’n lief? Waarvoor? En waarom?’ Even stopte zijn hart met kloppen. Hij moest zich duidelijk inhouden. "Het is dat je een speciale merrie bent, anders had je nu geen linkeroor meer gehad" Gromde hij met een lage, rauwere stem dan anders. Nog steeds lagen zijn oren kuiltjes te boren in zijn schedel. Zijn voorlok hing naar links, en verborg zo zijn asgrijze kijker. woest zwaaide hij zijn hoofd van links naar rechts, zodat de wind hem een handje hielp en zijn voorlok niet voor zijn ogen kwam. Boos was hij, boos op zichzelf. Als hij niet bang was geweest om deze merrie te verliezen, was dit alles niet gebeurd. ’Vertel mij, Condor, wat was de wérkelijke reden van je bezoek?’ Oh nee. De merrie wist over welke gavens zij beschikte; alles uit een hengst halen. Hij zuchtte langzaam, verschoof even een achterhoef en boog zijn hals. Hij kwam echter weer omhoog en begon zijn antwoord, terwijl de bomen aandachtig meeluisterden. "Celebrían. Je weet wie je bent, je weet wat je allemaal gedaan kan krijgen bij mij. Je weet heel goed zelfs dat als slechts onze blikken elkaar kruisen, je een antwoord van me krijgt. En dat zal ik je geven" Zijn stem vervormde zich, werd fluisterend en haast dreigend. "Ik wil meer van je weten, bijzondere merrie. Ik wil alles uit je halen, ook al zul je nu antwoorden dat dat een onmogelijke taak is. toch wil ik het. Ik wil jou" de laatste woorden sprak hij zo zacht, maar zeker niet schuw, uit dat de bomen zich onder de wind bogen om álles te horen wat de hengst te zeggen had. zo, het was eruit gekomen. En spijt had hij zeker niet.

~Yay!

Celebrían

Celebrían
VIP

Wat voelde het heerlijk om iemand te kunnen treiteren. Op een dusdanige manier te beïnvloeden zodat hij niet meer de juiste controle over zijn eigen brein had. Alsof haar geest de zijne wist te overheersen.. en dat alles zonder al teveel woorden. Een heldere lach borrelde op in haar maag en kwam door haar stembanden naar boven. Zilverachtig klonk hij- met schamperheid en spot gevuld. Om hem, de donkere grijsvacht, tot op het bot te kunnen krenken. Bewust? Of onbewust? Een kille blik vormde zich in haar zwarte ogen, de groene glans verdween en maakte plaats voor zwarte vlammen. En alle warmte die zij had uitgestraald, leek te zijn verdwenen. Opgeslokt te zijn door de nacht om te kunnen transformeren in een ijzige stilte. Frozen in time. ’Mijn linkeroor houdt er niet van om gescheiden te worden van de rest van mijn lichaam.’ Hoewel haar woorden een luchtige en nonchalante betekenis hadden –wellicht zelfs met enige humor begaafd waren- kwamen ze zacht haar keelgat uit. Dwongen ze hem om te knielen voor haar –mentaal, niet fysiek.
Het kon haar zeer weinig tot niets boeien wat hij vervolgens dacht. Als hij er de behoefte aan had om te gaan huilen, dan moest hij dat zeker gaan doen. Zij had er in ieder geval géén behoefte aan.
De buitenwereld werd ondertussen steeds donkerder. Wolken kropen samen en verdreven het laatste restje zonlicht. En hoewel de temperatuur rond het middaguur niet onder de dertien graden had gelegen, leek het nu te vriezen op de plaats waar zij en haar soortgenoot bijeen gekomen waren. IJzig was de sfeer. Koud was de stilte. Terwijl ze haar woorden overdacht.
Ze wendde haar blik af nadat hij gesproken had, staarde in het niets terwijl ze haar hersenen liet kraken. Iets wat zelden voorkwam de laatste tijd. Zwijgend koos ze haar woorden. En voordat ze deze woorden had gekozen, had ze een andere keuze gemaakt. Ze was onvoorspelbaar. Ongrijpbaar. Ging links wanneer je rechts verwachtte en bleef staan als je zeker wist dat ze zou wegrennen. En zo ook nu. Wát ze zei zou hoogstwaarschijnlijk haast geen waarde bevatten. Echter de toon en de áchterliggende gedachte waarmee ze het aansloeg, zou van nut zijn en hem werkelijk interesseren.
Alsof hij voor de leeuwen werd gegooid. Dat was hoe deze ervaring verwoord kon worden. In zijn eentje moest hij tegen háár vechten; een onmogelijke opdracht. Hoewel hij wist dat hij niets te verliezen had, kon hij dit gevecht niet de baas. Zag hij niet in waarom hij nog moest winnen. De troepen van de Dood grepen hem waar ze maar konden. En sleurden hem meedogenloos mee naar de hel. Triest was de sfeer die deze handelingen achterlieten. Enkel zíj wist met triomf over het toneel te schrijden. Toonde geen greintje berouw en had geen verdriet. De hoorn was voor het laatst geblazen. Een glimlach had haar gezicht gesierd toen ze de veldslag had gewonnen. Triomf en euforie stroomde door haar aderen toen opnieuw bleek dat zij oppermachtig was. En zo sierde die glimlach opnieuw haar gelaat terwijl ze haar woorden aan hem onthulde. ’Wat een práchtige conclusie. Ik ben blij dat je mijn zelfbeeld bijna op dezelfde manier als ik kunt beschrijven.’ Zij was Celebrían. Zij wíst wat ze wilde. En zou áltijd krijgen wat ze wilde. Op welke manier dan ook. ’De tijd zal je antwoorden bieden. Zal je verzoeken kunnen volbrengen. Eens zal de dag ontspringen dat wij elkaar kunnen ontmoeten als gelijken.’ Zangerig was haar stem, terwijl ze haar hals strekte. Want op hetzelfde moment dat ze haar woorden uitsprak, gleed ze met haar neus over zijn lichaam heen. Beginnend bij zijn kaak, vervolgens zijn hals en manen, rug en staart, om te eindigen bij zijn oren, waar ze met haar lippen zacht in hapte.

Condor

Condor

The bad things come
and the good things go
Like a war that i started with myself
The devil is taking over me
being his slave

De volle maan was ten tonele verschenen, echter had hij hem niet opgemerkt. Even fel als altijd gooide ze haar haast lichtblauwe schijnsel over het gebied uit; de hoge bomen die er stonden verdeelden de lichtstraal in miljoenen kleine deeltjes. Het voorste deel van zijn lichaam was haast bevlekt door de straaltjes maanlicht die op sommige plaatsen werden tegengehouden door de armen van de bomen, die bogen onder de vrij zachte wind die er stond. Spanning. Spanning was wat er reflecteerde in zijn ogen, aan zijn hele houding te zien was. Spanning droop van zijn lichaam af, spanning waaide door zijn manenbos en spanning omvatte zijn benen. Nee, dit waren niet zomaar standaard woorden, die hij tegen een of andere gek stond te vertellen. dit waren woorden, speciaal op maat gemaakt voor de bijzondere merrie voor hem. Hij wachtte op antwoord, hij hoorde zelfs de woorden die gingen over haar linkeroor niet eens doordringen. Dit moment was tijdloos. Hij hield zijn ravenzwarte kijkers, zwart en oneindig als een hol die je rechtstreeks naar de hel dreef, strak op de merrie gericht. Wat was ze speciaal. Maar hij wist dat hij niet zomaar los kon gaan, niet zomaar van alles uitkramen over hoe speciaal, mooi en bijzonder ze wel niet was. Het bleef een Duivelse merrie. en Duivels waren niet zo snel te vertrouwen. Hij zou haar wat tijd gunnen. ’Wat een práchtige conclusie. Ik ben blij dat je mijn zelfbeeld bijna op dezelfde manier als ik kunt beschrijven.’ Bijna? Wat betekende bijna? Was het een addertje onder het gras? Of was het juist positief? Hij snoof zijn ingehouden adem uit, die als twee wolkjes in de nacht verdwenen. Het was stil. windstil. De bui was overgetrokken, en had geen schade achtergelaten. In de verte echt ging zij verder met verwoesten van de natuur'haar bliksemstralen raakten de aarde aan en de trilling ervan echoode eindeloos lang door tussen de torenhoge bomen, die hun gesprek afluisterden en haast opgewonden tegen elkaar flusiterden. Opeens, vanuit zijn ooghoek, zag hij hoe de merrie haar hals uitstrekte. Toen haar fluwelen neus zijn kaak raakte, ging er een schok door hem heen en leek de tijd stil te staan. Ze ging verder met haar hemelse aanraking. Alleen zíj twee leken te bestaan, zelfs de bomen leken te vervagen en uiteindelijk weg te kwijnen onder de overheersende kracht van twee Duivelsdienaren. Toen kwam hij weer tot aarde. Hij snoof opnieuw. ’De tijd zal je antwoorden bieden. Zal je verzoeken kunnen volbrengen. Eens zal de dag ontspringen dat wij elkaar kunnen ontmoeten als gelijken.’ Als gelijken.... Als gelijken? Waren zij dan niet gelijken? Waren zij dan niet allebei trotse dienaren van de Dood en de Duivel? Hadden zij dan niet dezelfde ideën? Hij liet zijn behoorlijk gespierde hals wat zakken, keerde zijn arabische hoofd uiteindelijk tot haar hals en stootte er even liefdevol tegen aan. "Duivelse merrie" Fluisterde hij, recht tegen haar oorschelp. "Ik gun de situatie wat tijd, inderdaad. Ik weet dat je niet zomaar los moet gaan, m'n beste. Ik wéét dat je Duivelse merries niet zomaar kunt vertrouwen"

Celebrían

Celebrían
VIP

Ze onderdrukte een geeuw. Schijnbaar geïnteresseerd liet ze de aanrakingen van hem toe. Alsof ze hem met liefde welkom heette in haar wereld. Iets wat echter niet het geval was. Weliswaar kon ze met dit paard praten alsof hij een vriend van haar was. Maar nu overduidelijk was geworden dat hij op zoek was naar háár.. Ze was gevleid. Een glimlach trok haar mondhoeken omhoog. Een héuse glimlach die haar ogen bereikte. Een donkergroene glinstering was zichtbaar; haar houding neutraal en toch donker. Ze had gevoeld hoe haar aanraking indruk op haar maakte. Had geproefd wat zijn gevoelens daarbij waren. Het zou niet meer lang duren voordat hij voor haar zou knielen. Dat hij gewillig zou zijn om zichzelf aan haar over te geven. Normaliter maakte ze misbruik van deze situaties. Verslond ze haar prooien vanwege haar bloeddorst. Ze likte eenmaal langs haar lippen. Genietend van de gedachten en herinneringen. Hoe ze keer op keer iemand pijn had gedaan. Keer op keer een ander had weten te verleiden. Ze hoefde nog maar een paar stappen te zetten om hetzelfde bij deze hengst te kunnen doen. Maar was hij het waard?
Zijn gefluisterde woorden werden door haar aangehoord. Opgeslagen, en vervolgens overladen door stof. Geheel gevoelloos was zij niet, maar zulke woorden konden haar simpelweg niet ráken. ’Het is geen kwestie van vertrouwen, m’n lief. Het gaat erom of je mij voor je kunt wínnen. Als het je lukt, zul je mijn hart eeuwig kunnen koesteren. Wanneer je faalt, vrees ik dat het einde naderbij is.’ Haar stemgeluid raakte op. Loste op in de lucht en eindigde fluisterend. Wat hij met deze informatie zou doen, moest hij zelf weten. Toch kon ze enige trots niet onderdrukken. Hij had duidelijk bepaald welke delen van zijn geest zij zou vervullen. Iets wat ze toch op prijs kon stellen.
Het was windstil. De bomen waren uitgepraat. En tevens ook de wind. Geen nieuwe woorden vulden haar oren. Maakten haar nieuwsgierig of bedwelmden haar hersenen. Leegte was wat zij nu voelde. Geen liefde, geen haat. Slechts een leegte. Gebrek aan emoties. Haar hoofd zakte enkele centimeters en ze liet haar adem met een zucht ontsnappen uit haar neusgaten. Was de conversatie ten einde? ’Voordat ik mij hier ga vervelen, rest mij slechts één vraag.. Zou je bereid kúnnen zijn om jouw leven aan het mijne te verbinden?’ Er was meer dan liefde nodig om haar voor je te kunnen winnen. Meer dan wilskracht, meer dan lef. En bovenal: méér dan je eigen ík.

~Hij slaat nergens op The ice in your soul will cause a cold in your heart [open]. 11631

Condor

Condor

Hij boorde zijn kijkers, even donker als de nacht en de raaf, diep in die van de hare. Alsof de maan zijn schijnsel op een bepaald object wilde laten schijnen, maar hij er nét niet bijkon. De groene glinstering die hij zelden had gezien leek voor hem zo vertrouwd, nog vertrouwder haast als de aanblik van de donkere hemel, nog vertrouwder als zijn eigen spiegelbeeld. Tegelijkertijd leek iets in hem te smelten, vloeibaar te worden en met voorstuwende kracht door zijn aderen kroop om vervolgens als uitzinnige watervallen hun spectaculaire reis te eindigen. Langzaam brak een glimlach door op haar gezicht, als de maan die door het wolkendek brak en zich bevrijdde van de greep van de sterren. Ook zijn mondhoeken kropen zo langzaam als een slak omhoog, tot er een waterig glimlachje verscheen. Hij liet zijn kijkers over haar lichaam glijden, haar weelderige blonde staart, haar gespierde achterhand. Haar ranke benen die haar naar waar dan ook konden dragen. Haar fijn gevormde oren, haar kaak en haar lippen, waar nog wat bloed aan kleefde. En hij kwam weer uit bij haar ogen, die helemaal tegen 'de ogen zijn de weerschijning van de ziel' inging. ’Het is geen kwestie van vertrouwen, m’n lief. Het gaat erom of je mij voor je kunt wínnen. Als het je lukt, zul je mijn hart eeuwig kunnen koesteren. Wanneer je faalt, vrees ik dat het einde naderbij is.’ Haar stem viel als een baksteen uit de lucht. Ja, hij noemde dit een taak. En deze taak zou hij met zijn leven wagen. Hij zou haar voor haar winnen, hoe moeilijk het ook kon zijn. Iets had hem naar haar gedreven, iets wat niet te benoemen was en waar hij ook nooit achter zou komen. En dat iets in hem verlangde nog steeds naar haar, hoevelen hem ook een dwaas zouden noemen wat betreft zijn keuze. Velen zouden hier stoppen, stoppen met de taak om hun hart uit te leveren en zich te laten gaan. Hij niet. Hij streed door. Ze zouden zeggen dat hij een gek was, dat ze niet te vertrouwen was, dat ze je achterliet in totale leegte als je een verkeerde opmerking maakte. Maar hij kon zijn gevoel niet onderdrukken, niet tegenhouden zoals men een leeuw in een kooi probeerde te houden als en voedsel buiten was. "Ik zou niet kunnen raden hoevelen het al vóór mij hebben geprobeerd, Celebrían. Ik weet ik ook niet of ik net zo mijn best zal doen als hen. Ik weet alleen maar dat ik het wil" Deed hij zijn zegje. Een konijn, met zijn lichtegekleurde vacht, opvallend witte pluimstaartje en zwarte kraaloogjes hupste uitgelaten voorbij. Zwijgend volgde hij elke beweging die het diertje maakte strak, en elke vezel in het lichaam van he konijntje leken soepel te bewegen. Een rust daalde over hem neer, evenals het deken van de maneschijn. De rust die betekende alles komt goed

Tranen vulden zijn ogen. stroomden als lawines van zijn donkere vacht, drupten naar beneden. De pijn en angst reflecteerde in zijn ogen. Hij had te vroeg gejuicht. De raaf kraste, en het was gedaan. Het was over. Hij was verloren aan de hand van de Dood

Nee, het was nog niet gedaan. Hij had nog niet gewonnen. Hij zou vechten, vechten voor deze merrie en haar hart. ’Voordat ik mij hier ga vervelen, rest mij slechts één vraag.. Zou je bereid kúnnen zijn om jouw leven aan het mijne te verbinden?’ Opnieuw doorbrak haar stemgeluid de stilte die er hing. Bomen leken met hun spitste toppen de maan aan te willen raken, de sterren door te spleiten en de wolken te strelen. Deze bomen zouden alle informatie in zich zuigen maar toch geen kik geven. Tussen de spitste naalden zou heel wat geheimen verstopt zitten, toch liet de boom ze, evenals de naalden, niet los. De wind die er waaide trok aan de takken als groen, bontgekleurd speelgoed. Hij wilde niets liever dan zijn hart met de hare verbinden, wat er ook zou gebeuren. Deze gevoelens had hij nog nooit eerder gehad. Velen zouden hem voor zijn gegaan en zouden gevallen zijn op haar manier van doen, bewegen, zeggen. Haar mystirieuse manieren. Deze merrie was één en al raadsel, als een puzzel waarvan je de zeldzame stukjes op zijn plaats moest leggen. En per toeval was hij deze puzzel tegengekomen. Hij krulde een fractie van een seconde zijn hals, en begon aan zijn antwoord. "Merrie. Je weet dat ik niets liever dan dat wil, hoeveel anderen me ook voor dwaas uit zullen maken. Je weet dat ik voor je zal vechten." De warme adem, afkomstig voor de lichtbruine voor hem, streelde zijn neus als de vingers van de Duivel. "Mag ik, als ik zo vriendelijk mag zijn, dezelfde vraag aan jou stellen? Zou jij je hart aan mij over willen dragen, en dat ik hetzelfde voor jou doe?" De vraag boorelde tussen zijn stembanden en rolde over zijn tong naar buiten.

[Omg. Ik dacht dat deze goed zou worden, maar bij nader inzien vind ik 'm toch te overdreven en langdradig....The ice in your soul will cause a cold in your heart [open]. 11631

~832 woorden.

Celebrían

Celebrían
VIP

she’s killing him softly with her song
and he’s singing his life with her words
telling his whole life with her words killing him softly with her song
De duisternis die over hen beide gevallen was, werd als maar donkerder. Een koude nacht was gevallen. Echter voelde zij die koude niet. Koud was het voor als de winter aanbrak en de temperaturen tot twintig graden onder het nulpunt kwamen. Koud was het als de demonen van de hel naar de aarde zouden reizen om háár te kunnen grijpen. Om háár voor zich te winnen door middel van een gevecht. Een gevecht dat met brute kracht absoluut niet te winnen was. Woorden, hersenspinsels moesten exact de juiste verhoudingen hebben, mocht je überhaupt wíllen dat je het gevecht kon winnen. Haar oren draaiden naar achteren toen de wind langs haar vacht heen streek. Kippenvel was haar reactie op deze aanraking en haar ogen verhardden. Een waarschuwing werd in haar oren gefluisterd. Donker en mysterieus. Vurig en krachtig. En toch gefluisterd, zacht en teder als een zachte hand die haar aanraakte. Even vertrok haar gezicht, sneller als een kogel die uit een pistool werd geschoten, herstelde ze zichzelf weer. Was er niets aan de hand, schijnbaar. Een zacht ontsnapte tussen haar lippen. Sprekend in een taal die enkel híj kon begrijpen. Hij die niet aanwezig was. Niet fysiek. Maar altijd huisde hij rond in haar leven. Nam hij beslag op het hare. Zonder dat ze elkaar ooit toestemming hadden gegeven om dat te doen. De ware liefde, was dichterbij dan eenieder dacht.
~het ware leven kon in liefde gezocht worden. Kon daar gevónden worden, maar niet erkend worden. Je hoefde het niet lief te hebben. Noch was het een plicht om het te aanbidden. Wanneer je zéker wist dat wat je wilde vinden ‘liefde’ was, hoefde je je zoektocht niet voort te zetten. Blindelings wandelde zij haar paden af. Vertrouwend op haar gedachten, ziel en bovenal haar hoeven. ’Het is logischerwijs vanzelfsprekend dat je dat niet zou kunnen raden, Condor. Enkel ik zal het ware antwoord hierop weten..’ bezwerend was haar stem. Alsof een slang getemd moest worden. Toch waarschuwde ze hem hiermee. Als hij een luisterend oor had, haar écht begreep, zou hij de achterliggende gedachte van deze zinnen kunnen ontdekken. Zij was degene die moordde uit plezier. Die hén wilde verleiden, en zo hun ziel kon verslinden. ~collecting her jar of hearts. Wellicht had hij het verstand om het niet zover te laten komen. Om ervoor te zorgen dat hij hélder in zijn denken bleef en dus wist welke zetten hij moest zetten om het spel te kunnen winnen. Als hij faalde, had zíj gewonnen en zou ze hem meedogenloos verscheuren. Het was zeldzaam, maar: ’Ik geef je een kans, Condor. Gebruik hem goed.’
Onwillekeurig lachte ze toen hij dezelfde vraag op háár afvuurde. Een vleugje spot verscheen in haar ogen, neerbuigend was haar toon toen ze opnieuw sprak. Ze dacht dat hij geen dwaas was… ’Dat je die vraag stelt.. Je moet het écht willen. Écht voelen. En bovenal moet je er écht naar verlangen. Met woorden zal ik je nooit een antwoord geven op zulke vragen.’ Doordringend was haar blik. Even onthulde ze haar ziel. Vertelde ze hem wat hij moest weten. De spelregels. Haar geest was vrij en ongrijpbaar. Kon nooit aan iets of iemand gebonden worden en was onbetrouwbaar. En ook zij was zo. Je kon nooit zéker van haar zijn. En als hij écht wist wat hij wilde, zou hij het accepteren. Een windvlaag blies de opening van haar ziel voorbij. Sloot de ingang nauwkeurig af en liet een glimlach achter op haar gezicht. Hij was aan zet.

Condor

Condor

Alles, maar dan werkelijk alles aan háár betoverde hem. Haar beeld zou dagenlang in zijn brein blijven hangen, er rondspoken en hem gek maken. Haar houding, haar uiterlijk, haar gedrag en haar ogen. Slechts een piepklein deel van hem wist nog met beide benen op de grond te blijven staan. En dat deel was duielijk aanzwezig, het koelde zijn gedachtes af en zorgde ervoor dat hij niet als een hondje achter de merrie voor hem aan zou lopen. Zo ook nu waarschuwde een stem, misschien afkomstig van de wind die langs zijn fijn gevromde oorshelpen streelde, hem voor het gevaar dat achter deze merrie schuilde. Hij lusiterde naar de stem omdat hij wist dat die altijd gelijk had. Toch bleef hij even dol op de lichtbruine merrie die men de naam Celebrían had geschonken. Hij wilde haar, en hij kreeg haar hoe lang hij er ook voor moest vechten. ’Het is logischerwijs vanzelfsprekend dat je dat niet zou kunnen raden, Condor. Enkel ik zal het ware antwoord hierop weten..’ Een gladde tong werd langs zijn opengesperde neusgaten gehaald, de warme adem van de merrie voor hem, dezelfde merrie van wie deze woorden afkomstig waren, bezorgden hem de fijnste rillingen die over zijn ruggengraat liepen ooit. "En ik hoef het niet te weten, m'n beste. Laten we leven in het nu- en de anderen vergeten. Het is nu wij, en de Dood." Fluisterend, zacht waren zijn woorden. Hij wist dat de Dood en de Duivel op hen toekeken- hun aanwezigheid weerspiegelde op, voor het normale oog, dagelijkse dingen, zoals de raaf die in de boom neerstreek en de wind die met haar fluwelen vingers langs je huid schuurde. En hij voelde zich er veilig bij. ’Ik geef je een kans, Condor. Gebruik hem goed.’ En die kans zou hij met beide handen aannemen. Hij zou haar koesteren en liefhebben, alles geven wat ze wilde. "Je weet wat ik voor je over heb, Celebrían. Daarom moet ik je bedanken voor de kans die je me geeft, ik zal deze kans beschermen, koesteren." Donker was zijn blik, maar met een ondertoon van respect. ’Dat je die vraag stelt.. Je moet het écht willen. Écht voelen. En bovenal moet je er écht naar verlangen. Met woorden zal ik je nooit een antwoord geven op zulke vragen.’ De spot weerspiegelde in haar ogen. Of hij het wilde. Of hij het écht wilde. Of hij haar ziel tot in het kleinste puntje wilde ontcijferen, of hij haar wilde liefhebben en koesteren als een parel in de diepe zee. Of hij haar wilde geven wat ze wilde. "M'n beste merrie. Jij moet heel goed weten dat ik niets liever wil dan jou. Alles aan je maakt dat ik vleugels krijg, ook al is dit een standaard praatje dat door elke gek kan worden uitgesproken- het is de waarheid."

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum