--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
D R A C O Z
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
D R A C O Z
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De bruine merrie trok haar benen hoog op bij het lopen door de sneeuw. Haar oren waren naar achter gericht en draaiden zo af en toe bij het horen van een geluid, al was er bijna geen geluid. Er viel steeds een stilte, en die werd verbroken door een dier dat die lef had. Ze snoof even kort, ze haatte ze sneeuw, waarom ze dan ook hier was wist ze niet. Ze wilde enkel deze plek onderzoeken, net zoals alle andere plaatsen die ze nog nooit eerder had gezien in DH. Ze brieste even en keek naar ijspegels die ingangen van grotten bedekten. Ze stopte even bij een ingang en keek even naar binnen. Snel stapte ze weer verder, ze ging echt niet in zo'n grot zitten. Van ijs gemaakt, en koud. Al was het hier ook niet bepaald warm buiten, maar zo'n grot was klein, koud en die ijspegels ervoor maakte het compleet.
De merrie keek even in de lucht en zag de grijnze dikke wolken samentrekken. Ook kwam daarbij een koude wind die dwars door je vacht naar binnen kwam snijden. Ze brieste even en bleef doorstappen. Zo lang het maar niet ging sneeuwen kon ze prima nog buiten lopen. Maar ze wist wel dat er een sneeuwstorm aan zat te komen, en al snel vielen dan ook de eerste vlokken naar beneden, en bleven op de al met sneeuw bedekte grond liggen. Ze zuchtte, dan toch maar in een grot schuilen? Nou nee, dus echt niet. Het sneeuwde niet hard, dus ja. Maar al snel werd de bui erger, en vielen de vlokken zo snel naar beneden, dat je bijna niet meer voor je uit kon kijken. Magnifico hief haar hoofd en stopte toen toch bij de ingang van de grot, en keek tegen wat ijspegels aan. Ze zuchtte even kort en liep toen toch maar de grot binnen om te schuilen voor de storm. Ze liep door tot het achterste hoekje van de grot en zette een hoef op rust stand, en sloot half haar ogen om te wachten tot de storm eindelijk voorbij zou zijn.
'Ik vertrek.' Zei de merrie, van ongeveer drie jaar ouder. Ze leek veel op haar moeder, palomino kleurig, en een dunne bles sierde haar gezicht. Magnifico daar in tegen leek veel op haar vader. Bruin, met zwarte benen. Maar drie van Magnifico waren gesierd met een sok, en haar vader had alleen op zijn rechter voorbeen een witte kroonrand. 'Waarom Amourette, waarom ga je?' Vroeg Magnifico. 'Omdat ik het hier niet meer verdragen kan Maggie.' Maggie, zo noemde haar zus haar altijd. 'Maar ik kan je niet missen, niemand hier.' Zei Magnifico zacht. 'Ik moet Maggie, pas je goed op pap en mam?' Zei Amourette met haar zuivere stem. 'Dat beloof ik Amourette.' En ze duwde haar hoofd tegen de palomino kleurige merrie.
Met een schok werd Magnifico wakker. Ze had geslapen, en dat had ze niet moeten doen. Snel wierp ze een blik naar buiten, het sneeuwen was nog niet gestopt, en het leek bijna zelfs nog erger geworden te zijn. Ze zuchtte zacht en liet haar hoofd zakken. Haar zus, een lange tijd had ze niet meer aan de palomino kleurige merrie gedacht. En dat wilde ze ook niet meer, maar nu ineens weer wel. Tranen prikten in haar ogen. Ze was enkel een jaarling toen haar zus uit de kudde was vertrokken. Ze kon het niet meer aan, ze haatte de leidende hengst, die als een wrede dictator regeerde. En ze had beloofd dat ze op haar ouders zou passen, maar die waren vermoord. Vermoord door die dictator hengst. Vreselijk vond ze het. Ze had vier jaar lang naar haar zus gezocht, totdat ze hier kwam. Ze was zo blij, ze was hier gekomen en ze wist dat hier veel paarden leefden. Dus een grotere kans dat haar zus hier zich misschien bij had verstopt. Maar niks, niets gezien van haar, en ze was al bijna in elk gebied geweest. Maar het gebied was zo groot dat de kans dan ook groot was dat je elkaar ontliep. Ze schudde even met haar hoofd, waarbij haar manen in mee bewogen, en in de war op haar hals vielen. Ze zuchtte nogmaals. Het speet haar zo dat ze haar belofte niet was nagekomen. Ze had zichzelf dan ook de eerste paar maanden van haar reis gehaat. Maar nu was dat niet meer. Op één of andere manier was ze een beetje losgekomen. Ze was veel dominanter, arroganter en spontaner geworden dan in het begin. Toen was ze gesloten. Ze beoordeelde andere snel op hun gedrag, maar nu was dat afgelopen. Ze beoordeelde anderen dan nog wel, ja, bij de meeste kon je aan hun uiterlijk en manier van spreken wel opmaken hoe ze waren. Ze brieste eens. Wat veranderde het leven toch in zo'n korte tijd.