" Magnifico "
Een diepe zucht verliet zijn keel, zijn ogen bezaten een geirriteerde blik en zijn hele houding maakte duidelijk dat hij er vandaag echt totaal geen zin in had. In niets of in niemand. Zijn staart sloeg tegen zijn flank, een met littekens bezaaide flank die veelal tot verbazing leidde bij die smerige goedzakjes. Ze konden niet geloven hoe hij aan zoveel littekens kon komen hoewel het voor hem niet meer als normaal was. Ieder litteken had zijn eigen verhaal, en van bijna iedere kon hij ze nog herinneren. Zijn zwarte gestalte viel niet op tussen de duistere bomen. De schaduw die over hem heen geworpen werd was net een tik zwarter waardoor hij erin opging. Zijn krachtige passen maakte soppende geluiden in de bagger onder hem, het liet een korte afdruk achter die al snel volliep met water en modder. Zijn hoofd was een grote waas, hij dacht nergens meer lang over na. Al snel gooide hij het achter zich in de hoop dat hij eindelijk eens niet werd achtervolgd door al die vervloekte gedachtes. Een vaag geluid drong tot hem door, nee.. Hij kon geen anderen gebruiken nu, hij had niet eens zin om degene die hem durfde te naderen op een koelbloedige manier te doden. En dat zei toch heel wat over hem, hoewel. Hij vocht niet vaak zonder reden, hij vocht liever als andere hem uitdaagden of hem echt een goeie reden gaven. Eentje die het uiteindelijke moorden veel aangenamer was en voor veel meer adrenaline zorgde. Toen hij zichzelf uit zijn gedachtes haalde merkte hij pas dat het geluid alweer afgezakt was. Waar maakte hij zich in godsnaam druk om, het had totaal geen reden. Op het moment werd hij gek van zichzelf. Hij sloot zijn ogen en vervolgde kalm zijn pad, nogmaals een diepe zucht. Het luchtte wat op, zijn leven bij de Valkyrie was nog niet bepaald spannend geweest. De leidster Fawn kon hem ongelovelijk irriteren maar haar manier van denken had hem aangesproken. Ze had gedacht dat hij simpelweg een leider nodig had wat niet waar was maar hij had haar in die waan gelaten. En daarnaast, een goede leider kon geen kwaad. Het was niet voor niets dat hij uit de Horcrux was gegaan op het moment dat Satan de kudde in handen kreeg. Hij had gehoord dat die inmiddels in handen van Azacar was gekomen, een waardige leider zo hoe hij had gehoord. Misschien moest hij binnenkort weer eens Fawn opzoeken, vragen hoe het stond met de kudde en wat haar plannen waren. Hun laatste ontmoeting waar het ging om de witte hengst die zich in hun gebied had bevonden was nogal vreemd ten einde gekomen. Ze boorde hem de grond in iets wat hij niet zomaar over zijn kant liet gaan. Sindsdien had hij rondgezworven, geen enkele roep van de merrie had zijn oren bereikt wat voor hem duidelijk maakte dat de kudde relatief dood viel. Achja hij zou wel zien. Nogmaals een geritsel, zijn hoofd schoot opzij keek om zich heen met zijn donkere ogen. Niemand was te zien maar het weinige licht dat hier zijn weg vond maakte het er niet makkelijker op. Wie durft zich hier te wagen? sprak zijn rauwe en bovenal verveelde stem.