Die ene geur. Die ene geur die alles anders kan maken. Die ene geur, die zweeft nu over de vallei. De plek van de goedzakjes. Die ene plek van die ene goed zakjes. Die de slechte proberen uit te roeien en andersom. Die twee geuren zweefde over de vallei. En het ene paard dat die geur mee bracht dat was een veulentje. En niet zomaar een veulentje. Nee, een veulentje met grote familie. Dat ene veulentje. Die had een opa een soort ex-oma. Tante's en oom's. Maar misschien ook neven en nichten. Ze had ouders, en broer's en zussen. Ja, ze had niet zomaar een familie. Ze had een van de misschien wel de grootste familie van de slechte paarden. Duvessa was de naam van dat ene doodnormale veulentje. Die niet zo dood normaal was. Duvessa was de naam van dat ene veulentje die daar die ene geur meebracht door de vallei. Ze schudde haar zelf uitgebreid uit en stond snel en simpel op. Ze zwiepte met haar staart omhoog en liep rustig door de vallei. Langzaam liep ze verder, ze had gehoord dat die Azacar weer aan het uitbreiden was. PFFF. Had hij dan nooit genoeg veulens? Waarschijnlijk was Duvessa een van de gene met de meeste oom’s en tante’s. Hoe dom. Duvessa rolde met haar ogen, ze wou die nieuwe tante van haar wel eens ontmoeten, als dat kleine mormel maar niet dacht respect te krijgen van Duvessa, dan had ze het heel mooi mis. Duvessa stopte naast de rivier in de vallei. Ze keek trots rond, hoewel ze pas 8 maanden was nam het haar manier van denken niet weg, en haar manier van doen. Duvessa was achter af een heel trots en fier veulentje. Zo stapte ze dan ook rond, met haar echte bitchie houding. Duvessa stopte, keek even rond. En hinnikte toen fel naar haar tante, Aaliyah.
-Aaliyah-
-Aaliyah-