Een koude wind trok langs, de wolken gingen mee en verstopte enkele seconden de zon. De grauwe lucht voorspelde regen en misschien ook hagels, grote wolken hingen aan elkaar en zweefde over. Meer damp verzamelen, meer water verzamelen. Sommige waren bijna zwart, sommige waren juist gewoon wit. Maar veel goeds was het niet. De eerste druppels vielen, met een enorme vlugheid vielen ze naar de aarde. De druppels landen en al vlug volgde de rest, harder ging het. Kouder werd het. De regen storte neer, met een grote vloedgolf, het bleef maar door gaan.
In die bui liep een gedaante, nauwelijks te zien door de regen, een lichtkleurig paard. Zandkleurig om precies te zijn, met zwarte manen en een grijse neus. De merrie stapte voorzichtig, omdat ze anders uitgleed, door de koude regen. Ze was doorweekt en vervloekte de wolken, waarom was het zo hondenweer? Haar manen plakte tegen haar nek aan en haar oren hingen wat slapjes door al het gewicht van de regen. Het jonge paard keek wat wazig rond. Lumiére knipperde met haar ogen, om het water uit de wippers te kunnen krijgen. Ze zag niks! Helemaal niks, alleen de grijze stralen die voor haar ogen op de grond vielen. Ze zag de gedaante van een boom en stenen, maar alles was wazig nu en grijsachtig. Zon oh zon, kom terug! Ze had een enorme hekel aan regen, zeker dit weer. Koud, klaklakklak. De merrie stond te rillen van de kou, terwijl ze daar zo stil stond in de regen. Waarom nou? Lumiére liep verder, nog steeds erg voorzichtig, de modder maakte haar hoeven bruin in plaats van zwart/grijs. Lumiére zocht nu eindelijk een schuilplaats, ze was op het idee gekomen, knap paardje. Die boom was geschikt, natuurlijk had ze nog steeds regen, maar niet zo veel meer. De boom was een hoge spar en had dus naalden. Ze ging er onder staan en meteen beviel het haar. Ze knipperde met haar ogen, om het water uit te krijgen en bleef staan. De takken kribbelde over haar rug en druppeltjes gleden langs haar heen. Lumiére bleef kijken naar de regen, die minder leek te worden. Ja, het ging ophouden. Al vlug waren de laatste druppels gevallen en waren de wolken weg, bijna allemaal dan. Maar het regenen was gestopt. Lumiére kwam te voorschijn. Ze was hier pas net, sinds gisteren. Al meteen had ze over Quiet Sparkle gehoord en ze was al meteen verkocht. Een kudde zal ze wel nodig hebben, zeker in deze tijden. Ze had gehoord dat de kudde een gekke rangindeling hadden, wat voor een, was een verassing voor de merrie. Ze wou nu eigenlijk gaan hinniken, dus waarom zal ze dat niet doen? Al vlug gooide ze haar hoofd in de lucht en hinnikt naar Mischa. Daarna wachtte ze af.
(Niet af)
In die bui liep een gedaante, nauwelijks te zien door de regen, een lichtkleurig paard. Zandkleurig om precies te zijn, met zwarte manen en een grijse neus. De merrie stapte voorzichtig, omdat ze anders uitgleed, door de koude regen. Ze was doorweekt en vervloekte de wolken, waarom was het zo hondenweer? Haar manen plakte tegen haar nek aan en haar oren hingen wat slapjes door al het gewicht van de regen. Het jonge paard keek wat wazig rond. Lumiére knipperde met haar ogen, om het water uit de wippers te kunnen krijgen. Ze zag niks! Helemaal niks, alleen de grijze stralen die voor haar ogen op de grond vielen. Ze zag de gedaante van een boom en stenen, maar alles was wazig nu en grijsachtig. Zon oh zon, kom terug! Ze had een enorme hekel aan regen, zeker dit weer. Koud, klaklakklak. De merrie stond te rillen van de kou, terwijl ze daar zo stil stond in de regen. Waarom nou? Lumiére liep verder, nog steeds erg voorzichtig, de modder maakte haar hoeven bruin in plaats van zwart/grijs. Lumiére zocht nu eindelijk een schuilplaats, ze was op het idee gekomen, knap paardje. Die boom was geschikt, natuurlijk had ze nog steeds regen, maar niet zo veel meer. De boom was een hoge spar en had dus naalden. Ze ging er onder staan en meteen beviel het haar. Ze knipperde met haar ogen, om het water uit te krijgen en bleef staan. De takken kribbelde over haar rug en druppeltjes gleden langs haar heen. Lumiére bleef kijken naar de regen, die minder leek te worden. Ja, het ging ophouden. Al vlug waren de laatste druppels gevallen en waren de wolken weg, bijna allemaal dan. Maar het regenen was gestopt. Lumiére kwam te voorschijn. Ze was hier pas net, sinds gisteren. Al meteen had ze over Quiet Sparkle gehoord en ze was al meteen verkocht. Een kudde zal ze wel nodig hebben, zeker in deze tijden. Ze had gehoord dat de kudde een gekke rangindeling hadden, wat voor een, was een verassing voor de merrie. Ze wou nu eigenlijk gaan hinniken, dus waarom zal ze dat niet doen? Al vlug gooide ze haar hoofd in de lucht en hinnikt naar Mischa. Daarna wachtte ze af.
(Niet af)