De gure wind deed de manen van Elody dansen op de wind. De steeds bruiner wordende grassprieten knakte onder het gewicht van haar lichaam. De winter kwam er weer aan. Een nare en vooral koude tijd voor paarden. Een tijd waarbij je steun van elkaar nodig zou hebben en zeker bij deze winter, welke niet als een warme aanvoelde. Elody begaf zich in een vlotte stap door de vallei. Ze had een rood bruine vacht en haar ogen waren wat lichter omrand. Haar ogen hadden de kleur van een lage herfstzon. Haar ogen namen de omgeving in zich op. Het was een mooi beeld, vredig zoals zij zichzelf op het moment voelde. Langere tijd had ze alleen door Dream Horses heen getrokken, opzoek naar dat geen wat haar trok. Hoewel ze zich eenzaam en verlaten had gevoeld, was ze nooit ver van de vallei geweest. Onopvallend en stil als ze was van buiten, kende ze ook hele andere kant van zichzelf. Alleen als je niemand om je heen hebt om die kanten te delen, raken deze diep verstopt in je wezen. Elody had inmiddels veel meegemaakt en de diversiteit van persoonlijkheden hadden haar doen schrikken. Sommige paarden hadden zichzelf niet geleken, hadden enkel zicht voor wat zij goed vonden ten koste van anderen. Een kudde waarvan ze de naam diverse keren voorbij had komen horen, trok haar. Ze had eindelijk gevonden wat ze zocht, een plek waar ze haar rust en kennis kon delen, een plek om lief te hebben en een plek om thuis te kunnen noemen. Ze ademde nog enkele keren diep in en uit voordat een luid hinnik haar keel verliet. De klanken van haar gehinnik waren zuiver en puur, maar met een scherp randje. Normaal gesproken had ze nooit zo last van scherpe randjes, maar de zenuwen gierden door haar lijf. Wat als ze haar niet zouden horen? Wat als ze haar niet zouden accepteren en... Steeds meer onrustige gedachten bedolven haar kalmte die ze eerder had gevoeld. Ze schudde haar hoofd in een poging ze kwijt te raken. Het lukte en ze voelde zich net zo kalm als eerst. Het zou allemaal wel goed komen, daar moest ze gewoon op vertrouwen. Haar oren bewogen alle richtingen uit, klaar om elk teken van toenadering of gevaren op te vangen. Nu ze zo op haar omgeving lette merkte ze eigenlijk pas hoe vochtig het was. De hemel was verstopt achter een dikke laag van wolken met verschillende grijs tinten. Nu ze hier achter kwam was ze haast boos op zichzelf. Hoe kon ze dat niet eerder hebben opgemerkt? De hemel kon elk moment openbarst van de regen en een gesprek voeren met een nieuwkomer was wel het laatste waar de leider zich druk over zou kunnen maken. Gelukkig stonde ze wel beschut onder een aantal grote dennenbomen, welke de meeste druppels wel zouden tegenhouden. Ze hoopte maar dat het zou overwaaien. Geduldig wachtte ze tot er iemand van Quiet Sprakle zou komen.
(Hinnik voor Quiet Sprakle)
(Hinnik voor Quiet Sprakle)