Het laagje sneeuw dat zich als een flinterdun deken verspreidde over de eens zo groene vlakte, althans ze vermoedde dat hij groen moest zijn van origine. Haar pas was rustig, niet gehaast. Waarom zou ze zich haasten? Ze had zich teveel gehaast voorheen, maar ze had geen keuze gehad. Alles was anders nu. Er was rust gekomen. In haar hoofd, voor haar spieren. Ze brandden nog steeds, overal. Alles brandde, zelfs haar ogen. Vervloekte sneeuw ook. Je knipperde een keer om te voorkomen dat er niets in je ogen kwam, opende ze vervolgens – ging er naïef vanuit dat alles weer goed was – en je kreeg een hele verse lading prikkende sneeuw in je ogen. Maar het was al een tijdje gestopt met sneeuwen. Dus het lag ook aan het feit dat ze haar ogen geen rust had gegund. Teveel gevaren, te weinig tijd. Alle oorzaken nodig voor haar belabberde gezondheid. Uithoudingsvermogen dat op de proef was gesteld. En een conditie die ze had moeten verbeteren, iedere dag weer een record verbreken. Als veulen zou het leuk zijn geweest, nu was het echter een ware hel.
Haar spieren leken het uit te schreeuwen van de pijn, maar je leerde het te negeren. De brandende pijn, het bedrukkende gevoel op je longen. Het gevoel alsof je maagsappen de wanden van je maag leken weg te vreten. Ze bleef stilstaan, dacht eventjes na. Als ze juist zat… Dan moest hier wel gras zijn. Gras betekende voedsel. Voedsel betekende verzadiging. Langzaam liet ze haar hoofd zakken, duwde haar gevoelige neus tegen de sneeuw. Ze schoof het koude bevroren water aan de kant met haar lippen, voelde hoe haar hart een sprongetje leek te maken bij het zien van het gras. Het was weliswaar een triest zicht. Het was het laatste wat de natuur nog te bieden had in een seizoen als dit. Maar voor haar betekende het veel. Het waren immers de kleine in het leven die de grootse zo… Speciaal maakten, nietwaar?
Ongegeneerd begon ze wat te grazen. Niet dat het veel zin zou hebben. Achteraf zou ze er toch spijt van hebben. Maar nu niet. Want tja, je moest toch – Alles stopte. Met een ruk hief ze haar kop op, stak haar neus de lucht in. Ze voelde het niet alleen, ze hoorde het ook. Er was een ander hier. Te dichtbij naar haar zin. Ze maakte zich groot, probeerde de ander te vinden met haar blik. Slaagde hier helaas niet in. Maar als het geen dreiging was hoefde ze zich geen zorgen te maken, dan kon ze gewoon verder gaan… Dus toch maar eventjes afwachten, ondanks dat alles in haar schreeuwde om weg te rennen. Te vluchtten.
Haar spieren leken het uit te schreeuwen van de pijn, maar je leerde het te negeren. De brandende pijn, het bedrukkende gevoel op je longen. Het gevoel alsof je maagsappen de wanden van je maag leken weg te vreten. Ze bleef stilstaan, dacht eventjes na. Als ze juist zat… Dan moest hier wel gras zijn. Gras betekende voedsel. Voedsel betekende verzadiging. Langzaam liet ze haar hoofd zakken, duwde haar gevoelige neus tegen de sneeuw. Ze schoof het koude bevroren water aan de kant met haar lippen, voelde hoe haar hart een sprongetje leek te maken bij het zien van het gras. Het was weliswaar een triest zicht. Het was het laatste wat de natuur nog te bieden had in een seizoen als dit. Maar voor haar betekende het veel. Het waren immers de kleine in het leven die de grootse zo… Speciaal maakten, nietwaar?
Ongegeneerd begon ze wat te grazen. Niet dat het veel zin zou hebben. Achteraf zou ze er toch spijt van hebben. Maar nu niet. Want tja, je moest toch – Alles stopte. Met een ruk hief ze haar kop op, stak haar neus de lucht in. Ze voelde het niet alleen, ze hoorde het ook. Er was een ander hier. Te dichtbij naar haar zin. Ze maakte zich groot, probeerde de ander te vinden met haar blik. Slaagde hier helaas niet in. Maar als het geen dreiging was hoefde ze zich geen zorgen te maken, dan kon ze gewoon verder gaan… Dus toch maar eventjes afwachten, ondanks dat alles in haar schreeuwde om weg te rennen. Te vluchtten.
» Iedereen is welkom~!
» Pfft, echt eventjes inkomen... Ben mensjes gewend x')
» Pfft, echt eventjes inkomen... Ben mensjes gewend x')