Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Just tell me what I want to hear [Deina]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Celebrían

Celebrían
VIP

Hij was zo grappig. Werkelijk waar, de húmor droop van hem af. De lollige blik in zijn ogen, de onwetende en flauwe grijns rond zijn lippen. Wat was hij een komiek. Alle woorden die over zijn tong rolden, waren gehuld in een humoristisch jasje zodat degenen die naar hem luisterden over de grónd gingen van het lachen. Het leek alsof hij exáct wist hoe hij anderen kon vermaken. Lachsalvo’s hingen in de lucht op de plaatsen die hij bezocht had. En zij, Celebrían, wist niet hoe ze hem moest duidelijk maken dat hij niet grappig was. Haar oordeel over hem was gehuld in een sarcastisch jasje met een dun laagje nonchalance dat ze liet weerklinken wanneer ze over hem sprak. Hij sprak en handelde uit onnozelheid en hij had geen idee van de realiteit. Was Zij de aangewezen persoon om hem dat uit te leggen? Het idee alleen al was lachwekkend. Zij beschikte niet over de gave om anderen te onderwijzen en ook zou zij niet op het idee komen om het eens te proberen. Haar donkere hoeven ontgingen niets: Eens zou ze hem doden. Waarschijnlijk lag het niet in zijn vermogen om te ontwaken uit zijn dagdromen ~hij irriteerde haar.
Een diepe zucht ontsnapte uit haar longen, bleef als een ademwolk voor haar hangen. Haar ogen waren half dicht. De blik die erin school, was geërgerd. Ze mompelde. Onverstaanbare woorden voor hen die haar niet begrepen. Voor hen die niet wisten met welk doel ze in het leven stonden. Ze communiceerde met de bomen. Zo nu en dan knikte ze, wachtte ze het antwoord van de Wijzen af terwijl ze de juiste woordkeuze probeerde te maken. Haar vader, Hij, luisterde mee. Gaf zijn oordeel als hij vond dat hij moest ingrijpen en lachte als haar ideeën hem schenen te dunken. Een ijzige windvlaag besloop haar van achteren en fluisterde woorden in haar oorschelp. Ze was verbaasd voor enkele seconden, maar de brede grijns die zich op haar gezicht nestelde zei in feite al genoeg. ~Op empirische gronden stond zij sterk. Haar zintuigen bedrogen haar nooit, zelfs niet wanneer haar geest haar lichaam ‘verliet’. Ze bestond áltijd. Haar geest was altijd de hare. Het omhulsels waarin deze zich nestelde, werd haar lichaam genoemd.
Soppende geluiden waren afkomstig van de bodem terwijl ze door het zompige gedeelte van de oevers liep. Haar oren hingen slap opzij, schijnbaar ongeïnteresseerd. Slapend. Ze hoefde geen gave te hebben om te weten dat op deze plaats weinig tot geen bloed vergoten was. De maan met haar zilveren stralen, gaf de omgeving een soortgelijke kleur. Het plaatje bevatte schoonheid, maar werd niet volledig door haar erkend. Uiteindelijk was het namelijk niet de schoonheid die eenieders leven had gered. Haar hoofd deinde op en neer terwijl ze nadacht over dat wat ze wilde zeggen. Één van de Grote Leiders had ze ontmoet, nu was het tijd voor de volgende. Van gitzwart, zou ze naar spierwit gaan. Van een hengst, naar een merrie. Terwijl haar ogen zwart flonkerden, was haar lichaam in een nonchalant jasje gehuld. Ze zou niet naar haar hoeven te roepen; de wind zou vertellen dat ze op haar wachtte.

Deina hyper

Deina

Deina
VIP

De donkere ogen stonden strak naar voren gericht. De witte merrie van de Horcrux verplaatste zich nog een keer door het oude gebied. Ze zat niet vaak in deze gebieden. Ze was vaker bij haar veulens en bij de leden om ze goed te trainen. Trainen was een voordeel nu want ze moest nog wat meer spieren kweken en duidelijk afvallen. Ze was een tijd geleden bevallen en dat zag je. Af en toe kon je haar ribben zien. De merrie snoof luid terwijl ze door het bos wandelde. Ze bekeek de omgeving even en rolde met haar ogen. Er was nog steeds niets te beleven hier. Ze was ook veranderd. Ze kon al iets meer respect geven aan sommige paarden, maar nog steeds bleef ze arrogant op sommige momenten. Ze draaide een oor naar achteren en voelde de wind in haar manen. Een geur die haar ook aan de machtige Cobra liet denken, drong haar neus binnen. Ze grijnsde breed en draaide in de richting van de wind. Iets diep in haar zei dat iemand op haar stond te wachten. Ze sloeg haar grijze staart tegen haar flanken aan terwijl ze haar tocht doorzette. Deze keer liep ze meer naar het oosten toe, ook dichter bij haar eigen kuddegebied. Ze had nu een vrije dag genomen, ook voor de kuddeleden. Ze waren goed op weg om krijgers te worden. Ze vond het maar jammer dat er veel veulens waren, maargoed. Deze zouden opgroeien en krijgers van de kudde worden. Ze schudde haar hoofd terwijl ze stevig doorliep. Ze kwam aan bij het zilveren meer, tijden ervan wist ze niet meer. Ze was hier al een tijd niet meer geweest. Ze zag een merrie staan met een hele speciale kleur. Niet een kleur die je zomaar even kunt herkennen of opnoemen. Ze snoof even en liep op haar af. Haar houding was kalmer dan vroeger. Vaak was ze enorm dominant, maar nu niet. De merrie rook niet naar een kudde en zou misschien aan hun kant horen. De merrie kende haar ook want ze wou haar duidelijk horen. Deina knikte kort naar de merrie en wachtte op een reactie. Zij was hier degene die haar nodig had. Maar voor wat?

Celebrían

Celebrían
VIP

if i die young bury me in satin
lay me down on a bed of roses
sink me in the river at dawn
send me away with the words of a love song
Als ze kon fluiten, had ze dat waarschijnlijk gedaan. Het was de onwetendheid die haar op deze manier liet handelen. Haar brein dat niet geheel aan haar gehoorzaamde en dat ook nooit wílde doen. De wind waaide tussen de bomen door, verfriste haar geest en zorgde voor een luchtige sfeer. En hoewel het leek dat ze niet geheel aanwezig was, was ze volledig met haar hoofd bij het hier en nu. De werkelijkheid, de realiteit. Ze rook hem. Kon hem zien en kon horen hoe hij sprak. Zijn geuren stroomden haar neus binnen en ze proefde het leven. Een glimlach krulde haar lippen die normaliter tot een streep samengeperst waren. Ze zag de weerspiegeling van haarzelf in het zilverachtige water van het meer. Even fronste ze een wenkbrauw: Het was alsof ze naar een vreemdeling keek. Alsof ze slechts een vorm was, zonder inhoud. Terwijl ze er zéker van was dat dat niet het geval was. Vogels vlogen over, lieten boodschappen achter. En zij knikte goedkeurend; De witte merrie naderde. Zij die diverse paarden onder haar bevel had. Zij die wist hoe ze moest vechten. Ongenadig handelde zij. Meedogenloos. De wind had haar naam van te voren in haar oren gefluisterd; geruchten deden altijd de ronde. Nooit kon je er zeker van zijn of je woorden veilig waren. De bomen konden praten. ’Goedendag zou niet het goede woord zijn om je te begroeten. De maan schijnt, wat wil zeggen dat het nacht is. En toch zeg ik graag “Goedendag”, het klinkt vele malen optimistischer, vind je ook niet?’ Nonchalance en licht klonk haar stem terwijl ze háár zonder op te kijken begroette. Haar aandacht en blik nog steeds op het meer gevestigd. Ze zette een van haar hoeven in het water, zodat ze de rimpels in het oppervlak bestuderen kon. Fascinerend, hoe dingen afhankelijk van elkaar wisten te bewegen. ’Juist, juist. Ja… dat dacht ik al…’ Ze mompelde verscheidene woorden, dingen berekenend en schattend in haar hoofd. Het was alsof ze een plan opstelde; ze liep verschillende patronen over de oever, haar voetsporen achterlatend. ’Wel, zilvervacht, je past perfect in het plaatje hier. Ik moet zeggen dat je niet misstaat op deze achtergrond.’ Nú pas richtte ze haar aandacht volledig op de zilvervacht. Keek ze haar aan, proberend om haar fonkelende zwarte ogen zo diep mogelijk in de hare te boren. Een glimlach trok haar mondhoeken iets omhoog en ze bleef op enkele meters van háár vandaan staan. ’Je bent voor mij geen onbekende meer, Deina. De wind neemt zijn taken erg serieus –als het moet kan ik álles van je te weten komen… Niet dat dat mijn bedoeling is, maar ach: voor het geval je je druk maakte om je privacy.’ Schouderophalend wuifde ze de bezwaren die de zilvervacht zou kunnen hebben weg. Ze waren Broeders van het kwaad, nietwaar? ’Nou, terug naar het zakelijke gedeelte: hoe ziet je kudde eruit? Wat zijn je plannen? Zal jij eens in staat zijn om dit land te overheersen met enkel Duistere macht? Ben jij capabel genoeg om al het goede in deze wereld te onderdrukken en te vernietigen? Zodat de troepen des Doods hier hun gang kunnen gaan en ook dit deel van de wereld in zijn bezit kan nemen?’ Haar stem klonk ditmaal veel doordringender en harder. De fonkeling in haar zwarte ogen lichtte even op en een lichte grijns sierde haar gezicht.

Deina

Deina
VIP

Haar donkere ogen keken naar het meer, waar de merrie duidelijk naar gericht was. Ze keek haar niet aan, maar toch begroette ze haar. Ze begroette haar met wijze woorden. Dat vond Deina. Normaal gaf ze niet zo snel complimenten, maar de merrie leek wél meer respect te hebben dan anderen. De meesten zouden je meteen graag uitschelden of zeggen wat ze allemaal fout deed. Of hoe idioot of stom ze was. Die paarden kregen dan ook geen enkel respectje terug. Deze merrie kon dat wel krijgen. Deina grijnsde breed. "Daar heb je gelijk in. Niet dat ik iedereen snel gelijk geef, maar toch is het zoals jij zegt." Kalmte was te horen in haar stem. Ze was ook erg rustig vandaag. Ze zou niet meteen iedereen gaan uitschelden, afslachten of vermoorden. Ze snoof luid en bekeek de merrie nog eens. Ze sloeg met haar staart heen en weer en toen merkte ze op dat de merrie haar bekeek. De merrie noemde haar zilvervacht. Ze zei dat ze perfect bij het zilveren meer paste. Deina grijnsde even. "Bedankt voor het compliment. Ik had gedacht dat je anders was, maargoed. Geen vooroordelen hé." De donkere ogen keken recht in de ogen van de merrie die haar blik leek te doorboren. Deina snoof zacht en luisterde naar de rest. "Voor mij ben je wel een bekende. Dus mag ik je naam ook weten voor we verdergaan?" Haar stem nog steeds kalm. Zo lang was ze nog nooit kalm geweest. Ze draaide een oor richting de merrie terwijl ze de rest van de vragen aanhoorde. "Ik zal alles proberen om de goede paarden te kunnen uitroeien. Mijn kudde bestaat vooral uit veulens, maar ik zal ervoor zorgen dat het ware krijgers worden."

Celebrían

Celebrían
VIP

Door het zilveren schijnsel van de maan leken haar blonde manen nog lichter dan anders en stonden ze sterk in contrast met haar donkergekleurde lichaam. De zwarte fonkeling in haar ogen weerspiegelde de maansikkel en de wind zorgde ervoor dat haar hoofd en hals in een krans van licht gehuld leken te zijn. Zij die tegenover haar stond daarentegen, leek zilver op te lichten wanneer de wolken voorbij de maansikkel gleden. Het gaf een angstaanjagend gezicht voor hen die bang waren. Even waren haar lippen in een glimlach geplooid toen bleek dat zij een onbekende voor de leidster van een van de kuddes was, maar al snel werd haar lichaam opnieuw in nonchalance en luchtigheid gehuld. Galmend klonk zijn lach door haar hoofd. Onheilspellend en monsterlijk. Als een dier dat zojuist was gewekt uit zijn winterslaap. Zijn poten grepen al dat binnen handbereik aanwezig was, terwijl hij met zijn scherpe tanden de stukken vlees aan stukken scheurde. Gulzig at hij, smakkend en onfatsoenlijk. Het bloed liep in straaltjes langs zijn mondhoeken naar beneden. Te lang waren de smaken van bloed en vlees van zijn tong verwijderd geweest; Elke vezel in zijn lichaam genóót.
Vooroordelen? Had de zilvervacht al geprobeerd om haar plaats in de maatschappij te bepalen? Afkeuring was in haar ogen te lezen op het moment dat ze zich dat realiseerde en de nonchalance maakte plaats voor een kilte waar de Noordenwind jaloers op zou kunnen zijn. ’Mijn naam is Celebrían, Deina.’ Hoewel haar stem nog even luchtig leek te zijn als eerst, was haar lichaam dat niet meer. Inschattend gaf ze haar ogen de kost. Zocht ze naar een opening in de gesloten ziel; slechts enkelingen sloten hun geest niet af voor de buitenwereld. Ze nam de tijd, maakte zich niet druk over het feit dat de ánder wel eens háást zou kunnen hebben. Speculerend over degene die ze nu tegenover had staan. Wat had ze van haar verwacht? Dat zij superieur was? Haar kuddeleden volledig onder haar duim had en dat zij gevreesd werd door zovelen? Haar wenkbrauwen fronsten zich, het idee alleen al was haast lachwekkend. Op bewuste wijze werd tegenwoordig haast niemand meer écht gevreesd. Enkel zij die het in hun capaciteiten hadden liggen om anderen in hun geest lastig te vallen, konden op dat gebied serieus genomen worden. ’Krijgers. Is dat de naam die jij je kuddeleden geeft?’ Ietwat vragend waren haar tonen die werden meegevoerd door de wind. Ze wist niet precies waarom ze met de zilvervacht sprak. Wellicht was het enkel omdat zij wilde weten welke kansen Háár Troepen zouden kunnen hebben als ze hen het land liet binnentreden.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum