Nojin keek Eclips even aan en glimlachtte. Hij had ermee leren leven. Hij moest het verleden achter zich laten en verder gaan met het heden. Zo had hij het altijd geleerd. Hij keek naar de prachtige wilgen. Treurwilgen leken helemaal niet zo treurig in de zomer, nu hongen er enkel wat kale takken naar beneden. Zo begreep hij de naam wel. Hij keek naar de witte merrie langs hem en stapte daarna rustig verder. Zijn zwevende beweging zette hij verder bij elke pas. Hij had zijn gidzwarte staart nog steeds trots in de hoogte gestoken. Een lichtte schemering hing over het landschap heen. Hij keek weer even naar Eclips, het voelde alsof hij haar hoorde te beschermen. Dat geen enkel paard bij haar in de buurt zou mogen komen zolang hij bij haar was. "Het is werkelijk prachtig hier." Sprak hij rustig terwijl hij naar haar keek. Een warm gevoel welde op vanuit zijn buik. Hij negeerde het en wandelde rustig verder. Ergens vaag in zijn herinneringen wist hij nog een perfect schuilplaats. Niet ver hier vandaag was een grot waar ze konden overnachten zonder dat het al te koud zou worden. Nojin volgde zijn instincten. Hij wist ongeveer de weg nog. Toen bleek dat hij echt de weg nog wist verscheen er een grijns op zijn gezicht, zijn ogen straalden. Hij hielt halt voor de ingang en keek naar Eclips. "We kunnen beter hier overnachten. Je lijkt uitgeput" Zei hij tegen haar. Zijn bruine ogen keken haar even aan waarbij hij daarna weer wegkeek.
[& Eclips]
flutj sowry
[& Eclips]
flutj sowry