Haar zware hoeven klakte tegen de oppervlakte aan, en terwijl ze met haar robuuste hoofd de kraaien bekeek draafde de jonge merrie in een rustig tempo door. Het leek net op lente, aangezien haar dikke wintervacht bij iedere drafpas enkele haren verloor. Nee, het was geen zure winter dit jaar. Niet dat de merrie dat erg vond, aangezien zij meer van het zomerse weer hield. Terwijl ze haar draftempo in een rustige stap veranderde, snoof ze het frisse weer even op. Eigenlijk was ze nog niet bekend met de andere soortgenoten, ze had nog niemand ontdekt. Ergens mistte ze het wel, een fijne vriendschap. Maar helaas kon ze alle nadelen er ook van bedenken. Soms raak je namelijk in een vriendschap, en gebeurd er iets ernstigs met diegene waarmee jij je zo vermaakt hebt. Even dacht ze aan haar zuster, die op een gemene wijze vermoord werd. Toen de bonteling het beeld door haar netvliezen zag branden, ging ze stil staan. Nee, dit mocht nooit meer gebeuren, misschien wilde zij daarom niet graag nieuwe soortgenoten leren kennen. Chennai nam een gulzige slok van het rivier water. Het water was ijskoud, en terwijl zij de laatste slok nam hoorde ze wat geritsel. Even deinsde ze achter uit, wie weet was het een roofdier. Ze spande haar lichaam aan en keek hevig om haar heen. Met een zachte bries liet ze horen dat ze er was. De Paint Horse snoof de geur van het andere dier op, en kwam er zo achter dat er een paard vlak achter de bosjes stond.
Even liet de merrie een zachte bries horen, waar na ze het paard onverschillig bekeek. Ze was een paard dat neutraal was, en voor geen van beiden kanten tussen goed of slecht zal kiezen. Chennai pastte zich volledig aan aan het karakter van een tegenpartij, was een ander vriendelijk tegen haar dan zou zij het zelfde tegen over de andere zijn. Maar had ze te maken met een hoog geirriteerd paard, dat vlug op zijn hoefjes getrapt was dan kon zij ook zo uit de hoek komen. De bonte merrie wachtte op een woord van het paard tegen over haar, maar toen die na enkele minuten nog geen enkel woord liet vallen, begon zei zelf maar, 'Hallo.'
Even liet de merrie een zachte bries horen, waar na ze het paard onverschillig bekeek. Ze was een paard dat neutraal was, en voor geen van beiden kanten tussen goed of slecht zal kiezen. Chennai pastte zich volledig aan aan het karakter van een tegenpartij, was een ander vriendelijk tegen haar dan zou zij het zelfde tegen over de andere zijn. Maar had ze te maken met een hoog geirriteerd paard, dat vlug op zijn hoefjes getrapt was dan kon zij ook zo uit de hoek komen. De bonte merrie wachtte op een woord van het paard tegen over haar, maar toen die na enkele minuten nog geen enkel woord liet vallen, begon zei zelf maar, 'Hallo.'