Haar smalle hoefjes trippelden lichtjes over de bosgrond. Het fijngevormde gezichtje straalde, sneeuwwitte en pikzwarte strengen haar vermengden zich met elkaar terwijl ze als een zuchtje wind tussen de bomen door huppelde. Haar absurd lange manen dwaalden rond haar nek en de takken leken er naar te grijpen, maar ze glibberden direct weer uit hun greep weg. Lichtjes dansten in de heldere, violetkleurige ogen. Ze giechelde zacht, het geluid bleef als tinkelende belletjes in de lucht hangen en stierf daarna langzaam weg in de besneeuwde omgeving. Haar hele postuur was fragiel, het leek alsof elk duwtje haar zo omver kon gooien. Ze was klein, had smalle beentjes, puntige oortjes en droeg haar staart iets hoger dan het gemiddelde paard. Een lichte, permanente glimlach bleef om haar lippen liggen en ze maakte een zacht geluidje toen ze een duif passeerde. Alsof ze ermee wilde communiceren. Vragend staarde ze de duif aan, die met grote, ronde ogen terug keek, zijn grijze kopje scheef hield. Ze sprong er naar toe, een actie die ervoor zorgde dat de duif haastig zijn vleugels spreidde, haar verstoord aankeek -voor zover duiven dat doen- en opvloog. Ze legde haar oren meteen plat en hapte er naar, maar de duif was al lang weg. Ze zwiepte met haar lange staart en haar ogen fonkelden, plotseling was het lieve diertje te vergelijken met een pisnijdige kat die zijn nagels kromde en een hoge rug opzette. Haar tanden waren ontbloot en ze staarde wóedend omhoog naar de boom waar de duif dekking had gezocht.
Even snel als die verschenen was was de donkere wolk die plotseling haar aura leek te bederven weer weggetrokken en scheen er weer een stralende zon in Luce-land. Haar oortjes spitsten zich weer naar voren en opgewekt dribbelde ze er weer vandoor, met korte pasjes en een pittig tempo.
Maar toen..Toen begon er zich een monster in haar maag te bewegen. Het kronkelde, gromde, klauwde aan de wanden van haar binnenste. Het rommelde diep van binnen. Het monster heette Honger.
Ze stopte abrupt en keek om zich heen, met grote ogen. Haar neusgaten trilden en ze probeerde een spoortje voedsel te ontdekken, maar feit was dat de complete bodem bedekt was met sneeuw, wit als haar pels. Tranen begonnen in haar ogen op te wellen en ééntje rolde over haar wang naar beneden. Ironisch gezien het oog waar de donkere, traanvormige aftekening zich onder bevond. Het lila van haar irissen begon te trillen en te vervormen toen een volgende lading zich al aandiende, maar voor ook die druppels hun weg naar de grond konden vervolgen hoorde ze hoeven. Een ander paard kwam achter haar vantussen de bomen, en ze sniffelde hoopvol. Het vocht verdween weer uit haar ogen en ze stormde op het dier af. Een lichtelijk vertrouwde geur kwam van het dier af maar ze besteedde er geen aandacht aan, aangezien.. "Honger." Verklaarde ze. Haar zachte stemmetje klonk gedempt omdat ze haar tanden in de schoft van het paard had gezet en tevreden op plukken haar stond te knabbelen. Pas toen ze vanuit haar ooghoeken een schedel zag, wist ze vaag wie ze aan het opeten was. "Nar?" Mummelde ze, maar weigerde om de nek los te laten. Stel je voor, dan had ze nog geen eten! De gedachte dat ze geen carnivoor was maar een herbivoor was duidelijk nog niet in haar opgekomen. De gedachte dat niet iedereen vrijwillig haar maaltijd wilde spelen, ook niet.
[Nar =D]
Even snel als die verschenen was was de donkere wolk die plotseling haar aura leek te bederven weer weggetrokken en scheen er weer een stralende zon in Luce-land. Haar oortjes spitsten zich weer naar voren en opgewekt dribbelde ze er weer vandoor, met korte pasjes en een pittig tempo.
Maar toen..Toen begon er zich een monster in haar maag te bewegen. Het kronkelde, gromde, klauwde aan de wanden van haar binnenste. Het rommelde diep van binnen. Het monster heette Honger.
Ze stopte abrupt en keek om zich heen, met grote ogen. Haar neusgaten trilden en ze probeerde een spoortje voedsel te ontdekken, maar feit was dat de complete bodem bedekt was met sneeuw, wit als haar pels. Tranen begonnen in haar ogen op te wellen en ééntje rolde over haar wang naar beneden. Ironisch gezien het oog waar de donkere, traanvormige aftekening zich onder bevond. Het lila van haar irissen begon te trillen en te vervormen toen een volgende lading zich al aandiende, maar voor ook die druppels hun weg naar de grond konden vervolgen hoorde ze hoeven. Een ander paard kwam achter haar vantussen de bomen, en ze sniffelde hoopvol. Het vocht verdween weer uit haar ogen en ze stormde op het dier af. Een lichtelijk vertrouwde geur kwam van het dier af maar ze besteedde er geen aandacht aan, aangezien.. "Honger." Verklaarde ze. Haar zachte stemmetje klonk gedempt omdat ze haar tanden in de schoft van het paard had gezet en tevreden op plukken haar stond te knabbelen. Pas toen ze vanuit haar ooghoeken een schedel zag, wist ze vaag wie ze aan het opeten was. "Nar?" Mummelde ze, maar weigerde om de nek los te laten. Stel je voor, dan had ze nog geen eten! De gedachte dat ze geen carnivoor was maar een herbivoor was duidelijk nog niet in haar opgekomen. De gedachte dat niet iedereen vrijwillig haar maaltijd wilde spelen, ook niet.
[Nar =D]