Ze opende haar blauwe ogen. Het ijsmeer. Ze was in de buurt. Van een ijsmeer. Wat ze hier deed, was een reden voor haar onbekend. Haar was niets bekend, hoewel ze al een tijdje rondzwierf hier, zonder reden, zonder doel. Haar manen bewogen zachtjes mee met de wind, ze voelden droog aan bij de haarpunten. Ze had ontzettend lange manen, reikend tot aan haar been, nog steeds zo zacht als manen moesten en konden zijn. Haar herinnering steeds verder aan het wegvagen. Ze wist niet waarom ze hier was gekomen, wat ze had gedaan. Ze wist alleen dat ze er was. Ze keek naar de grond, en merkte iets roods bij haar hoeven op. Wat? Ze draaide zich om, en zag in de verste verte een bloedspoor. Ze ging op het rood af, en volgde daarmee ook het pad naar het ijsmeer. Het waren duidelijk haar hoeven, die daar sporen hadden achtergelaten. Maar waarom zag het eruit als een andere pas? Dit was niet zoals zij normaal liep. Een beetje verward volgde ze het spoor verder. Meteen kneep ze haar ogen dicht. Het was een dood paard, nu al koud door de sneeuw. Ze wendde haar blik en hoofd van het af, terwijl ze aan de rand van het ijsmeer begon te lopen. Had zij dat nou gedaan? Zoiets zou ze toch wel herinnerd moeten hebben...
Flashback 8D
{{ "Wacht!" Ze keek op, haar felle blauwe ogen keken vol afschuw naar het paard tegenover haar, smekend om genade. Niet dat zij dat ooit zou geven. Het had het niet verdiend om zo behandeld te worden. Zelfs dit was genade. Het had erger kunnen zijn. Dagenlang niet sterven, verhongeren, in de kou. Maar zij was genadig zodat het niet dagen duurde. Het paard moest niet denken dat dit wreed was. "Niet..." Het lot zou het paard onder handen nemen. Ze snoof. "Aan jou verspil ik geen tijd meer." Haar stem klonk vals, maar kalm en beheerst. De twee sleutelwoorden bij zulke praktijken. Ze draaide haar hoofd om, en zo ook haar lichaam. Haar spieren voelden aangesterkt. Spoedig zou ze grotere doelwitten aankunnen. Spoedig zou ze grotere gevaren aankunnen. Spoedig zou ze haar andere zelf kunnen beschermen tegen al het kwaad. Dat was hard nodig. Ze hoorde in de verte nog het kreunen van het paard. De allerlaatste. Weer een slecht ziel minder in de wereld. Elke ziel die hier ronddwaalde kon nooit iets goeds in de zin hebben. Het beste was om ze geen kans te geven dat te bewijzen, en om ze geen kans te geven ze te laten leven. Zij was, in tegenstelling tot haar andere zelf, meedogenloos, ze was ervoor gemaakt oordelen uit te spreken over het lot van paarden. Daarvoor was ze opgeroepen. Toen ze zeker wist dat haar spoor niet te veel bewijs achterliet, sloot ze haar ogen, en dwaalde af.}}
Ze kon nog steeds niets herinneren, net zoals de laatste paar keren. Wanneer gebeurde het? Wanneer ze in de problemen kwam, dat was 1. Dus ze herinnerde zich niets meer wanneer ze bijna stierf. Hmm... En even later weet ze weer veilig bij te komen. Of viel ze gewoon in slaap? Was er dan een of andere superman-hengst die haar de hele tijd kwam redden, die dan kwam aanstormen, en de dag redde door... diegene te vermoorden. De laatste keer zat ze niet eens in de problemen! Ze hoorde alleen nog een paard flippen en haar een lichte klap verkopen. Was dat al genoeg om zo'n superman te laten komen? Maar als ze daardoor niet bewusteloos raakte, waardoor wel? Zoveel vragen zonder antwoord, ook al was het maar een antwoord. Ze zuchtte, en genoot van de stilte rondom haar. Dit vergat ze tenminste niet. Waarom was haar leven zo gecompliceerd. Na haar ongelukkige verleden, waarom moest dit haar overkomen. Het was te moeilijk. Ze voelde de wind spelen met haar manen, het vrolijkte haar een beetje op. Ze liet een kleine glimlach zien, terwijl ze aan de rand van het ijsmeer stond, tweehonderd meter van een vreselijk schouwspel vandaan, genietend van de rust die haar eindelijk was toevertrouwd.
[OOOOPPEEEEEEEN :3 ]
Flashback 8D
{{ "Wacht!" Ze keek op, haar felle blauwe ogen keken vol afschuw naar het paard tegenover haar, smekend om genade. Niet dat zij dat ooit zou geven. Het had het niet verdiend om zo behandeld te worden. Zelfs dit was genade. Het had erger kunnen zijn. Dagenlang niet sterven, verhongeren, in de kou. Maar zij was genadig zodat het niet dagen duurde. Het paard moest niet denken dat dit wreed was. "Niet..." Het lot zou het paard onder handen nemen. Ze snoof. "Aan jou verspil ik geen tijd meer." Haar stem klonk vals, maar kalm en beheerst. De twee sleutelwoorden bij zulke praktijken. Ze draaide haar hoofd om, en zo ook haar lichaam. Haar spieren voelden aangesterkt. Spoedig zou ze grotere doelwitten aankunnen. Spoedig zou ze grotere gevaren aankunnen. Spoedig zou ze haar andere zelf kunnen beschermen tegen al het kwaad. Dat was hard nodig. Ze hoorde in de verte nog het kreunen van het paard. De allerlaatste. Weer een slecht ziel minder in de wereld. Elke ziel die hier ronddwaalde kon nooit iets goeds in de zin hebben. Het beste was om ze geen kans te geven dat te bewijzen, en om ze geen kans te geven ze te laten leven. Zij was, in tegenstelling tot haar andere zelf, meedogenloos, ze was ervoor gemaakt oordelen uit te spreken over het lot van paarden. Daarvoor was ze opgeroepen. Toen ze zeker wist dat haar spoor niet te veel bewijs achterliet, sloot ze haar ogen, en dwaalde af.}}
Ze kon nog steeds niets herinneren, net zoals de laatste paar keren. Wanneer gebeurde het? Wanneer ze in de problemen kwam, dat was 1. Dus ze herinnerde zich niets meer wanneer ze bijna stierf. Hmm... En even later weet ze weer veilig bij te komen. Of viel ze gewoon in slaap? Was er dan een of andere superman-hengst die haar de hele tijd kwam redden, die dan kwam aanstormen, en de dag redde door... diegene te vermoorden. De laatste keer zat ze niet eens in de problemen! Ze hoorde alleen nog een paard flippen en haar een lichte klap verkopen. Was dat al genoeg om zo'n superman te laten komen? Maar als ze daardoor niet bewusteloos raakte, waardoor wel? Zoveel vragen zonder antwoord, ook al was het maar een antwoord. Ze zuchtte, en genoot van de stilte rondom haar. Dit vergat ze tenminste niet. Waarom was haar leven zo gecompliceerd. Na haar ongelukkige verleden, waarom moest dit haar overkomen. Het was te moeilijk. Ze voelde de wind spelen met haar manen, het vrolijkte haar een beetje op. Ze liet een kleine glimlach zien, terwijl ze aan de rand van het ijsmeer stond, tweehonderd meter van een vreselijk schouwspel vandaan, genietend van de rust die haar eindelijk was toevertrouwd.
[OOOOPPEEEEEEEN :3 ]