Ik schudde wild met mijn manen en draafde met grote elegante passen lansg het meer. Het had een zilverachtige gloed, het was prachtig. Het meer, de bomen ,het gras, alles was zilverachtig wit. Het gaf een voldoening om zo langs het meer te draven.
Ik snoof, ik snoof de geur van een ander paard op. Ik kon niet bedenken wie het was. Ik kende deze of gene niet. Wie was het die mij vergezelde bij dit prachtige meer? Ik draaide mijn oortjes in de richting van het paard. Mijn ene mondhoek krulde omhoog. Ik werd altijd vrolijk van andere paardjes. Wie het ook was....Ook al kende ik hem of haar niet. Ik maakte gewoon een babbeltje en kwam zo te weten of diegene goed, slecht of neutraal was. Ik hield niet zo van de braverikjes maar ook niet de echt 'slechte' paarden. Ik was gewoon...ja...ik.
waaah inspi-loosheid sorry Ravena
Ik snoof, ik snoof de geur van een ander paard op. Ik kon niet bedenken wie het was. Ik kende deze of gene niet. Wie was het die mij vergezelde bij dit prachtige meer? Ik draaide mijn oortjes in de richting van het paard. Mijn ene mondhoek krulde omhoog. Ik werd altijd vrolijk van andere paardjes. Wie het ook was....Ook al kende ik hem of haar niet. Ik maakte gewoon een babbeltje en kwam zo te weten of diegene goed, slecht of neutraal was. Ik hield niet zo van de braverikjes maar ook niet de echt 'slechte' paarden. Ik was gewoon...ja...ik.
waaah inspi-loosheid sorry Ravena