De kleine merrie bewoog zich rustig voort. Haar crème kleurige manen en staart werden wild op en neer gesleurd door de wind. Het waaide hard en Theas had zoal een hekel aan het klimaat van hier. Ze mopperde in het Italiaans over het weer. Ze vond het onacceptabel dat er zulk weer mocht bestaan. Tuurlijk was het in Italië ook ooit koud maar dat was echt zelden, daar kon ze nog mee leven. Hier was het nog geen dag warm geweest sinds ze hier was. Ze klaagde in haar eigen verder terwijl ze door stapte. Ze drukte haar staart verder tegen haar bips aan en duwde haar oren in haar manen. Zo werden die tenminste niet echt koud of vroren ze er niet af. Oké, Theas wist dat ze overdreef want het was zeker zo'n 12 graden maar voor leek het echt alsof het aan het vriezen was. Ze hoorde in de verte het geluid van stromend water en spitste haar oortjes. Ze ging over in een trippeldrafje. Ze leek half te huppelen als ze zo liep. Doordat ze redelijk klein was zou je het schattig kunnen noemen. Met haar meter 52 was ze een klein paardje. Maar ze zou nog groeien, daar was ze zeker van. Ze was amper 2 en was nog nooit hengstig geweest. Ook zou ze nog een klein beetje uitzetten qua spieren. Nu was ze nog mooi slank zoals een echte merrie hoorde te zijn. De rivier kwam in haar zicht waardoor ze terug over ging in een rustige stap. Ze stopte aan de kant van het water en nam een paar slokken. 'Oh che cos'è freddo!' kraamde ze uit. Het leek alsof haar keel bevroor door het koude water. Ze zuchtte eens en zette toch terug haar lippen aan het koude water. Ze had dorst dus moest ze ook drinken.
[& Desolate]
[& Desolate]