Woedend was ze, toen ze had ontdekt dat haar oude kudde was veranderd. QS. Meteen was ze weg gegaan en ze ging ook niet meer terug, nooit meer! Ze was gewend aan de vrije rangen en aan Mischa, maar dat was nu dus voorbij. Lumière was niet vaak kwaad, maar dit? Nee, dat kon gewoon niet. Ze was even weg, op zoek naar kruiden die niet in DH groeide, door een lawine had ze een omweg te gaan en toen ze terug kwam bleek alles veranderd te zijn. Meteen was ze het gebied uit gegaan, ver weg van de kudde en ze had duidelijk gemaakt dat ze er niet bij hoorde. Ze was liever alleen dan daar in te leven. Nee, QS was niks meer voor haar.
Maar alleen leven kon ze ook niet, ze was te erg gewend aan het kudde leven. Maar ze durfde niet terug en dat wou ze ook niet, nooit meer. Lumière stapte over het bloemenveld heen, zoekend naar kruiden, ze wist zelf niet waarom. Het had toch geen zin meer, ze kon niemand meer verzorgen en helpen. Ze was alleen. Lumière wist dat ze iets anders wou, ze had al een idee. Utopia. De nieuwe kudde, neutraal. Maar het leek haar wel wat, ze was nieuwsgierig naar de kudde. Maar ze wist het niet zeker. Wat als deze kudde ook helemaal veranderen? Ze wou het niet weer mee maken, ze kon er gewoon niet tegen. Misschien stelde ze zich gewoon aan, misschien had ze gelijk. Waarschijnlijk zal elk paard wel iets anders vinden over dat. Wat betreft het kruiden zoeken, het ging prima en het gaf haar een fijn en vrij gevoel. De woede die ze bij zich droeg verminderde terwijl zij dit deed. En de lente hielp ook mee, alles stond in bloei en bijna alles wat ze in de winter niet kon vinden zag ze nu weer staan. De heldere zon scheen over haar heen en een heerlijk bries ging door haar zwarte manen. Lumière dacht nog steeds na over Utopia, ze kon het proberen? Misschien kon ze echt een nieuw leven krijgen. Nanami was de leider, dat was het enige wat ze wist en dat de kudde neutraal was. Dat was goed genoeg voor haar. De zandkleurige merrie keek op, ze glimlachte en sloot haar ogen. Ja, ze ging het doen. ''Tijd voor een nieuw leven!'' ze liet abrupt de kruiden uit haar mond vallen en hinnikte toen. Naar Utopia, naar Nanami, naar een hopelijk nieuw leven. Naar een nieuwe tijd. Voor haar, voor Lumière. En toen lachte ze, keihard, wat bijzonder was voor haar. Ze was blij, weer gelukkig.
Gestap van hoeven deed haar verschrikt op kijken, ze rook, een kuddegeur. Niet slecht, neutraal-achtig. Nanami! Ze was er! Lumière draaide zich om en keek naar voren, daar kwam een paard aan, wit. Lumière liep haar tegen moet en toen ze vlak tegen over elkaar waren, stopte ze weer. Lumière deed haar oren zo ver mogelijk naar voren en keek de witte merrie aan. ''Nanami?'' zei ze vragend, hoewel ze het eigenlijk al bijna zeker wist. ''Ik ben Lumière en wil bij u kudde'' vervolgde ze maar. Nu moest ze afwachten, ze keek Nanami aan.
-Nanami-
Maar alleen leven kon ze ook niet, ze was te erg gewend aan het kudde leven. Maar ze durfde niet terug en dat wou ze ook niet, nooit meer. Lumière stapte over het bloemenveld heen, zoekend naar kruiden, ze wist zelf niet waarom. Het had toch geen zin meer, ze kon niemand meer verzorgen en helpen. Ze was alleen. Lumière wist dat ze iets anders wou, ze had al een idee. Utopia. De nieuwe kudde, neutraal. Maar het leek haar wel wat, ze was nieuwsgierig naar de kudde. Maar ze wist het niet zeker. Wat als deze kudde ook helemaal veranderen? Ze wou het niet weer mee maken, ze kon er gewoon niet tegen. Misschien stelde ze zich gewoon aan, misschien had ze gelijk. Waarschijnlijk zal elk paard wel iets anders vinden over dat. Wat betreft het kruiden zoeken, het ging prima en het gaf haar een fijn en vrij gevoel. De woede die ze bij zich droeg verminderde terwijl zij dit deed. En de lente hielp ook mee, alles stond in bloei en bijna alles wat ze in de winter niet kon vinden zag ze nu weer staan. De heldere zon scheen over haar heen en een heerlijk bries ging door haar zwarte manen. Lumière dacht nog steeds na over Utopia, ze kon het proberen? Misschien kon ze echt een nieuw leven krijgen. Nanami was de leider, dat was het enige wat ze wist en dat de kudde neutraal was. Dat was goed genoeg voor haar. De zandkleurige merrie keek op, ze glimlachte en sloot haar ogen. Ja, ze ging het doen. ''Tijd voor een nieuw leven!'' ze liet abrupt de kruiden uit haar mond vallen en hinnikte toen. Naar Utopia, naar Nanami, naar een hopelijk nieuw leven. Naar een nieuwe tijd. Voor haar, voor Lumière. En toen lachte ze, keihard, wat bijzonder was voor haar. Ze was blij, weer gelukkig.
Gestap van hoeven deed haar verschrikt op kijken, ze rook, een kuddegeur. Niet slecht, neutraal-achtig. Nanami! Ze was er! Lumière draaide zich om en keek naar voren, daar kwam een paard aan, wit. Lumière liep haar tegen moet en toen ze vlak tegen over elkaar waren, stopte ze weer. Lumière deed haar oren zo ver mogelijk naar voren en keek de witte merrie aan. ''Nanami?'' zei ze vragend, hoewel ze het eigenlijk al bijna zeker wist. ''Ik ben Lumière en wil bij u kudde'' vervolgde ze maar. Nu moest ze afwachten, ze keek Nanami aan.
-Nanami-